Vandaag bezet Rusland zo’n 20 procent van Oekraïne. De huidige frontlijn strekt zich uit van het noordoosten van de provincie Charkiv tot het uiterste westen van de provincie Cherson, over een afstand van bijna 1.000 kilometer.
Hoewel een Russische delegatie deze week voor het eerst sinds de start van de grootschalige invasie rond de tafel zat met een Amerikaanse delegatie en het er alle schijn van heeft dat de 2 landen vredesgesprekken zullen opstarten, twijfelt geen enkele waarnemer eraan dat Rusland in tussentijd doorgaat met de strijd op het terrein.
Het belangrijkste doel is om na Loegansk ook de provincie Donetsk volledig onder controle te krijgen, met de belangrijke steden Pokrovsk, Kramatorsk en Slovjansk, nu nog allemaal in Oekraïense handen. Als het daar in slaagt, bezet Rusland de hele Donbas.
Maar Rusland betaalt een hoge prijs voor de terreinwinst. Oekraïne slaagt erin om het Russische leger zware verliezen toe te brengen, die het Russische offensief vertragen. Hoewel het Russische leger sinds eind maart, begin april 2022 nooit sneller is gevorderd dan nu, zou het aan het huidige tempo toch nog zeker 1 tot 2 jaar nodig hebben om de hele provincie Donetsk te veroveren.
Intussen blijft het Russische leger ook Oekraïense steden ver van de frontlijn bestoken met vernietigende glijbommen, raketten en drones, tot in het westen aan de Poolse grens. Zoals het dat de voorbije 3 jaar geregeld gedaan heeft. Rusland heeft het daarbij in het bijzonder gemunt op de Oekraïense energiesector. Door soms honderdduizenden Oekraïners in de kou te zetten, hoopt Rusland het moreel van het leger en de bevolking te breken.