Achtergrond

Het nieuwe artikel 4, §1, 5° van de Opvangwet, in werking sinds 4 augustus 2025, maakt het mogelijk dat Fedasil verzoekers met internationale bescherming in een andere EU-lidstaat uitsluit van opvang. Voor bepaalde zeer kwetsbare profielen past Fedasil die uitsluitingsgrond niet toe. De loutere aanwezigheid van minderjarige kinderen beschouwt Fedasil echter niet als ‘voldoende kwetsbaarheid’. Daardoor krijgen naast alleenstaande mannen ook vrouwen en gezinnen met kinderen een no show-beslissing. 

Verschillende betrokkenen dienden beroep in bij de Franstalige en Nederlandstalige arbeidsrechtbank van Brussel bij eenzijdig verzoekschrift of in kort geding. De voorlopige uitspraken van de beide rechtsinstanties verschillen enigszins. Het gaat om voorlopige uitspraken, er werd nog geen vonnis ten gronde uitgesproken. 

Franstalige Arbeidsrechtbank Brussel: Fedasil moet rekening houden met effectiviteit bescherming in andere lidstaat

In een zaak van een Afghaans gezin met drie minderjarige kinderen met bescherming in Griekenland, dat op basis van artikel 4, § 1, 5° van de Opvangwet door Fedasil werd uitgesloten van opvang, besliste de voorzitter van de Franstalige Arbeidsrechtbank op 21 augustus 2025 bij beschikking op eenzijdig verzoekschrift dat Fedasil het gezin moest opvangen. Fedasil stelde derdenverzet in tegen deze beslissing. In de beschikking van 9 oktober 2025, gewezen op derdenverzet, bevestigde de voorzitter de beslissing. 

De rechtbank stelde vast dat:

de beslissing geen bewijs bevatte van het beschermingsstatuut in Griekenland.Fedasil bij een beslissing over beperking of intrekking van materiële hulp de individuele situatie van de familie moet onderzoeken, inclusief huisvesting, voeding, toegang tot gezondheidszorg en juridische hulp.dit onderzoek ook de effectiviteit van de bescherming in de andere lidstaat moet omvatten. Wat Griekenland betreft, leidt de rechtbank uit verschillende bronnen af dat het internationaal beschermingsstatuut in Griekenland geen garantie biedt op toegang tot rechten.

De rechtbank concludeerde dat de beslissing van Fedasil hierover niets vermeldt, en dat niet was nagegaan of de familie ondanks de beslissing een waardige levensstandaard kon behouden. Het derdenverzet werd ongegrond verklaard en Fedasil werd veroordeeld tot opvang van het gezin.

Een vergelijkbare uitspraak werd op 21 augustus 2025 genomen voor een alleenstaande man met internationale bescherming in Griekenland, waarvoor geen specifieke kwetsbaarheden werden aangehaald.

Nederlandstalige Arbeidsrechtbank Brussel: beslissing Fedasil moet rekening houden met kwetsbaarheden verzoekers

In een aantal beschikkingen in gelijkaardige zaken vereiste de voorzitter van de Nederlandstalige Arbeidsrechtbank in Brussel niet dat Fedasil de effectiviteit van de bescherming in de andere EU-lidstaat nagaat. Wel vereist de rechtbank dat rekening wordt gehouden met de individuele situatie van de betrokkene(n), en met name met diens kwetsbaarheden. In een beschikking in kort geding van 2 september 2025, die een familie met twee meerderjarige kinderen betrof, oordeelde de voorzitter dat de kwetsbaarheid van de betrokkenen niet werd aangetoond en dat de beperking van de materiële hulp op grond van artikel 4, §1, 5° Opvangwet op het eerste gezicht naar recht verantwoord was. Een beroep tegen deze beslissing is momenteel aanhangig bij het Arbeidshof.

Een beschikking van 7 oktober 2025 betrof een alleenstaande vrouw die op basis van medische attesten een duidelijke medische kwetsbaarheid vertoonde. De voorzitter stelt vast dat de beslissing van Fedasil hierover niets bevat, in weerwil van artikel 4, §3 Opvangwet. De rechtbank veroordeelt Fedasil om de vrouw volledige materiële opvang te verlenen.