Een 6-jarig jongetje gebeten, een 5-jarig meisje aangevallen, een hardloper in het been gebeten. Incidenten die allemaal werden veroorzaakt door wolf Bram, die met name op het Landgoed Den Treek op de Utrechtse Heuvelrug actief is. Ook op de Hoge Veluwe loopt een ‘probleemwolf’ rond: Hubertus, die meerdere mensen dichtbij benaderde en een hardloopster beet.

De situatie werd te gevaarlijk, vonden beide provincies. Ze gaven daarom afschotvergunningen af. In mei werd besloten dat Hubertus mag worden doodgeschoten, sinds juli geldt dat ook voor Bram. Sindsdien patrouilleren er in beide gebieden twee- en drietallen speciaal geselecteerde jagers die de wolven moeten opsporen en doodschieten.

Binnen drie weken klaar

Aanvankelijk leek de klus te overzien. In een officieel advies dat is opgenomen in de afschotvergunning van de provincie Utrecht staat dat men verwacht ‘in een periode van drie weken tot een resultaat kunnen komen’. Ook bij Hubertus werd verwacht dat drie weken voldoende zouden zijn.

Inmiddels hangt de vlag er heel anders bij. Met nog maar iets meer dan een maand te gaan tot de vergunning verloopt, is het afschot totaal niet in zicht. En dat terwijl beide wolven volgens de provincies recentelijk nog in hun leefgebieden gezien zijn. Hoe kan het dat het maar niet lukt de probleemwolven dood te schieten?

Afbeelding

Volgens Laurens Hoedemaker, die als directeur van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging nauw contact heeft met de jagers die Bram moeten afschieten, ligt het aan de strenge voorwaarden van de vergunning. Zo mogen de wolven alleen binnen een afgebakend gebied worden bejaagd. Als de jagers hem daarbuiten zien, mogen ze niets doen. 

Bovendien mag Bram alleen bij daglicht worden afgeschoten, zodat hij goed kan worden geïdentificeerd. De jagers mogen hem niet lokken met voer, maar moeten hem zo stilletjes mogelijk zien te benaderen.

De jacht verstoren

Wat het volgens Hoedemaker vooral lastig maakt, is dat de jacht buiten het zicht van het publiek moet plaatsvinden. Volgens de provincie Utrecht zou de nabijheid van bezoekers de kansen van de jagers verkleinen. Maar ook de polarisatie van de discussie over de wolf speelt een rol: de jagers moeten uit het zicht blijven zodat hun privacy kan worden gegarandeerd. 

Dat is ook een van de redenen dat de jagers in twee- en drietallen op pad gaan. “Zo zal de daadwerkelijke handeling niet te traceren zijn tot een individueel persoon”, staat in een bijlage van de afschotvergunning. 

Lees ook ‘Grote zorgen’ over de wolf, dus er is nu een landelijk informatiepunt

Volgens Hoedemaker wordt er ook nog eens misbruik gemaakt van de beperkende voorwaarden. “Activisten laten zich zien als er jagers in de buurt zijn, zodat er niet geschoten mag worden.”

Dat beamen de ‘wolvenwachters’, zoals ze zichzelf noemen. Al zijn ze naar eigen zeggen geen activisten. “We wandelen door het gebied, vaak met honden. Zeker ook op de momenten dat Bram zou kunnen worden afgeschoten”, zegt een van de wolvenwachters van de Werkgroep Wolf Leusden. “We proberen het de jagers zo moeilijk mogelijk te maken. Maar we houden ons aan de wet: we blijven keurig op de paden.”

Voorvechters van dierenrechten vinden dat afschot helemaal niet nodig is. “Die afschotvergunningen werken niet, dat is nu wel gebleken”, zegt woordvoerder Erwin Vermeulen van Animal Rights. “Je zou het gebied gewoon moeten afsluiten zolang de welpen jong zijn, van april tot augustus. Dat is de periode dat er incidenten zijn.”

Verwondingen aan de rug van 6-jarige na aanval van Bram

Verwondingen aan de rug van 6-jarige na aanval van Bram

De jagers worden ondertussen ook tegengewerkt door de tijd. Nu de dagen korter worden, mag Bram steeds minder lang worden bejaagd. Daar komt bij dat zijn welpen inmiddels volgroeid zijn. Volgens deskundigen is Bram nog wel te identificeren – hij heeft een opvallend grote kop en loopt stijfjes, door een aanrijding – maar in het bijzijn van zijn roedel is het moeilijker geworden hem dood schieten zonder andere wolven te raken.

Verkeerde wolf 

Het risico de verkeerde wolf te elimineren is niet denkbeeldig. In Duitsland is het al meermaals voorgekomen dat jagers een probleemwolf dachten te schieten, terwijl het achteraf een ander exemplaar bleek te zijn. 

Volgens Hoedemaker had de provincie Utrecht het landgoed na het afgeven van de vergunning moeten afsluiten. “Dan was het veel makkelijker geweest. Nu zit je met een linke situatie. Wolven nemen elkaars gedrag over. Nu hij een roedel heeft, is het nog gevaarlijker.”

Lees ook Protestmars tegen afschieten Bram, meer mensen willen juist van probleemwolf af

Naast de Jagersvereniging lijkt ook Landgoed Den Treek, waar Bram zou moeten worden afgeschoten, weinig hoop te hebben dat de wolf nog wordt gedood. Al in september schreef het landgoed dat de afschotvergunning ‘in de praktijk tot nu toe niet uitvoerbaar blijkt’. De beheerder van Den Treek wil dat niet toelichten, zegt hij telefonisch. Hij spreekt niet meer met de media omdat hij wordt bedreigd.

Op 1 januari lopen de afschotvergunningen voor Bram en Hubertus af. De provincies bepalen binnenkort of ze een nieuwe vergunning zullen afgeven. Animal Rights heeft al aangekondigd in bezwaar te zullen gaan, mocht het zover komen. De rechter zal dan moeten beoordelen of de provincies een nieuwe poging mogen ondernemen om de wolven af te schieten.

Reactie provincie Gelderland

Volgens de provincie Gelderland werd ‘wolf GW4665m’, zoals Hubertus officieel heet, vóór de vergunningaanvraag vaak gezien. Toen de vergunning enkele maanden later door de rechter was goedgekeurd, is de wolf een tijd lang niet gezien op de Hoge Veluwe. “Het kan zijn dat hij het gebied enige tijd heeft verlaten en elders heeft rondgezworven.”

De strenge voorwaarden van de afschotvergunning zijn nodig, zegt de provincie. De veiligheid van bezoekers moet worden gegarandeerd, en andere soorten in de natuur moeten zo minimaal mogelijk worden verstoord. “Bovendien was de vergunning zonder deze voorwaarden waarschijnlijk niet overeind gebleven bij de rechter.” Volgens de provincie hebben de jagers die de vergunning uitvoeren aangegeven dat ze met de voorwaarden uit de voeten kunnen. 

Reactie provincie Utrecht

Ook probleemwolf Bram (‘GW3237m’) werd vaak gezien toen de vergunning werd aangevraagd. Volgens de provincie was de verspreiding van Bram en zijn roedel toen ‘zeer beperkt’. “Later in het wolvenseizoen vertonen wolven meer verspreid gedrag.”

Dat er strenge voorwaarden aan de vergunning zijn verbonden, is omdat het afschot zorgvuldig en veilig moet plaatsvinden. “Deze voorwaarden zijn met de vergunninghouder besproken, uitvoerbaar bevonden en nodig om het besluit juridisch houdbaar te krijgen.”

Volledige gebiedsafsluitingen zijn volgens de provincie ‘erg verregaande maatregelen’. De provincie adviseert wel om de bossen tussen de A12 en de A28 – waar onder meer landgoed Den Treek ligt – te vermijden, omdat Bram nog steeds aanwezig is op de Utrechtse Heuvelrug.