Dat is nodig, want de economie van het land doet het niet goed. In 2020, het jaar van het staakt-het-vuren, was 1 dollar ongeveer 1.150 Syrische ponden waard. Bij de start van het offensief was dat 14.750 ponden, ruim 10 keer zo veel. De munteenheid is dus enorm in waarde gedaald.

Velen hadden nochtans verwacht dat het staakt-het-vuren zou leiden tot stabiliteit en rust, na ruim een decennium aan oorlog. Het tegendeel bleek waar: in Syrië vindt er een humanitaire crisis plaats. Ongeveer 90 procent van de bevolking leeft er onder de armoedegrens. 

Het regime heeft het nochtans niet slecht. Elk jaar brengt de georganiseerde misdaad, en dan vooral de verkoop van 1 type synthetische drug, zeker 2,2 miljard euro in het laatje. De verkoop en export ervan is voor een groot deel in handen van de overheid (vooral de broer van Assad houdt zich daar mee bezig), en is van groot belang voor de economie.