Daar zijn ze weer: de meesters van de mistroostige melodieën. Het is alweer vijf jaar geleden dat de band ons midden in miserabele tijden troost bood met Obsidian. Dat het warme geluid van die plaat toen meer dan welkom was, is geweten. Jullie zetten de plaat keihard op nummer 1 van de ZM Jaarlijst 2020!

Nu is daar eindelijk opvolger Ascension en over hard gesproken… Na het – als verwacht – stemmige intro van openingstrack Serpent On The Cross stort Nick Holmes ons met klapperende stembanden de duistere diepten in geholpen door heuse thrashriffs. Die hadden we even niet zien aankomen. Heel anders is dat voor de uit duizenden herkenbare lange gitaarlijnen van Gregor Mackintosh die nog wat lucht lijken te geven. En hoewel ook die bruusk opzij worden gezet door een donderende riff steken ze doorheen het nummer stiekem en (gelukkig) meermaals de kop op. Ook dan is de verlichting echter maar tijdelijk want een gruntende Holmes maakt ons nog maar eens duidelijk: “The first chime is the last time your holy soul will rot!”. Een beestachtig (mooi) begin dat met zijn zes minuten eigenlijk nog best wat langer had mogen duren.

Voor de fans van de vorige plaat of een plaat als Icon is er overigens nog geen enkele reden om af te haken, want van de andere songs dobberen er genoeg in het gekende warme bad gevuld met gloedvol gitaarwerk en de troostrijke baritons. In die zin is Ascension toch een vorm van thuiskomen. Daarmee is niet gezegd dat de plaat een herhalingsoefening of ongeïnspireerd zou zijn. Meer nog dan op de vorige plaat spat de inspiratie juist van het gitaarwerk van Gregor af. In het interview dat wij in 2020 met hem hadden vertelde hij dat hij vooral houdt van gitaristen die “underplayen”. Nou, dat doet hij misschien in het aantal noten dat hij speelt (melodie voor snelheid) maar niet in de inzet van zijn gitaarwerk. Het blijft knap hoe gevoelvol hij eigenlijk (bijna) een heel album vol soleert (of vol leads zet, zo je wilt): over de riffs, onder de zang en altijd de song versterkend. Oh, en de inspiratie voor al die thema’s komt kennelijk heel eenvoudig: “gewoon” door verschillende melodieën mee te neuriën over de songs.

Maar we hadden het over een warm bad. Daarin hoort zeker de tweede track Tyrants Serenade thuis. In mineur stappen gitaar en drums voort, terwijl Nick in zijn cleane zang verhaalt dat het zo koud en eenzaam voelt. Daar ergens ver boven trekt en sleurt Gregor om de hoofdpersoon toch maar niet stil te laten vallen in de vrieskou. Het lijkt vergeefs. Ook songs als Silence Like The Grave en Sirens dobberen hier lekker rond. Wel met hun eigen eigenaardigheden uiteraard. In eerstgenoemde track lijkt Gregor in de solo zijn snaren iets verder te duwen dan gebruikelijk, bijna tegen het valse aan (ik moest gelijk denken aan Henk Westbroek die meer dan dertig jaar geleden zei erbij te blijven dat stemmen niet het sterkste punt van Paradise Lost was, maar dat is hier natuurlijk niet aan de hand). De tweede doet met de lichte Metallica-invloeden ietwat Icon-isch aan. Laat dat nu net de plaat zijn die de band een paar jaar terug opnieuw inspeelde. Daar lijkt men voor de nieuwe toch het een en ander van te hebben meegenomen. Het refrein lijkt het niveau van Icon overigens net niet te halen, maar de stuwende bas geeft een energie die dat gemakkelijk goed maakt.

Na al deze prima tracks maar eens een favoriet benoemen. Salvation valt net als de openingstrack wat zwaarder uit met een tempo van net niet omvallen, grunts en scherpe, soms zelfs wiebelige gitaarlijnen die aan de vroege geschiedenis (vooruit niet de allervroegste) geschiedenis van de band doen denken. Onbenaderbaar en ongrijpbaar stapt de verlossing steeds net even voor je uit. Fraai is echter vooral de snellere passage even over de helft. Ik zou er bijna geld op zou inzetten dat ik daar de maniakale stem van A.A. Nemtheanga van Primordial meeslepend hoor uithalen. Van gasten op de plaat heb ik echter nog niets gelezen. Hoe dan ook: kippenvel! En kom er dan ook gelijk maar in met die onvervalste heavymetalsolo en de ge(drie)dubbelde cleane vocalen van Nick.

Een vergelijkbare lichamelijke reactie volgt bij misschien wel de sterkste track van de plaat: Lay A Wreath Upon The World heeft een roerend refrein. De song begint echter bijna in “Hello darkness my old friend“-sferen fluisterend tot een sirene (dus ten minste één gastvocalist) ons een muzikale maalstroom van zwaardere drums en gitaren inlokt. Het is een teken voor Nick om (mogelijk ietwat geholpen door een computer) ook wat de hoogte in te gaan met zijn vocalen om in hetzelfde register te komen als de (opnieuw) sterke solo die uit de zes snaren vloeit.

Noemen we ook nog even Deceivers, dat met zijn drieënhalve minuut redelijk beknopt is. Die tijdsduur past prima bij de wat bozere punkteksten, net als de relatief eenvoudige riffs. Het is niet de sterkste track van de plaat maar ook hier is het genot om Gregor te horen zwoegen en voor de afwisseling kan de song natuurlijk geen kwaad. Echt geen kwaad kan Diluvium. Die song gaat in de riffs en in de drive in de stem van Nick wat richting Cathedral maar dan wel met die verdraaide meesleepgitaar. De brug en refrein hebben wat stadionallure en een rock-and-rollgitaartje past daar wel bij, moet Gregor hebben gedacht, zo vlak voordat de riff de boel weer richting verdoemenis trekt.

Het geluid (productie van de al veel, maar nooit te veel genoemde Gregor) zit ook weer helemaal goed. Je hoeft alleen maar even te luisteren hoe vet, massief en warm de openingsriff van de vierde track je speakers uitdruipt: heel even diende zich de naam Rammstein aan. Luister voor het contrast dan ook even naar het moment in Serpent On The Cross dat alles wegvalt behalve een kletterende bas. Gaaf gedaan! Nieuwe drummer Guido die met Gregg in het toch nog wel iets brutere Strigoi speelt, mag nu ook bij Paradise Lost rake klappen uitdelen. Hij timmert de boel functioneel en stevig aan de grond (hoor hem eens donderen in Sirens) en legt zo een stevig fundament waarop de anderen alle ruimte hebben om te schijnen.

Na het door Guido aangevuurde melodiesterke This Stark Town komt de uitgebreide versie met A Life Unknown tot een mooi einde. Nog eenmaal horen we warm snikkende gitaren, een sterke brug en (hier) zowaar een middenstuk dat zonder woorden een festivalweide vraagt om mee te klappen (naar wij aannemen met een grimmig/nors toekijkende Holmes). Het refrein heeft een bijpassende grandeur en nog een keer worden we om de oren geslagen met een solo. Wanneer die beetje bij beetje steeds meer het alomvattende niets induikt, rest niets dan eerbiedige stilte.

Een lang verhaal, maar de conclusie kan kort zijn: Paradise Lost stijgt op Ascension “gewoon” weer naar grote hoogten (jawel, hij maakt hem gewoon!)

Score:

86/100

Label:

Nuclear Blast Records, 2025

Tracklisting:

  1. Serpent On The Cross
  2. Tyrants Serenade
  3. Salvation
  4. Silence Like The Grave
  5. Lay A Wreath Upon The World
  6. Diluvium
  7. Savage Days
  8. Sirens
  9. Deceivers
  10. The Precipice
  11. This Stark Town (bonustrack)
  12. A Life Unknown (bonustrack)

Line-up:

  • Nick Holmes – Vocalen
  • Gregor Mackintosh – Gitaar
  • Aaron Aedy – Gitaar
  • Steve Edmondson – Basgitaar
  • Guido Montanarini – Drums

Links: