LOGISCH Gresnigt : ‘meer voor- dan tegenstanders van kernenergie in Nederland’

ChatGPT:

Het is een zeer diepgaande en technische vraag over de economische en ecologische gevolgen van het grootschalig inzetten van groene waterstof in Nederland, geproduceerd via elektrolyse op basis van wind- en zonne-energie, en opgeslagen in lege aardgasvelden in de Noordzee.

Hieronder een samenvatting per onderdeel, gebaseerd op huidige wetenschappelijke en beleidsrapporten (zoals van TNO, ECN, IEA en PBL):

⚡ 1. Energieverlies bij productie en opslag van groene waterstof
Groene waterstof heeft een zeer laag netto rendement. Het totaalverlies kan oplopen tot 65–75% voordat de energie effectief bruikbaar is.

Stappen en verliespercentages:
Processtap Typisch verlies (%)
Elektrolyse (water → H₂) 20–30% verlies
Zuivering & droging van waterstof 5–10%
Compressie of liquefactie 10–15%
Transport via pijplijn of schip 5–10%
Opslag (bijv. in lege gasvelden) 5–15%
Terugverbranding (brandstofcel) 40–60% verlies
TOTAAL energieverlies 65–75%

Let op: als de waterstof verbrand wordt in een turbine (niet in brandstofcellen), is het rendement nog lager.

2. Calorische waarde en energieverbruik
Waterstof heeft een lagere volumetrische energiedichtheid dan aardgas:

Brandstof Calorische waarde (MJ/Nm³)
Aardgas (CH₄) ~35 MJ/Nm³
Waterstof (H₂) ~10 MJ/Nm³

Je hebt ongeveer 3,5 keer meer volume waterstof nodig dan aardgas voor dezelfde hoeveelheid energie.

Dit betekent:

Grotere pijpleidingen of compressie nodig

Zwaardere installaties en hogere kosten

Meer energieverlies per eenheid bruikbare energie

3. Economische nadelen voor Nederland
Hoge infrastructuurkosten:

Nieuwe elektrolysers, compressie-units, pijpleidingen, terminals

Aanpassing industriële installaties aan waterstof

Dure opslagtechnologie:

Conversie en injectie in lege aardgasvelden vereist geavanceerde sealing-technologie en monitoring

Afhankelijkheid van grote hoeveelheden hernieuwbare stroom

100% waterstofproductie vereist een zeer groot overschot aan duurzame elektriciteit. Hiervoor moet Nederland offshore windparken met tientallen GW vermogen bouwen.

Concurrentie om groene stroom:

Waterstofproductie concurreert met elektrificatie (EV’s, warmtepompen), dus mogelijk hogere stroomprijzen.

4. Milieu- en natuurschade
Ruimtegebruik offshore:

Windparken in de Noordzee kunnen visserij, ecosysteem en vogelroutes verstoren

Ecologische impact bij elektrolyse-installaties aan land of op zee:

Gebruik van grote hoeveelheden water (demineralisatie vereist energie en chemicaliën)

Lekverliezen van H₂:

Waterstof is een zeer klein molecuul en kan lekken. Vrijgekomen H₂ kan indirect bijdragen aan opwarming doordat het de concentratie van broeikasgassen zoals methaan beïnvloedt (chemisch effect in de atmosfeer)

Afvalproducten elektrolyse (o.a. zuurstof) zijn meestal onschadelijk, maar industriële schaal kan gevolgen hebben voor lokale ecosystemen

Samengevat in cijfers (indicatief voor Nederland):
Onderdeel Geschatte impact (ruw)
Totaal energieverlies 65–75% vanaf zon/wind tot eindgebruik
Volumeverhouding H₂ t.o.v. CH₄ ~3,5x meer nodig voor zelfde energie
Meerverbruik stroom ~3x zoveel wind/zonne-energie nodig als voor directe elektrificatie
Infrastructuurkosten >€20–30 miljard extra t.o.v. directe elektrificatie (schattingen 2035)
Milieubelasting Hoofdzakelijk offshore ruimtegebruik, materiaalgebruik, lekkages

Conclusie
Groene waterstof heeft een belangrijke rol als energiedrager voor sectoren die moeilijk te elektrificeren zijn (zoals staal, scheepvaart, luchtvaart), maar is zeer inefficiënt als algemeen alternatief voor aardgas of stroom. Het vereist:

Een veelvoud aan duurzame elektriciteit

Hoge kosten

Specifieke opslag- en transportoplossingen

Ecologische afwegingen in Noordzee-ruimtegebruik en infrastructuur

Groene waterstof is dus waardevol, maar moet doelgericht worden ingezet, niet als massale vervanging van aardgas.

Wil je dat ik dit omzet in een overzichtelijke tabel of infographic?