“We hebben een akkoord”, benadrukte premier Bart De Wever vanmorgen vroeg op de persconferentie na afloop van een marathonvergadering van 20 uur. “Ik kan niet zeggen dat het eenvoudig was, maar het is er. Ik ben opgelucht. Nu ja, dat is een groot woord, maar ik ben alleszins heel gelukkig dat de ploeg heeft weerstaan aan de verleiding om een eenvoudigheidsoefening te doen en alles door te schuiven naar later. We hebben dat niet gedaan.” De Wever noemt het akkoord van vannacht een soort “tweede regeerakkoord”.

Hij stelt het woensdagochtend voor in de Kamer. Donderdag volgt het debat en vrijdag de stemming.

Over het akkoord werd lang onderhandeld, maar uiteindelijk blijft het beroemde klavertjevier van de premier overeind: er komen aanpassingen aan de index, wijzigingen in de btw, de strijd tegen de langdurig zieken moet geld opbrengen en de groeinorm in de gezondheidszorg wordt wat verlaagd. Ook de sterkste schouders leveren een bijdrage. Tegelijkertijd zijn de maatregelen in de btw en in de index bijvoorbeeld erg genuanceerd zodat zelfs MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez (die zo vocht tegen een btw-verhoging) kan zeggen dat de prijs van de winkelkar niet verhoogt.

De regering zou 9,2 miljard euro gevonden hebben tegen 2029 – iets minder dan het streefdoel van 10 miljard euro.  9,2 miljard is het minimum om te voldoen aan de Europese doelstellingen. Alle maatregelen voor de sterkste schouders zouden 2 miljard waard zijn. Het gaat dan om een verhoging van de effectentaks, een bankentaks en de strijd tegen oneigenlijke managementvennootschappen. Maar ook een pakjestaks voor kleine bestellingen uit vooral China, valt voor de regering onder ‘de sterkste schouders’.

Verder is er sprake van enkele btw-verhogingen en geen procentuele index voor wie meer dan 4.000 euro bruto verdient. Zij krijgen in 2026 en 2028 een vast bedrag dat lager ligt dan wat een procentuele verhoging van hun loon waard zou zijn. Langdurig zieken aan het werk krijgen, moet 1,9 miljard euro opbrengen.

De belangrijkste maatregelen op een rijtje.

Er komt geen algemene btw-verhoging. De btw gaat wel voor bepaalde producten omhoog. Zo stijgt de btw naar 12 procent voor takeaway, hotelovernachtingen en campings en sport en ontspanning. De cultuursector blijft gespaard. De btw op pesticide gaat naar 21 procent. De btw op gas zou niet omhoog gaan. Wel komt er een accijnsverhoging op gas en een accijnsverlaging op elektriciteit. Een kleine groene shift dus. Dat betekent onrechtstreeks wel een btw-verhoging, want de btw wordt berekend op de prijs inclusief accijnzen. De totale btw-hervorming moet 1,3 miljard euro opbrengen.

De geplande verlaging in de personenbelasting krijgt pas in 2030 zijn volle uitwerking – in een volgende regering dus – en niet in 2029. De verlaging blijft beperkt tot 3 miljard euro in 2029, in de oorspronkelijke plannen was dat 4 miljard euro. Daardoor wordt ruim 1 miljard euro bespaard. Aan de andere kant zal de verlaging in 2027 al 772 miljoen euro bedragen, tegenover 500 miljoen euro in de oorspronkelijke plannen. Door een verhoging van de werkbonus krijgen de laagste lonen vanaf april al 50 euro extra op hun loonbriefje.

Het remgeld dat u zelf moet betalen bij de dokter, verhoogt. Hoe hoog het wordt, moet nog onderhandeld worden met de artsen en ziekenfondsen. De verhoging moet 125 miljoen euro opleveren.

De index blijft behouden, er komt geen indexsprong. Behalve voor de hoogste lonen, vanaf 4.000 euro bruto. Zij krijgen niet meer de volledige procentuele verhoging, maar een vast bedrag dat geplafonneerd wordt (een zogenaamde centenindex). Dit zal twee keer gebeuren: in 2026 en 2028. De regering rekent op 0,8 miljard euro dankzij deze maatregel.

En dan is er ook zekerheid over een pakjestaks voor kleine bestellingen in niet-Europese webshops, zoals Shein.

De vliegtaks voor een korte afstand stijgt naar 10 euro in 2027. Vandaag bedraagt die 5 euro voor kortere vluchten in Europa en 10 euro voor langere vluchten in Europa.

De groeinorm in de gezondheidszorg duwt de regering omlaag, wat 200 tot 250 miljoen zou moeten opbrengen. In het regeerakkoord was afgesproken dat de gezondheidszorg tegen het einde van de legislatuur tot zo’n 3 procent zou mogen groeien, maar dat wordt straks beperkt tot 2,5 procent. Boven op de groeinorm zou er extra geld komen voor investeringen in de sector, tot 3,7 miljard euro.

Om de sterkste schouders te laten bijdragen wordt het tarief van de effectentaks verdubbeld van 0,15 naar 0,3 procent voor mensen met meer dan 1 miljoen euro op hun effectenrekening – dat zou 460 miljoen euro moeten opbrengen. Een nieuwe bankentaks moet 150 miljoen euro opleveren. De strijd tegen fiscale en sociale fraude wordt opgedreven met een ‘fiscaal parket’ met 377 extra inspecteurs. Het totale pakket aan maatregel voor de ‘sterkste schouders en diversen’ bedraagt zo’n 2 miljard euro.

Ook de managementvennootschappen worden minder aantrekkelijk gemaakt. Wie zich vandaag uit een managementvennootschap een dividend uitkeert, kan dat tegen 15 procent doen onder bepaalde voorwaarden. Dat tarief wordt opgetrokken naar 18 procent.

Ook de politiek levert een bijdrage door de lonen van parlementsleden en ministers de hele legislatuur niet te indexeren en de partijdotaties via de Senaat stop te zetten.

Er is ook een akkoord om 100.000 mensen die langdurig ziek zijn weer aan het werk te krijgen. Dat zou 1,9 miljard moeten opbrengen.

Vicepremier Vincent Van Peteghem (CD&V) meldt dat er extra wordt geïnvesteerd in Justitie. Alvast voor de overbevolking in de gevangenissen wordt 60 miljoen aan de kant gezet. In een persmededeling voegt Verlinden eraan toe dat “nodige kredieten vrijgemaakt zijn om bijkomende investeringen in Justitie mogelijk te maken. Dit voor een bedrag van 264 miljoen euro in 2026 en 336 miljoen euro in 2028. Over de hele legislatuur lopen de bijkomende kredieten voor Justitie op tot om en bij de miljard euro.”

Vannacht werden ook nog enkele losse eindjes van het zomerakkoord behandeld. De gesprekken daarover zaten vast zolang er geen begrotingsakkoord was. Zo zullen periodes van ziekte nu toch als gewerkt worden beschouwd om te bekijken of iemand die vervroegd met pensioen gaat tegen een pensioenmalus loopt. Ook zal het eerste jaar waarin iemand na zijn studies – vaak in september – gaat werken, meegeteld worden als een volledig gewerkt jaar voor de berekening van het pensioen.

LEES OOKWaarom de bonden drie dagen actievoeren: pensioenen, pensioenen en nog eens pensioenen