De inflatie in Nederland daalde in juni 2025 naar 3,1 procent, tegenover 3,3 procent in mei.
Op Europees niveau steeg de inflatie licht naar 2,0 procent, waardoor Nederland boven het eurozonegemiddelde blijft.
Prijzen voor tabak stabiliseerden, terwijl voeding en diensten zorgen voor aanhoudende druk op het prijspeil.
In juni 2025 lagen de consumentenprijzen in Nederland gemiddeld 3,1 procent hoger dan een jaar eerder, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarmee is de inflatie iets gedaald ten opzichte van mei (3,3 procent). Deze afname is in lijn met de eerder gepubliceerde snelle raming.
De prijsontwikkeling bleef tussen mei en juni nagenoeg stabiel, wat wijst op een tijdelijke afvlakking.
Hoewel de inflatie op maandbasis vlak bleef, zijn voeding en energie nog altijd grote aanjagers van de prijsstijgingen.
In juni leverden huisvesting, water en energie een bijdrage van 1,23 procentpunt aan de totale inflatie. Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken droegen 0,52 procentpunt bij.
Waar de inflatie in Nederland in juni uitkwam op 2,8 procent, kwam deze in de eurozone op slechts 2,0 procent, wel iets hoger dan eerder. Met name de prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak stegen in Nederland sterker dan gemiddeld in de eurozone (4,6 procent vs. 3,1 procent). Ook diensten waren in Nederland duurder (3,9 procent vs. 3,3 procent).
De invloed van inflatie op renteniveau’s
Opvallend is het verschil in energieprijsontwikkeling. In de eurozone daalden de energieprijzen in juni met 2,7 procent op jaarbasis, terwijl deze in Nederland licht stegen met 0,5 procent. Deze discrepantie speelt al langer en vergroot het inflatieverschil tussen Nederland en de rest van de muntunie.
Een hoge inflatie leidt doorgaans tot hogere rentes, omdat de Europese Centrale Bank (ECB) dan ingrijpt om de prijsstijgingen te beteugelen door lenen duurder te maken en de bestedingen te remmen.
Bij lage inflatie gebeurt het tegenovergestelde: de ECB verlaagt juist de rente om de economie te stimuleren en zo de inflatie richting de doelstelling van 2 procent te brengen. De renteontwikkeling hangt dus sterk samen met de inflatieverwachtingen op de middellange termijn.
Vooralsnog blijft de inflatie dus op het Europese streefcijfer van 2 procent, wat de wegvrij laat voor verdere verlagingen later in het jaar.