Volgens hoogleraar volwasseneneducatie Maurice de Greef zijn er in Nederland zo’n 2 miljoen laaggeletterden. Om hun taalvaardigheden bij te spijkeren kunnen zij volwasseneneducatie volgen. De Greef onderzoekt hoe Nederland en Vlaanderen dit onderwijs organiseren. “Als ik heel eerlijk ben, dan denk ik dat je in Nederland niet zo goed af bent als laaggeletterde. Zo’n 0,5 procent van het onderwijsbudget wordt vrijgemaakt voor ondersteuning bij deze groep.”
Dat is in Vlaanderen en Finland heel anders, zegt De Greef. “En daar ligt ook een heel sterk inhoudelijk kader. Wat gaan we doen? Hoe gaan we dat aanpakken? Waar focussen we ons op? Hoe informeren we de instellingen die daar mee om moeten gaan? En dat is in Nederland landelijk veel minder aangestuurd. Dus ik denk dat Nederland in dat opzicht echt wel een van de slechtste jongetjes van de klas is.”
**Twijfel over kwaliteit**
Dat is de reden waarom de onderwijsinspectie wil dat er landelijke eisen worden ingevoerd waaraan het volwassenonderwijs moet voldoen. Nederland heeft dat – in tegenstelling tegen omringende landen – namelijk niet. Nederland heeft er voor gekozen om dit soort onderwijs door gemeenten aan te besteden. Zij krijgen daarvoor geld van het Rijk en mogen dit besteden bij elke organisatie die een opleiding aanbiedt.
Soms eisen ze daarbij dat er gekwalificeerde docenten worden ingezet, maar het kan ook zijn dat er meer vrijwilligers worden ingezet dan betaalde docenten. Dan is het volgens de onderwijsinspectie de vraag of die opleiding wel voldoende kwaliteit biedt. Daarnaast moet het volwassenenonderwijs elke vier jaar opnieuw aanbesteed worden, waardoor er dus niet altijd een continu en samenhangend aanbod is.
**Meteen doorgestuurd**
“Nederland heeft 35 arbeidsmarktregio’s en meer dan 200 instellingen die onderwijs aanbieden”, legt De Greef uit. “In Vlaanderen zijn er 13 instellingen. Daar is het helder waar je heen moet, welke ondersteuning je kan krijgen en dat is in Nederland niet het geval.”
En er is nog een tweede probleem. “In Nederland vinden we het heel moeilijk om mensen door te sturen, bijvoorbeeld vanuit de schuldhulpverlening of vanuit de zorg of vanuit de werkgever. En dat is in andere landen automatisch geregeld. Dus als ze daar problemen signaleren rondom de basisvaardigheden worden ze meteen doorgestuurd naar een traject.”
——–
**Probleem op arbeidsmarkt**
Terwijl de opbrengst – als er wordt geïnvesteerd wordt – juist heel groot is. “Je hebt bijna 2 miljoen mensen waarvan je zegt: die kunnen problemen ervaren rondom taal. Als we die mensen zouden ondersteunen, dan hebben we een veel meer opgelost probleem voor de arbeidsmarkt. Dan hebben we eerder vacatures gevuld. Dat soort dingen. Als we dat niet doen, dan blijven die vacatures onvervuld.”
De Greef verwacht niet dat de situatie op de korte termijn snel beter wordt: “Er is geen enkele intentie momenteel vanuit het landelijk beleid om meer te investeren op dit gebied en dus nog steeds 0,5 procent van onze onderwijsbegroting daarvoor te reserveren en niet meer. Als we dat niet doen, dan wordt het probleem alleen maar groter.”
1 comment
**Minder dan andere landen**
Volgens hoogleraar volwasseneneducatie Maurice de Greef zijn er in Nederland zo’n 2 miljoen laaggeletterden. Om hun taalvaardigheden bij te spijkeren kunnen zij volwasseneneducatie volgen. De Greef onderzoekt hoe Nederland en Vlaanderen dit onderwijs organiseren. “Als ik heel eerlijk ben, dan denk ik dat je in Nederland niet zo goed af bent als laaggeletterde. Zo’n 0,5 procent van het onderwijsbudget wordt vrijgemaakt voor ondersteuning bij deze groep.”
Dat is in Vlaanderen en Finland heel anders, zegt De Greef. “En daar ligt ook een heel sterk inhoudelijk kader. Wat gaan we doen? Hoe gaan we dat aanpakken? Waar focussen we ons op? Hoe informeren we de instellingen die daar mee om moeten gaan? En dat is in Nederland landelijk veel minder aangestuurd. Dus ik denk dat Nederland in dat opzicht echt wel een van de slechtste jongetjes van de klas is.”
**Twijfel over kwaliteit**
Dat is de reden waarom de onderwijsinspectie wil dat er landelijke eisen worden ingevoerd waaraan het volwassenonderwijs moet voldoen. Nederland heeft dat – in tegenstelling tegen omringende landen – namelijk niet. Nederland heeft er voor gekozen om dit soort onderwijs door gemeenten aan te besteden. Zij krijgen daarvoor geld van het Rijk en mogen dit besteden bij elke organisatie die een opleiding aanbiedt.
Soms eisen ze daarbij dat er gekwalificeerde docenten worden ingezet, maar het kan ook zijn dat er meer vrijwilligers worden ingezet dan betaalde docenten. Dan is het volgens de onderwijsinspectie de vraag of die opleiding wel voldoende kwaliteit biedt. Daarnaast moet het volwassenenonderwijs elke vier jaar opnieuw aanbesteed worden, waardoor er dus niet altijd een continu en samenhangend aanbod is.
**Meteen doorgestuurd**
“Nederland heeft 35 arbeidsmarktregio’s en meer dan 200 instellingen die onderwijs aanbieden”, legt De Greef uit. “In Vlaanderen zijn er 13 instellingen. Daar is het helder waar je heen moet, welke ondersteuning je kan krijgen en dat is in Nederland niet het geval.”
En er is nog een tweede probleem. “In Nederland vinden we het heel moeilijk om mensen door te sturen, bijvoorbeeld vanuit de schuldhulpverlening of vanuit de zorg of vanuit de werkgever. En dat is in andere landen automatisch geregeld. Dus als ze daar problemen signaleren rondom de basisvaardigheden worden ze meteen doorgestuurd naar een traject.”
——–
**Probleem op arbeidsmarkt**
Terwijl de opbrengst – als er wordt geïnvesteerd wordt – juist heel groot is. “Je hebt bijna 2 miljoen mensen waarvan je zegt: die kunnen problemen ervaren rondom taal. Als we die mensen zouden ondersteunen, dan hebben we een veel meer opgelost probleem voor de arbeidsmarkt. Dan hebben we eerder vacatures gevuld. Dat soort dingen. Als we dat niet doen, dan blijven die vacatures onvervuld.”
De Greef verwacht niet dat de situatie op de korte termijn snel beter wordt: “Er is geen enkele intentie momenteel vanuit het landelijk beleid om meer te investeren op dit gebied en dus nog steeds 0,5 procent van onze onderwijsbegroting daarvoor te reserveren en niet meer. Als we dat niet doen, dan wordt het probleem alleen maar groter.”
Comments are closed.