zaterdag 12 april 2025 om 12:00

Snelheid, kracht en maximaal zuurstofopnamevermogen zijn meetbaar. Klasse en karakter zijn dat niet. Net zo min als doorzettingsvermogen of vechtlust. Kon doorzettingsvermogen in data worden vastgelegd, dan was Wout van Aert met voorsprong de grootste van zijn generatie.

Vorige week donderdag stond ik aan het einde van de heel lange afdaling van de Koppenberg. Het was een welgezinde Wout van Aert die – ver voor zijn ploegmaten van Visma | Lease a Bike uit – me groette tijdens de verkenning van de Ronde van Vlaanderen. Dat was niet langer de jongen die amper een half etmaal eerder zichzelf nog had vervloekt. Na de blamage in Dwars door Vlaanderen was het de resetknop indrukken en fast forward. Zo gaat Van Aert al jaren met misrekeningen en tegenslagen om.

De kopman van de kasseiklassiekers kan tegen een tik. Tegen meerdere tikken. Zowel fysiek als mentaal. Geen renner met meer mentale veerkracht dan Wout van Aert. Dat bewees hij ook door in een enig mooie Ronde van Vlaanderen te vechten tot de laatste druppel energie uit zijn lijf was.

Zondagmiddag ‘ontplofte’ de vip-tent in de Ronde van Vlaanderenstraat in Kluisbergen toen hij aan de voet van de derde en de laatste keer Oude Kwaremont in een wanhoopspoging probeerde afstand te nemen van Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel. Iedereen had wel door dat het zijn laatste kunstje van de dag was, maar iedereen gunde hem die dag het onmogelijke.

Zelfs zij die na de E3 Saxo Classic er heilig van overtuigd waren dat de eeuwige krijger na een moeizame winter vol herstel te laat zou komen voor Vlaanderens Mooiste én Parijs-Roubaix. Want zo gaat dat ook in de Vlaamse media: vandaag afgeschreven, morgen bejubeld. Uiteindelijk viel ‘Wout Leeuwenhart’ in Oudenaarde nipt naast het podium.

Megacrash
Vallen, het is het werkwoord dat verleden jaar te veel in één adem met Wout van Aert werd gebruikt. Hij draagt de sporen van zijn megacrash van vorig jaar in Dwars door Vlaanderen en die vreselijke val in de Vuelta a España met zich mee op lijf en leden. Zijn lichaam telt zoveel meer littekens dan hij grote zeges boekte. Door al dat vallen en opstaan, dat constant terugvechten, het malheur, is hij in eigen land almaar populairder geworden.

screenshot

Al is het geen cadeau om in Vlaanderen als wielertalent op te groeien en topper te zijn. Ook al heeft hij met huis, tuintje, vrouw, kinderen het imago van de ideale schoonzoon, de druk van een koersgek wielerland is bij momenten immens. Welhaast ondraaglijk.

De grote verdienste van de Kempenaar is dat hij onder die consternatie nooit onderdoor is gegaan onder die voortdurende huizenhoge druk van de media die in de nek hijgen. Vraag het Belgisch kampioen Arnaud De Lie maar wat voor last dat in het voorjaar met zich mee kan brengen.

Het zorgt voor een extra spanningsboog die Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar eerder vreemd is. In Nederland en Slovenië hebben wielrenners niet dezelfde status als in België, waar je bij winst in de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix in het collectieve geheugen van de wielerfan verzeilt.

Onderhuids knaagt de kritiek bij Van Aert wel. Als hij bijvoorbeeld beslist om Milaan-San Remo niet te rijden en elke ex-vedette daar zijn mening bij geeft. Als een spons absorbeert hij alles, om het dan plots eruit te wringen. Remember zijn uitspraak als ‘Ik moet just niks’ na zijn tweede zege in de E3 Saxo Classic in Harelbeke van twee jaar geleden. Met deze vier simpele woorden ontdeed hij zich van alle opgekropte frustraties.

Nieuwe Monsieur Paris-Roubaix
Toen ik zeven jaar geleden de jonge Wout van Aert op de dalende kasseistrook van Moulin de Vertain zag voorbijschieten tijdens zijn allereerste verkenning van de Hel van het Noorden, kreeg ik kippenvel. Je kon op zijn rug een dienblad met volle glazen bier zetten. Zo gracieus gleed hij over dat porfier. Ik kwam thuis en zei tegen mijn vrouw dat ik de nieuwe Roger De Vlaeminck had gezien. De nieuwe Monsieur Paris-Roubaix.

Maar zoveel jaar later staat Van Aerts teller in het achterland van Roubaix nog altijd op nul. Het zou zonde zijn indien zijn palmares enkel met dat ene monument Milaan-Sanremo 2020 wordt gesierd. Een kassei bovenop de Strade Bianche, de Omloop het Nieuwsblad, Gent-Wevelgem, de Amstel Gold Race en twee keer de E3 Saxo Classic zou zijn erelijst als voorjaarscoureur een extra dimensie geven.

 Het profiel van de Herentalsenaar sluit ook nauwer aan bij het porfier van Le Nord dan bij Vlaanderen waar de korte hellingen enorme explosiviteit vereisen.

Ook al is zijn vormcurve in stijgende lijn, toch is de opdracht van Wout ‘Leeuwenhart’ van Aert zondag opnieuw uitermate complex. Superkampioenen als dubbele winnaar Mathieu van der Poel en wereldkampioen Tadej Pogacar zijn the men to beat.

Slaagt Van Aert in zijn opzet om eindelijk die trofee met de kassei te pakken, dan moet hij inderdaad just niks meer. Dan is al de rest bonus. Dan leidde de weg door de hel enfin naar de hemel.

Zoals het vroeger bovenop het stokoude gebouw naast Le Stade Vélodrome André Pétrieux in Roubaix was geschilderd: L’Enfer du Nord mène au paradis. De Hel van het Noorden leidt naar de hemel! De hel heeft Van Aert al veel te dikwijls gezien, het wielerparadijs voorlopig nog te weinig. Misschien opent die poort zich zondag. Aan doorzettingsvermogen zal het hem zeker niet ontbreken.