In de nacht van zaterdag 25 op zondag 26 oktober 2025 gaat in Nederland de klok om 03.00 uur één uur achteruit. Fijn voor wie uitkijkt naar een extra uurtje slaap, maar minder goed nieuws voor automobilisten wanneer de werkweek weer start. Want op de eerste maandag na de ingang van de wintertijd nemen de aanrijdingen vrijwel elk jaar toe, blijkt volgens verzekeraar Univé.
Het klinkt allemaal zo lekker, een uurtje extra slapen en wellicht wat uitgeruster zijn. Maar de coöperatieve verzekeraar registreerde gemiddeld tussen 2014 en 2024 dertien procent meer schadeclaims op de maandag na de tijdswissel dan op de maandag ervoor. “De plotseling kortere dagen en het vroeg invallen van de duisternis vragen om hernieuwde alertheid achter het stuur,” zegt Henkjan Mathijs, manager Mobiliteit bij Univé.
Verschil wintertijd en zomertijd
Veel mensen zijn volgens Mathijs door het uurtje tijdsverschil tijdelijk minder scherp of vermoeider. “Die lichte daling in concentratie kan net het verschil maken tussen een veilige rit en blikschade. En dat zien we terug in onze cijfers.” Univé nam de aansprakelijkheidsclaims onder de loep van autoverzekerden met een Wettelijke Aansprakelijkheidsdekking. Daarbij werd gekeken naar het aantal schades dat op maandagen vóór en ná de tijdsomzetting werd gemeld.
De cijfers laten een duidelijk patroon zien: de overgang naar de wintertijd leidt structureel tot meer aanrijdingen, terwijl de ingang van de zomertijd juist gemiddeld een lichte daling laat zien.
Slaappatroon aangetast
Volgens Mathijs ligt de oorzaak grotendeels in ons bioritme. “De tijdsomzetting lijkt onschuldig, maar verstoort ons slaappatroon. Het kost een paar dagen tot soms een week om daaraan te wennen. Tot die tijd vallen veel mensen minder makkelijk in slaap of worden ze minder uitgerust wakker. In combinatie met het feit dat het plots al tijdens de avondspits donker is, kan dat leiden tot verminderde alertheid achter het stuur.”