Documentaires
Hayao Miyazaki and the Heron.Regie: Kaku Arakawa. 120 min.
Miyazaki: Spirit of Nature. Regie: Léo Davir. 83 min.
Het jochie Mahito riekt naar de dood, vindt schipper Kiriko in The Boy and the Heron. Geen wonder: Mahito is het alter ego van de 84-jarige Hayao Miyazaki, de aartsvader van de Japanse animatiestudio Ghibli die vorig jaar zijn tweede Oscar won door opnieuw in zijn eigen kindertijd af te dalen. In The Boy and the Heron komt alles weer langs: de langdurig afwezige, doodzieke moeder, het Amerikaanse bombardement, vaders fabriek voor vliegtuigonderdelen. Waarna wij met Mahito op expeditie gaan in een zeewereld op de rand van een apocalyps. Het blijkt een dodenrijk te zijn vol reïncarnerende zielen: snoezige ballonwezens, ofwel warawara. Daar treft Mahito naast zijn eigen moeder ook de overleden oude garde van studio Ghibli. Zo is de stoere schipper Kikiro eigenlijk animator Michiyo Yasuda (‘Yacchin’), in 2016 overleden aan kanker.
Dat blijkt uit de documentaire Hayao Miyazaki and the Heron, een must voor Ghibli-fanaten en één van de twee Miyazaki-documentaires die nu in de bioscoop te zien zijn. De tweede – Miyazaki: Spirit of Nature – is een brede inleiding in het werk van de Japanse animator wiens dromerige ecofabels de wereld veroverden. Veel van die meesterwerken zijn nu even terug op het witte doek, want studio Ghibli bestaat veertig jaar. Je kan ze ook thuis bekijken: Netflix streamt vrijwel de gehele catalogus.
Miyazaki richtte Ghibli op met zijn frenemy Isao Takahata, onder wie hij werkte bij de televisie en als marxistische vakbondsactivist. Producer Toshio Suzuki, een sluw observerend oliemannetje, completeerde het triumviraat dat Ghibli – met Pixar – tot de meest invloedrijke animatiestudio van de 21ste eeuw maakte.
In het dodenrijk
Hayao Miyazaki and the Heron volgt zeven jaar lang de stroeve, gepijnigde Miyazaki tijdens het maken van zijn vermoedelijk laatste speelfilm. Al weet je dat nooit: sinds Spirited Away in 2001, zijn eerste Oscar, ging hij al zo vaak met pensioen, om steeds de tekenpen weer op te pakken. Als laatste terugblik zou The Boy and the Heron wel een elegante finale zijn, zoiets als David Bowie’s Lazarus-project.
In de documentaire zien we hoe de bejaarde Miyazaki telkens nieuwe vrienden ontvallen. Zo is het om tachtiger te zijn; hij zucht, snikt, bezoekt uitvaarten. Het slechte nieuws helpt Miyazaki op perverse wijze in zijn werk, vermoedt producer Suzuki. „Hij werkt op adrenaline, de schokken van het verlies houden hem gaande.”

Zoom in
Suzuki zelf maakt in The Boy and the Heron zijn opwachting als de reiger (heron): een komisch onbetrouwbare praatjesmaker, veelvraat en metgezel voor de jonge Mahito in zijn reis door het dodenrijk. Het einddoel is de ‘oudoom’ die de onderwereld ooit bedacht; hij blijkt het alter ego van Isao Takahata te zijn. ‘Pak-san’, die in 2018 overleed en wiens geest tijdens het maken van de film in Miyazaki’s dromen én studio rondspookt, waar hij vlakgummetjes zoek maakt. „Sorry Pak-san, ik leef nog en rook een sigaret”, horen we Miyazaki op zeker moment fluisteren. Waarom sorry? „Hij is vast jaloers dat ik nog leef.”
Miyazaki had een haat-liefdeverhouding met Takahata, zijn mentor én rivaal die zelf Ghibli-meesterwerken als The Tale of Princess Kaguya (2013) regisseerde. Miyazaki smachtte naar goedkeuring van de barse Takahata. In een oude opname zien we hem vollopen als Takahata zegt meer films van hem te willen zien. „Meen je dat nou echt?”
We zien maestro Miyazaki op Takahata’s begrafenis snikkend zeggen dat hij nooit vergeet wat Takahata hem vertelde bij hun eerste ontmoeting in de regen, bij die bushalte. Dat is vermoedelijk een hersenspinsel, commenteert producer Suzuki: Miyazaki projecteert een fameuze ontmoeting uit My Neighbor Totoro op zijn eigen leven. Dat is voor hem niet ongewoon: het membraan tussen fantasie en realiteit is bij Miyazaki flinterdun. Zijn films zijn voor hem echter dan zijn leven.
Magische werelden
Gaat het geduldig observerende Hayao Miyazaki and the Heron in de diepte, documentaire Miyazaki: Spirit of Nature doet het voor de hand liggende: experts vertellen over zijn „magische werelden met vindingrijke kinderen en wouden vol fabeldieren”, over zijn ecologische pacifisme en animisme, over zijn afkeer van technologie, oorlog en ongebreideld consumentisme. Dat bij Miyazaki de apocalyps altijd om de hoek ligt en soms – denk aan de vrolijke zondvloed in kinderfilm Ponyo – wenselijk is. Is de aarde niet beter af zonder ons?

Zoom in
Een inleiding die op zevenmijlslaarzen door de geschiedenis van Ghibli banjert. Hoe Miyazaki zich na zijn geflopte speelfilmdebuut Castle of Cagliostro in 1979 terugtrekt op manga en dan een tweede kans krijgt om zijn populaire postapocalyptische strip Nausicaä te verfilmen. Hoe het succes Nausicaä of the Valley of the Wind de basis legt voor studio Ghibli, die tot in de 21ste eeuw een wankel bestaan leidt: het staat of valt met het succes van zijn laatste film.
Niet ter sprake komt de bijna-ondergang van Ghibli in 1988, als Ghibli twee prachtige, maar volstrekt detonerende films uitbrengt als ‘double bill’: Miyazaki’s hartverwarmende My Neighbor Totoro en Takahata’s grimmige, ontroerende Grave of the Fireflies. Meesterwerken die elkaar ondergraven, maar Ghibli overleeft wonderbaarlijk via merchandise: Totoro-poppen blijken als summum van kawaii (schattigheid) niet aan te slepen. Pas na de monsterhits Princess Mononoke (1998, 9 miljoen bezoekers in Japan alleen) en Spirited Away (2001, 14 miljoen) hoeft Ghibli niet langer voor zijn voortbestaan te vrezen. Het wordt een Japanse, daarna mondiale cultus, met een Ghibli-museum en een Ghibli-park. Miyazaki’s vermogen wordt nu geraamd op zo’n 50 miljoen dollar.
Straffe kost
Hayao Miyazaki and the Heron is straffe, zelfs stroeve kost. We zien Hayao Miyazaki twee uur in zijn werkroutine, kribbig en kritisch, mopperend en monkelend, omringd door medewerkers die het allemaal al eerder meemaakten. Miyazaki tekent. Rookt. Zet thee. Doet dutjes. Trakteert een kleuterklas op jelly beans: een spoedinfuus onschuld voor een vriendelijke, afwezige opa. Hij worstelt met zijn film The Boy and the Heron, lijdt aan slapeloosheid. „Mijn films grijpen me in mijn nekvel”, klaagt hij. „Ik kan niet aan ze ontsnappen.”

Zoom in
Zo ontstond elke Miyazaki-film. Niet via de strakke planning die elders in animatie gangbaar is: concept, treatment, script, storyboard. Bij Miyazaki rommelt dat door elkaar. Alles draait om hem: bij het maken van Ponyo werkte hij handmatig 80.000 van de 100.000 frames bij. Filmen is voor hem volledige toewijding; workaholic Miyazaki belijdt zijn spijt jegens zijn, ook nu weer onzichtbare, echtgenote en beide zonen. Met name de getalenteerde architect en regisseur Gorô, die hij publiekelijk vernederde en jarenlang niet sprak. Ook dat gevoel verwerkte hij in een film, zo blijkt: Ponyo.
Alles is persoonlijk, bij elke film kraakt Miyazaki „zijn hersenpan open en duikt in zijn onderbewustzijn”, zegt hij. Zonder uitputting, pijn en stress, bloed zweet en tranen, eindig je in middelmaat. En daarop zal je Miyazaki niet betrappen. Hayao Miyazaki and the Heron is een veeleisend monument voor een gekwelde maestro.
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.