Regie: Joachim Rønning | Scenario: David DiGilio, Jesse Wigutow | Cast:, Greta Lee (Eve Kim), Evan Peters (Julian Dillinger), Jared Leto (Ares), Gillian Anderson (Elisabeth Dillinger), Jodie Turner-Smith (Athena), Jeff Bridges (Kevin Flynn) e.a. | Speelduur: 119 minuten | Jaar: 2025
Tron was in 1982 een revolutionaire film op het gebied van computeranimatie en de integratie van live-action in een digitale omgeving. De cultklassieker bezorgde ons iconische lightcycle-races en arenagevechten met pulserende frisbees die nog altijd in het geheugen gegrift staan.
Dat geldt veel minder voor de lauw ontvangen sequel uit 2010. Ironisch genoeg zorgde de technologische vooruitgang die films zoals Tron juist inluidden ervoor dat Tron: Legacy oogde als dertien-in-een-dozijn. CGI was inmiddels gemeengoed en in talloze films al beter uitgevoerd. Vooral de digitale verjonging van Jeff Bridges als Kevin Flynn zag er onbeholpen uit: het personage had een hoog ‘uncanny valley’-gehalte en kwam nooit tot leven als mens van vlees en bloed.
Biedt de tweede sequel, Tron:Ares, wél een meeslepende, onderdompelende filmervaring? Het antwoord is een voorzichtig ‘ja’. Tron:Ares ziet er prima uit en bevat flitsende CGI-actiescènes die zich kunnen meten met de meeste hedendaagse blockbusters. Voor een productie van honderdvijftig miljoen die zich deels in de digitale wereld afspeelt, is Tron:Ares een overtuigend schouwspel.
Toch draait onderdompeling niet alleen om fraaie beelden; een sterk verhaal is minstens zo belangrijk. Tron: Ares presenteert een variatie op het thema van Pinokkio en Frankenstein (waar de film ook expliciet naar verwijst), maar dan in een digitale toekomst. Flynns bedrijf Encom, nu onder leiding van de jonge Eve Kim, is verwikkeld in een concurrentiestrijd met Dillinger Systems van Julian, de kleinzoon van de schurk uit het originele Tron. Beide bedrijven willen als eerste virtuele personen manifesteren in de echte wereld. Eenvoudiger gezegd: ze werken allebei aan een 3D-printer voor levende wezens.
Encom wil medicijnen en sinaasappelboompjes produceren, maar de kwaadaardige Dillinger richt zich op de industrie die vrijwel elke technologische sprong drijft: wapens! Hij presenteert zijn investeerders een geavanceerde tank én de soldaat van de toekomst: Ares. In de echte wereld heeft het prototype echter een levensduur van slechts negenentwintig minuten voordat hij uiteenvalt in enen en nullen. Niet bepaald praktisch op het slagveld.
Julian en Eve zoeken daarom naarstig naar de ‘permanentiecode’, een digitale sequentie die de geprinte objecten tijdsbestendig maakt. Ondertussen ontwikkelt Ares zelf – je raadt het al – de wil om een echt mens te worden, vrij van touwtjes en meesters. Als een moderne Roy Batty verlangt hij naar een volwaardig, menswaardig, langdurig bestaan. Die permanentiecode is voor hem letterlijk van levensbelang.
In Tron: Legacy maakte Olivia Wildes personage al de overstap van de Grid naar de echte wereld, maar nu is het de beurt aan Ares en zijn digitale vrienden en vijanden. Daardoor speelt dit deel zich meer dan de voorgaande films buiten de computersimulaties af. De filmmakers schieten zichzelf daarmee in de voet, want de kracht van deze franchise ligt juist in het tonen van de wereld van bits en bytes. Lang vóór Jumanji (reboot), Ready Player One en A Minecraft Movie nam Tron ons mee op de avonturen van de entiteiten binnenin onze computer.
Elke keer dat die wezens de digitale wereld verlaten, verandert Tron:Ares in een vrij doorsnee sciencefictionfilm. Een modern samenraapsel van Terminator 2: Judgment Day, Blade Runner en Ghost in the Shell. Hoewel dat enkele spetterende actiescènes oplevert (lightcycles in de echte stad), had het beter gewerkt als de nadruk was blijven liggen op de strijd van computerprogramma’s binnen de Grid. Het verhaal van de artificiële creatie die leert wat het is om mens te zijn, hebben we nu wel vaak genoeg gezien. Dat is niet waar Tron (het titelpersonage ontbreekt trouwens volledig) voor staat.
Jared Leto is medeproducent van Tron: Ares en gunt zichzelf meteen de titelrol. Zijn verschijning doet het doorgaans matig aan de box-office, maar de rol van tot leven gewekt computerprogramma past hem goed en is wellicht voor herhaling vatbaar, of het nou digitaal is of geprint.