NOS | Yvonne Witte
NOS Nieuws•vandaag, 10:13
Afgelopen maand werd het dagelijks leven vooral duurder door benzine, de hoge prijs van vlees en de verhuur van vakantiehuisjes. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Benzine en bungalows
In september waren motorbrandstoffen 3,6 procent duurder dan in dezelfde maand van 2024. Met name benzine is een belangrijke aanjager van de inflatie. In augustus lagen de benzineprijzen juist wat lager dan een jaar ervoor.
De prijs voor het huren van een vakantiehuisje is ook gestegen. Volgens het CBS heeft dat een eenmalig effect. Dat was in augustus ook al te zien, maar in september duwt dit de inflatie extra omhoog omdat veel Nederlanders dan een bungalow boeken.
“Bungalowparken zijn kennelijk wat populairder, waardoor je er wat meer voor moet betalen,” zegt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS. Volgens van Mulligen zegt dit ook dat we kennelijk best wat te besteden hebben: “De lonen stijgen en de koopkrachtcijfers zitten in de lift.”
Rundvlees
Toch blijven ook veel dagelijkse boodschappen in prijs stijgen. “Niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van Europa”, zegt Van Mulligen.
Met name vlees blijft maar duurder worden. Rund- en kalfsvlees springt er uit in de cijfers. Daar betaal je namelijk 34 procent meer voor dan een jaar geleden. De prijs van rund stijgt al langer. Het heeft vooral te maken met de afname van het aantal koeien.
Ook varkensvlees (+5,5 procent) en kip (+ 4 procent) zijn in prijs gestegen.
Overheidsuitgaven
De Nederlandse inflatie ligt al een tijd boven het Europese gemiddelde. Omdat Europa-breed de inflatie enigszins beteugeld lijkt, durft de Europese Centrale Bank het aan de rente wat te laten zakken. Voor Nederland schuilt daar juist een gevaar in: goedkoop lenen kan de inflatie verder aanwakkeren.
Omdat dat te voorkomen moet Nederland vooral naar zichzelf kijken, zegt Van Mulligen. “Het zijn vooral binnenlandse oorzaken. Veel economen geven aan dat het helpt als de overheid wat minder zou uitgeven. Dat zorgt ervoor dat er ook wat minder vraag is naar bepaalde goederen en diensten.”