AFPCommissievoorzitter Von der Leyen op een AI-top in Parijs in februari

De Europese Commissie presenteert morgen een nieuw plan om een inhaalslag te kunnen maken op het gebied van kunstmatige intelligentie. Europese overheden en bedrijven zijn momenteel te afhankelijk van AI-technologie uit de Verenigde Staten en China, vindt de Commissie. Maar om op hetzelfde niveau te komen als de buitenlandse concurrenten is nog veel nodig. Want het enige waarin Europa nu voorop loopt, is regelgeving, zeggen experts.

Details over het plan, genaamd Apply AI strategy, zijn nog niet openbaar, maar de Financial Times heeft een conceptversie ingezien. De krant schrijft dat het initiatief de Europese concurrentiepositie op AI-gebied moet versterken. De Commissie hoopt dat sectoren als de gezondheidszorg, defensie en de maak-industrie met behulp van investeringen meer gebruik zullen gaan maken van AI. En wel met technologie die in Europa zelf is ontwikkeld.

Het initiatief maakt deel uit van een groter Europees AI-plan dat begin dit jaar is aangekondigd en waarmee investeringen ter waarde van 200 miljard euro zijn gemoeid. Voor deze stap trekt de Commissie 1 miljard euro uit. Daarmee moeten Europese overheden AI-startups helpen groeien, maar ook hun eigen gebruik van AI-toepassingen versnellen.

Deborah Nas, hoogleraar technologie en innovatie aan de TU Delft, ziet het Europese initiatief als een signaal dat “Europa is wakker geworden”. “Maar in een internationale context is 1 miljard euro een druppel op de gloeiende plaat.”

Modellen van eigen bodem

Een belangrijk onderdeel van het plan is dat de AI-modellen van Europese bodem moeten komen, “maar dan moet je die modellen wel hebben”, zegt Nas. “Daar zijn we eigenlijk nog niet klaar voor.”

Als voorbeeld noemt de hoogleraar het Franse bedrijf Mistral AI, dat wordt gezien als hét Europese alternatief voor het Amerikaanse AI-model ChatGPT. “Mistral is onze sterspeler in Europa en is nu 12 miljard euro waard. Ter vergelijking: OpenAI, het bedrijf achter ChatGPT, is 500 miljard euro waard.”

Een sterke AI-industrie is niet alleen belangrijk om productiviteitwinst te behalen, maar het is ook van groot strategisch belang, zegt Nas. “Kijk naar de Europese auto-industrie. Die was altijd heel sterk, maar heeft grote moeite met het bijbenen van digitale technologische ontwikkelingen.” Voor die digitale toepassingen in auto’s is de industrie sterk afhankelijk van de VS en China. “In het ergste geval zouden die landen bij een handelsconflict of oorlog die technologie kunnen uitzetten. Dan kunnen we onze auto’s niet meer gebruiken.”

Nederlandse AI

In Nederland werkt onderzoeksinstituut TNO, samen met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en ict-coöperatie SURF, aan een eigen AI-taalmodel: GPT-NL. Het ministerie van Economische Zaken stelt 13,5 miljoen euro beschikbaar voor de ontwikkeling van het model.

“Het is ongelofelijk belangrijk dat we hier eigen alternatieven ontwikkelen zonder dat we de wet overtreden”, zegt Saskia Lensink van TNO. Met dat laatste bedoelt ze dat GPT-NL alleen data in het model stopt waar het wettelijk gebruik van mag maken. “We hebben heel streng gekeken: welke data is van hoge kwaliteit? Welke data schendt geen copyright?”

Volgens hoogleraar Nas is het aan de ene kant goed dat Europese bedrijven dit soort strenge regels hanteren, maar staat dat innovatie ook in de weg. “Gesimplificeerd gezegd: Amerika loopt voorop in het gebruik van commerciële AI, China loopt voorop in het aantal patenten en publicaties en Europa loopt voorop in regelgeving.”

“Als burger ben ik blij dat ik in Europa woon, waar privacy en mensenrechten hoog in het vaandel staan. Maar vanuit innovatie-perspectief maak ik me ernstige zorgen over de langetermijneffecten die deze regels kunnen hebben op onze economie en concurrentiekracht.”

‘Race naar superintelligentie’

Nas zegt tegelijkertijd dat Europese politici en bedrijven zich niet te veel moeten laten meeslepen in de “race naar superintelligentie”. Oftewel: AI-modellen ontwikkelen die alles kunnen. Volgens de hoogleraar zou het beter zijn om te focussen op specifieke toepassingen in specifieke sectoren. “Dat noemen we nauwe toepassingen. Dat is een AI-systeem dat íets heel goed kan, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, maar die niet per se superintelligentie nastreeft.”