Met het overlijden van Bob Van Reeth verliest Vlaanderen niet alleen een toonaangevende architect, maar ook de man die als eerste Vlaamse Bouwmeester het belang van kwaliteit in onze gebouwde omgeving op de politieke agenda plaatste.
Van Reeths visie reikte verder dan iconische gebouwen als het huis Van Roosmalen of de Dossinkazerne. Hij geloofde dat architectuur meer is dan bouwen, dat ze vorm geeft aan hoe wij als samenleving samenleven.
Vlaanderen kent een eeuwenlange bouwtraditie. Van de gotische kathedralen tot de modernistische ontwerpen van de twintigste eeuw. Telkens hebben architecten onze identiteit mee bepaald.
Maar tegelijk kampen we met een erfenis die minder rooskleurig is: lintbebouwing, verkavelingen zonder visie en een woningbestand waarvan een derde dateert van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Gebouwen die vaak gebouwd zijn met materialen die vandaag letterlijk afbrokkelen.
Lakmoesproef
De uitdagingen voor morgen zijn nog groter. Tegen 2050 hebben we nood aan honderdduizenden bijkomende woningen en tegelijk moeten we onze open ruimte vrijwaren. Verdichting kan en is nodig, maar enkel als ze samengaat met kwaliteit.
Daarnaast stelt zich de vraag hoe we balanceren tussen erfgoed en vernieuwing. Historische stadscentra vragen om respect maar ook om lef. Innovatieve renovatietechnieken en functiemenging kunnen oude sites nieuw leven inblazen.
Slopen is duur en ecologisch vaak onverantwoord, terwijl renoveren creativiteit en samenwerking vraagt
Ook de omgang met de naoorlogse generatie gebouwen wordt een lakmoesproef. Slopen is duur en ecologisch vaak onverantwoord, terwijl renoveren creativiteit en samenwerking vraagt tussen architecten, de bouwsector en het beleid. Innovatieve, modulaire en circulaire bouwtechnieken kunnen daarbij een sleutelrol spelen, net als een consequente herbestemming van bestaande gebouwen.
Betere omgang
Vlaanderen is zeker niet het enige land dat zoekt naar een betere omgang met ruimte, erfgoed en kwaliteit. In Nederland waakt het College van Rijksadviseurs over de ruimtelijke kwaliteit van publieke projecten. In Frankrijk bestaat de zogenaamde ‘architecte urbaniste de l’État’ die ruimtelijke samenhang en kwaliteit moet garanderen.
Denemarken ging nog verder met een volwaardige nationale architectuurpolitiek die niet alleen inzet op ontwerpkwaliteit, maar ook op participatie, duurzaamheid en onderwijs. Vlaanderen beschikt met het Vlaams Bouwmeesterschap en het VAi over waardevolle instrumenten, maar het ontbreekt nog aan een breed gedragen ambitie waarin architectuur meer is dan een esthetisch of technisch vraagstuk.
Culturele expressie
Architectuur is immers ook een vorm van culturele expressie. Onze gebouwen vertellen verhalen over wie we zijn, waar we vandaan komen en waar we naartoe willen. Identiteit is niet statisch, ook de Vlaamse niet.
Identiteit is integendeel voortdurend in beweging. Van abdijen en begijnhoven tot de wederopbouwarchitectuur na de Tweede Wereldoorlog: telkens werd onze ruimte mee vormgegeven door maatschappelijke uitdagingen, visies en breuklijnen.
Vandaag gebeurt dat niet anders. Vlaamse architecten behoren tot de wereldtop, precies omdat ze wortelen in een complexe regio. Een plek waar schaarste, versnippering en erfgoeddruk creatieve, contextgevoelige oplossingen vragen.
Maatschappelijke positionering
Architecten zoals Bob Van Reeth, Christian Kieckens, Marie-José Van Hee of bureaus als De Vylder Vinck Taillieu en Robbrecht en Daem ontwikkelden een architectuur die vaak wars is van spektakel, maar des te sterker in haar maatschappelijke positionering.
Denk aan de Dossinkazerne in Mechelen waar Van Reeth verleden en heden in één sobere ingreep verzoent. Of aan de gerestaureerde Boekentoren in Gent, een monument dat het intellectuele geheugen van Vlaanderen in ere herstelt én vernieuwt.
Ook op dorpsniveau laten architecten hun sporen na, in scholen, bibliotheken en woonzorgcentra. Stuk voor stuk plekken die het weefsel van onze samenleving maken en versterken. Architectuur bouwt letterlijk én figuurlijk aan een identiteit die open, kritisch en verbonden is met haar omgeving.
Noodzakelijke investering
Initiatieven zoals het Vlaams Architectuurinstituut, het Bouwmeesterschap en projecten zoals ‘De architectuur van een Dorp’ tonen dat Vlaanderen actief werk maakt van architectuur als cultuur en maatschappelijke praktijk.
De gebouwen die wij vandaag realiseren, vormen het erfgoed van morgen
Maar de ambitie mag hoger. Is het geen tijd om architectuur niet enkel te zien als kunstdiscipline, niet als niche, maar als brede maatschappelijke kracht? Wat als Vlaanderen werk maakt van een breed gedragen architectuurbeleid, gedragen door meerdere beleidsdomeinen met structurele aandacht in ontwerpend onderzoek, publiek debat en langetermijnplanning?
Kwaliteitsvolle architectuur is geen luxe, maar een noodzakelijke investering in leefbaarheid, duurzaamheid en identiteit. De gebouwen die wij vandaag realiseren, vormen het erfgoed van morgen.
Afscheid van een visionair
Wie afscheid neemt van Bob Van Reeth, neemt afscheid van een visionair die begreep dat architectuur niet alleen stenen stapelt, maar een samenleving bouwt. De beste manier om zijn erfenis te eren, is zijn gedachtegoed verder te dragen. En dat is bouwen aan een Vlaanderen dat kwaliteit, visie en zorg voor ruimte tot zijn bouwstenen maakt.
Architectuur is geen vorm, maar een houding. Die houding hebben we vandaag meer dan ooit nodig.