Aan de buitenkant van bedrijfspand langs de Noordelijke Rondweg in Breda steken drie grote stalen kweekvaten boven het dak uit. Binnen staan oorverdovende machines die centrifugeren, drogen, hakken en malen. Stofjas, schoenen met stalen neuzen, helm en oordoppen verplicht. The Protein Brewery ziet eruit als een fabriek – het ís een fabriek, in een pand dat ook een autoshowroom had kunnen zijn.

500.000 kilo eiwitpoeder per jaar kan The Protein Brewery hier maken, maar het moet veel meer worden. Hoe Thijs Bosch (42) het in de toekomst ziet: een grote installatie naast een suikerfabriek met een pijp ertussen: de resten van de suikerbieten gaan rechtstreeks de proteïnebrouwerij in en komen er aan de andere kant weer uit als eiwitpoeder. Naast een patatfabriek kan ook, maar in elk geval op industriële schaal, met grondstoffen naast de deur. Niet hier, maar in Groningen bijvoorbeeld, of Polen. Waar maar koolhydraatrijke reststromen zijn, en ruimte is.

Bosch, econoom van huis uit, is bijna een halfjaar directeur van The Protein Brewery, een bedrijf dat eiwit maakt met behulp van fermentatie: met schimmels in een kweekvat die groeien op alles waar suiker in zit. Met de 30 miljoen euro die het bedrijf dit jaar in zijn tweede financieringsronde ophaalde, moet het laten zien dat het tegen concurrerende prijzen genoeg Fermotein kan produceren om grote levensmiddelenfabrikanten te beleveren. Die kunnen op hun beurt het meelachtige poeder gebruiken om ‘lege’ calorieën in koekjes bijvoorbeeld te vervangen door een ingrediënt met meer voedingswaarde.

In Singapore is het gepatenteerde Fermotein al toegelaten. „Een heel interessante testmarkt”, zegt Bosch. „Consumenten zijn er erg bezig met gezonde voeding en ze staan open voor nieuwe technologieën.” In de VS mag Fermotein ook al worden verkocht, maar pas als de federale voedselautoriteit een stempel heeft gegeven, zullen voedselmultinationals als Mondelez, Kraft Heinz en Nestle klant willen worden. Als komend jaar de Europese goedkeuring komt, mag het ingrediënt ook hier de markt op.

Vleesgeworden eiwittransitie

Je zou Thijs Bosch de vleesgeworden eiwittransitie kunnen noemen. Bij Fonterra, een zuivelbedrijf, leidde hij de Europese divisie die ingrediënten maakte uit wei-eiwit – in een tijd dat wei als restproduct van het kaasmaken nog naar de varkens ging. Geleidelijk, met de fitnesshype, werd wei-eiwit voor sportvoeding ongeveer net zoveel waard als kaas. En op enig moment kon de kaasproductie de vraag naar eiwit voor sporters, baby’s en medische voeding niet meer bijhouden.

Bosch realiseerde zich dat de groei in zuivel in Europa beperkt is. „Er komen gewoon geen melkkoeien meer bij.” Als je dat al zou willen. „Het is zó oneconomisch om soja uit Brazilië te halen, dat in een koe te stoppen en daar dan melk of een klein stukje vlees uit te halen.”

We lopen tegen de grenzen van de groei aan, zag Bosch. „Zelf was ik er ook mee bezig, ik eet al heel lang geen vlees meer. Ik dacht: zit er niet meer potentie in plantaardige eiwitten, ook financieel?”

Directeur Thijs Bosch: „Zelf was ik ook bezig met de grenzen van de groei, ik eet al heel lang geen vlees meer.”

Foto Joost Rutten

Zoom in

Bij een zuivelbedrijf, waar melkveehouders de aandeelhouders zijn, was dat „ingewikkeld”. Hij stapte over naar Cosun, van oudsher een coöporatie van suikerbietentelers, waar hij de ontwikkeling van eiwit uit veldbonen verder hielp. En vandaaruit investeerde hij in Revyve, een start-up die ei-vervangers maakt met eiwit uit gist. Bosch kreeg de smaak van het ondernemen te pakken. „En toen belde The Protein Brewery.”

Thijs Bosch werd directeur op een moment dat investeerders, net als in de hele sector, niet meer met een zak geld voor de deur lagen. Veel geld is de afgelopen jaren verdampt bij bedrijven die de stap van een briljante vondst naar grootschalige, kostencompetitieve productie niet konden maken. „De hype is ingehaald door de realiteit.”

Zijn taak is om te laten zien wat het bedrijf met het investeringsgeld gaat doen. „Ik ben geen fermentatie-expert, maar wat ik wel kan is opschalen, goede toepassingen ontwikkelen en daar de klanten bij vinden die er een goede prijs voor betalen.” Die applicatietechnologie – hoe maak je koekjes of een reep als er twintig procent Fermotein in zit –, dat is waar The Protein Brewery nu voornamelijk mee bezig is.

Bacteriën, schimmels en gisten

Het verhaal van de Protein Brewery lijkt op dat van andere bedrijven in deze jonge sector. De noodzaak: een te kleine planeet voor 9,6 miljard mensen in 2050 om de huidige vlees- en zuivelconsumptie vol te houden. Het doel: minder landgebruik, minder uitstoot van broeikasgassen, meer biodiversiteit, en gezond voedsel voor iedereen.

Ze werken met bacteriën, schimmels en gisten, en met bioreactoren ofwel kweekvaten, waarin deze micro-organismen suikers fermenteren (omzetten in eiwitmoleculen). Sommige start-ups wijden zich aan kweekvlees, andere aan kaas of aan eiwitpoeders als ingrediënt. En allemaal proberen ze zich te onderscheiden met iets unieks.

Op tafel, in een hoge witte ruimte grenzend aan de fabriekshal, staan potjes Fermotein-poeder in gebroken wit. „RAL 9010”, zegt Bosch, alsof het muurverf is. Het zal zo niet in potten of zakken in de winkel komen. Maar wat moeten mensen dan weten als het straks op een ingrediëntenlijst staat?

Dat het voor 50 procent uit eiwit bestaat, zegt Bosch, een compleet eiwit waarin alle negen aminozuren zitten die het lichaam nodig heeft. „Net zo goed als melk.” Dat er veel vitamines en mineralen in zitten. Maar vooral, en daarin is dit anders dan ander gefermenteerd eiwit: dat er 35 procent vezel in het poeder zit.

Fermotein-poeder, gemaakt uit gekweekte schimmels.

Zoom in

The Protein Brewery haalde dit jaar in zijn tweede financieringsronde 30 miljoen euro op.

Zoom in

Foto’s Joost Rutten

Je kunt je afvragen of klanten vezels willen zolang alles om eiwit lijkt te draaien. Bosch denkt van wel. Al wekt de overvloed van proteïne in de supermarkt een andere indruk, de meeste Nederlanders consumeren al meer dan genoeg eiwit. Tegelijkertijd eet bijna niemand genoeg vezels, terwijl die nu juist zo gezond zijn voor de darmen.

De laatste tijd, zegt Bosch, verschuift er iets. De vraag naar vezelrijke producten groeit. „Fibermaxxing is in opkomst.” En daar houdt het niet op: veel mensen willen voedsel dat nog veel méér voor je gezondheid belooft te doen, bijvoorbeeld met bioactieve stoffen die celveroudering zouden remmen. En dan moeten die producten ook nog ‘keto friendly’ (laag in koolhydraten) zijn, en ‘clean label’: geen ‘onnatuurlijke’ E-nummers en weinig ingrediënten, die bovendien minimaal bewerkt zijn.

Aan al die wensen tegemoetkomen en dan toch zeggen dat gefermenteerd eiwit geen onnatuurlijk astronautenvoer is. Hoe kan dat dan? „Wat we doen is niets anders dan een schimmel, Rhizomucor, laten groeien door hem suikers en wat stikstof te geven”, zegt Bosch. „We halen het eiwit er niet uit, de biomassa blijft helemaal intact. Het enige industriële is dat we de waterige massa door een zeef drukken en drogen.” Het resultaat is één ingrediënt met verschillende voedingsstoffen, waardoor levensmiddelenfabrikanten het lijstje op de achterkant van de verpakking kort kunnen houden.

Gezonde koekjes

Even een stap terug. Want is dit wat de mensheid nodig heeft? Een wereld waarin koekjes en repen doorgaan voor gezonde voeding? In de ogen van voedingsexperts is gezond eten geen optelsom van afzonderlijke stofjes. Of van één reep waar al die stofjes zijn ingestopt. Is het niet slimmer om gewoon wat minder vlees en kaas te eten, en wat meer groenten, fruit, volkorengranen, noten en peulvruchten?

Dat is absoluut een goed idee, beaamt Bosch. „En doen we dat? De meeste mensen niet, of niet elke dag.” En dan helpen dit soort innovaties, ziet de industrie, om voedzaam eten makkelijker te maken, met een heel lage ecologische voetafdruk. „Ook in gebieden waar weinig water of grond is – dus ook in Afrika en Azië.”

Onderschat niet hoe groot de groep zestigplussers nog wordt

Thijs Bosch
directeur The Protein Brewery

Landen waar mensen nu eiwittekorten hebben, zullen niet de eerste markten zijn waar The Protein Brewery voet aan de grond zet. Daarvoor is gefermenteerd eiwit nu nog te duur. Eerst zul je dit soort ingrediënten zien bij de duurdere A-merken in de supermarkt, verwacht Bosch. En of die proteïne-vezelkoekjes dan ook gekocht worden door de mensen die ze nodig hebben? „Onderschat niet hoe groot de groep zestigplussers nog wordt. Mensen die veelal wat te besteden hebben en zich bewust zijn van de risico’s van broze botten en spierverlies.”

Wie denkt dat de proteïnehype snel overwaait, vergist zich volgens Bosch. Supermarkten zoeken naarstig naar nieuwe eiwitten om een deel van het steeds duurdere vlees in hun worsten en hamburgers te vervangen, en hun producten concurrerend te houden. „En als er vogelgriep heerst en de eierprijzen gaan door het dak, dan helpt dat ook om het bewustzijn bij consumenten te vergroten. Je kunt niet afhankelijk blijven van wat je had, we hebben alternatieven nodig.”

Hobbels voor hightech eiwit

Wat zit alternatieve eiwitbedrijven het meest dwars? In Amsterdam bespraken start-ups, investeerders en ambtenaren donderdag hoe Nederland voorop kan lopen in ‘cellulaire agricultuur’: de verzamelterm voor alternatieve eiwitten zoals kweekvlees en gefermenteerd eiwit.

Om ‘novel food’ te mogen verkopen, eten dat voor 1997 niet werd gegeten in de EU, moet de Europese voedselautoriteit oordelen dat het veilig en voedzaam is. Dat proces duurt in de EU langer dan in de VS of Singapore. Als bedrijven vijf tot zeven jaar moeten wachten, schrikt dat investeerders af, of start-ups gaan naar de VS, klonk het.

Maar groen licht in Europa is tegelijk een gouden ticket. Als een nieuw product na zo’n doorwrochte procedure op de markt mag, wordt het wereldwijd gezien als veilig. Dan gaan aanvragen buiten Europa waarschijnlijk snel.

Niet wet- en regelgeving, maar een afwachtende markt is de grootste barrière, werd ook gezegd. Om eiwit uit de bioreactor (als ingrediënt of voor vlees of kaas) op de markt te krijgen, moeten grote levensmiddelenfabrikanten het afnemen en gaan verkopen. Start-ups hebben die betrokkenheid nodig om hun product op de markt te brengen.

Politiek ligt met name kweekvlees ook nog gevoelig. Italië is een van de landen die al hebben gezegd het te verbieden, om culinaire tradities te beschermen. De vleesindustrie lobbyt in de EU tegen alle alternatieven. Afgelopen week stemde de Europese Commissie voor een verbod op woorden als worst en burger voor vleesvervangers.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.