Voor bedrijfswagens die op fossiele brandstof rijden, verlaagt de aftrekbaarheid van de kosten voor vennootschappen vanaf 1 januari geleidelijk. Daarnaast neemt de solidariteitsbijdrage toe. De maatregelen kaderen in de regeringsmaatregelen om de mobiliteit te vergroenen.

Sinds juli 2023 gelden er nieuwe fiscale regels voor bedrijfswagens met benzine- of dieselmotoren. Daardoor begint de fiscale aftrekbaarheid van dergelijke auto’s die sindsdien aangekocht, geleased of gehuurd zijn, vanaf 1 januari 2025 te dalen. De overgangsregeling geldt nog voor auto’s die tot 31 december 2025 worden ingeschreven.

Concreet wordt de aftrekbaarheid vanaf 2025 beperkt tot 75 procent van de kosten. In de volgende jaren gaan daar telkens nog eens 25 procentpunten af om op 0 procent te eindigen in 2028. Voor bedrijfswagens met een verbrandingsmotor die vanaf 1 januari 2026 worden gekocht, geleased of gehuurd, kunnen vennootschappen meteen helemaal geen kosten meer aftrekken.

De kosten van bedrijfswagens die volledig elektrisch of op waterstof rijden, blijven voorlopig wel volledig aftrekbaar. Voor dergelijke voertuigen ingeschreven vanaf 2027 zakt de aftrekbaarheid tot 95 procent, om in de volgende jaren verder af te nemen.

Naast de daling van de aftrekbaarheid, neemt de solidariteitsbijdrage die werkgevers betalen aan de RSZ op bedrijfswagens met een verbrandingsmotor die ook voor privédoeleinden gebruikt mogen worden, fors toe. De bijdrage wordt berekend op basis van de CO2-uitstoot en sinds juli 2023 vermenigvuldigd met 2,25. Die factor neemt vanaf 1 januari 2025 toe tot 2,75 en zal de komende jaren nog sneller oplopen. Voor elektrische en waterstofauto’s geldt een minimumbedrag.

Tot slot neemt ook de belasting die de fiscus aanrekent aan werknemers op het privégebruik van fossiele bedrijfswagens – het belastbaar voordeel van alle aard – vanaf 2025 weer toe. Voor de berekening van die belasting houdt de fiscus rekening met de CO2-uitstoot, terwijl de referentie-uitstoot als gevolg van de vergroening van nieuw ingeschreven wagens daalt. Hoe groter het verschil, hoe groter het bedrag dat wordt belast. Er wordt echter ook rekening gehouden met de leeftijd van de wagen en door die correctie blijft de belastingverhoging volgens de fiscus beperkt.