Maandag trekt zeer onstabiele lucht over het land. Daarin ontstaan talrijke buien, die vooral in het noorden en noordoosten lokaal gepaard kunnen gaan met onweer. Verder is veel neerslag mogelijk: in de natste gebieden kan rond 20 millimeter vallen. Tussen de buien door breekt ook de zon van tijd tot tijd en dan schommelt het kwik rond 22 graden. Vlak na een bui koelt het af naar ongeveer 18 graden.

Maandagavond komen verspreid over het land enkele buien voor, komende nacht trekt een actiever gebied met buien over midden en/of zuiden. Daaruit valt dan ook weer zo’n 10 millimeter regen en lokaal meer. De temperatuur daalt door de vele bewolking niet verder dan 14 tot graden. Vooral in het zuidwesten waait het eerst nog vrij stevig.

Dinsdagochtend is het vooral in het noorden en oosten soms flink nat met stevige buien, elders neemt de buienkans langzaam maar zeker wat af. ’s Middags volgen vaker zonnige perioden en dan blijft het in de kustgebieden zelfs een tijdje vrijwel helemaal droog, landinwaarts is nog steeds wel een bui mogelijk. De temperatuur ligt rond 19-20 graden in het noordoosten waar het langst buien voorkomen, tot plaatselijk 22 graden in het zuiden en zuidwesten. Daarmee is het opnieuw koel zomerweer voor de laatste tien dagen van juli.

Grijze woensdag

Een nieuwe portie buien volgt woensdag opnieuw. Vooral in de zuidelijke helft van het land is de paraplu veelvoudig nodig. Daar kan lokaal ook weer onweer bij voorkomen. In het noordwesten worden de minste buien verwacht en daar breekt de zon dan geregeld door. Elders smeren de stapelwolken nogal snel uit en gaat het weerbeeld tijdens de middaguren wat grijzer worden.

Relatief koel voor tijd van het jaar

Ook de rest van deze week staat in het teken van relatief koel, maar voor veel mensen wellicht toch aangenaam zomerweer. Dagelijks wordt het 20 tot 22 graden en daarbij valt af en toe nog een bui. De grotere hoeveelheden neerslag lijken we na donderdag wel achter ons te laten.

Richting de maandwisseling van juli naar augustus zou het wat kunnen opwarmen met meer zonneschijn. Grootschalige gebieden met bewolking en buien komen dan op wat grotere afstand van ons te liggen, maar voorlopig is dat nog ver weg.