Op 3 april debatteerde de Tweede Kamer dan eindelijk uitgebreid over de toekomst van zelfstandig ondernemerschap. Inzet van het debat was de terugdringing van schijnzelfstandigheid, nieuwe regels voor arbeidsrelaties (VBAR) en de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (BAZ) voor zzp’ers.
Enkele uren voorafgaand aan het debat dienden VVD, D66, CDA en SGP gezamenlijk een initiatiefwet in om de positie van zelfstandig ondernemers beter te borgen. Omdat het voorstel kort voor het debat verscheen, hadden veel Kamerleden het niet (geheel) kunnen lezen. Met als gevolg dat er de nodige discussie ontstond over het belang en de bedoeling ervan, maar een inhoudelijke behandeling niet mogelijk was.
Verschillende wetsvoorstellen
Nadat alle commissieleden en bewindspersonen hun inbreng en reacties op elkaar en beide wetsvoorstellen hadden gegeven, kunnen we eigenlijk alleen maar constateren dat er nu twee wetsvoorstellen zijn die naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Er zijn duidelijk verschillende uitgangspunten. De aangepaste VBAR zal gebaseerd zijn op de behoefte aan bescherming aan de basis van de arbeidsmarkt en gaat uit van; “je bent werknemer, tenzij….”. Het voorstel van de Tweede Kamer daarentegen poogt de vrijheid van echt ondernemerschap te borgen, door uit te gaan van: “je bent ondernemer, tenzij..”.
Reactie Vereniging ZZP Nederland
Voorzitter Frank Alfrink van Vereniging ZZP Nederland: “Als je bescherming wilt bieden aan de basis van de arbeidsmarkt én aan de vrijheid van echt ondernemerschap, dan vinden wij het wetsvoorzetel van de Tweede Kamer in combinatie met het deel Rechtsvermoeden uit de VBAR, de beste oplossing”.
Vereniging Zelfstandigen Nederland
Koepelvereniging VZN ziet ook geen heil in de conceptwet VBAR als oplossing voor de ontstane situatie. VZN-voorzitter Cristel van de Ven: “De VBAR gaat geen verduidelijking brengen”. De initiatiefwet die nu door vier partijen geschreven is, gaat VZN met interesse bestuderen.
Van de Ven: “De eerste berichten hierover stemmen hoopvol. Zo krijgen de wil der partijen en persoonlijk ondernemerschap een prominentere plek in de beoogde wetgeving. Ook worden uitvoerbare toetsen voorgesteld, die opdrachtgevers en zzp’ers voldoende duidelijkheid vooraf kunnen geven over het werken met en als zelfstandige”.