De Spaanse premier Pedro Sánchez zegt dat zijn land een uitzondering heeft gekregen op de 5 procentnorm voor defensie-uitgaven die de Navo deze week op een belangrijke top in Den Haag wil vastleggen. In een brief aan Navo-baas Mark Rutte had Sánchez vorige week duidelijk gemaakt dat Spanje niet kon instemmen met het nieuwe Navo-percentage. Daarom zaten de ambassadeurs het hele weekeinde samen om de Spanjaarden alsnog aan boord te krijgen. Zondagavond meldden ze dat Spanje instemde met de nieuwe norm.

Dat gebeurde na een lichte aanpassing van de tekst. Zo staat er bijvoorbeeld niet meer dat “alle bondgenoten” de 5 procentnorm volgen, maar gewoon “bondgenoten”. Voor de Spaanse premier volstond die aanpassing om aan zijn bevolking op televisie te kunnen melden dat Spanje vrijgesteld is van de 5 procent. Sánchez zegt dat zijn land zich zal houden aan de militaire capaciteitsdoelen die bepalen hoeveel troepen en wapens er nodig zijn, maar zonder het prijskaartje dat de Navo eist. Het land zal niet meer dan 2,1 procent van zijn bbp spenderen aan pure defensie-uitgaven. Sánchez interpreteert de aangepaste tekst heel ruim. Van een echte uitzonderingspositie is volgens Navo-diplomaten geen sprake.

De vraag is ook of ons land die soepelere Spaanse interpretatie volgt. Zondagavond zat het kernkabinet samen over defensie. Volgens sommige bronnen lag de vraag wel degelijk op tafel of België het Spaanse voorbeeld moet volgen. Officieel luidt het dat België tevreden is dat de 3,5 procent militaire uitgaven plus 1,5 procent defensie-gerelateerde uitgaven (zelfs politie en justitie zouden daaronder kunnen vallen) pas tegen 2035 moeten worden gehaald, en dat er ook geen jaarlijks voortgangsrapport wordt verwacht. Maar ons land had liever een verdeling gehad van 3 procent militair en 2 procent defensie-gerelateerde uitgaven. (domi, bdd)

LEES OOKPlots werd het kil in de zaal: hoe de Navo-norm op 5 procent kwam te liggen