Drie edities verder is Here’s The Thing uitgegroeid van curiositeit tot Tilburgs cultfenomeen: een dag vol ruis, zweet en feedback, waarop het noorden en zuiden van Nederland elkaar treffen op 013-grond. Hier viert de rafelige, ontembare kant van indie hoogtij, rammelend en bij vlagen genadeloos. Gewapend met notitieboekjes, oordoppen en grootse plannen die we toch niet gaan waarmaken, want alles zien is onmogelijk. Maar dat is precies de charme. We laten het gebeuren, dwalen door 013 en kijken wat ons overkomt.

Vier waarschijnlijke verkeersboetes verder – en minstens zoveel geschrokken Tilburgers die we bijna van hun sokken reden – prakken we de auto overdwars voor 013 en storten ons in het keldergewelf. Missie geslaagd: net op tijd voor Muurvast, de geniale opener van Grote Geelstaart. In de zweetnatte Dungeon denderen de jonge Zeeuwen het festival eigenhandig op gang met hun rammelende mix van noise rock en postpunk: twee drumstellen, vijf withemden in stropdas en een geluid dat alle kanten opvliegt.

Bovengronds horen we Peter van der Ploegs gitaar, die zich als een betonboor door de muren van 013 vreet: Real Farmer is begonnen. Het is nog vroeg en de zaal moet op stoom komen. Aan zanger Jeroen Klootsema ligt het niet: hij spuugt, declameert en schreeuwt zich schor en de Groningse postpunkers klinken net zo nerveus als op hun debuut Compare What’s There. Achteraf treffen we bassiste Marrit Meinema en ontfutselen haar een scoop: er komt nieuw werk aan en ze zijn al aan het mixen.

In de Basement is het meteen duidelijk: hier past niemand meer bij. Door het glas zien we Eosine, samengeperst op een klein podiumpje. Elena Lacroix heeft een stem die moeiteloos door muren snijdt. I’ve never been much of a talker, staat op haar shirt. Hoeft ook niet, als ze maar zingt. Eosine is shoegaze met Waalse melancholie en met een stem die de kelder tot kathedraal verheft. Kay Koopmans van Marathon staat er glunderend bij: ‘Op 29 december zijn ze ons voorprogramma in de Grote Zaal van Paradiso!’

Bij De Spijzenier staan Maaike en Patricia verwoed hotdogs te draaien. Terwijl we de tweede naar binnen werken, kijken we rond en signaleren twee trends. Naast de cowboyhoed – eerder vandaag al gespot bij de zanger van Smudged (die ons verklapte te werken aan een nieuw album), een barman en minstens drie bezoekers – lijkt de ushanka, die Russische bontmuts met kleppen, terrein te winnen. Misschien zette Fat Dog de toon, vorig jaar hier op Here’s The Thing, of anders de bassist van University.

Opvallend is hoe breed het publiek is. De onverwoestbare 55-plussers staan er nog altijd, maar een opvallend groot deel van de bezoekers is jonger dan op vergelijkbare festivals, waar de gemiddelde leeftijd zichtbaar hoger ligt. Bandshirts zijn schaars; hier en daar duikt er eentje op van HOOFS.

En doorrrr… Op het immense podium van Main is Coach Party afgetrapt. De vier van het eiland Wight brachten recent het poppy – en in onze optiek wat gladgestreken – album Caramel uit. De tracks zijn live een stuk gepeperder. ‘Where the fuck are my girls?’, declameert frontvrouw Jess Eastwood, waarop meteen een dozijn meiden het podium beklimt.

We lopen Josh Law en Ben Sadler tegen het voluptueuze lijf. De beminnelijke teddyberen van Getdown Services herkennen ons van Misty Fields. Ondanks hun jetlag – ze komen net terug uit Amerika – zullen ze later vanavond Next letterlijk tot het plafond vullen met hun blijheid. ‘We hebben net The Pill gezien!’, zegt een extatische Josh. ‘They were amazing. So good. No bullshit and just for the fun of it.’

‘Would you join us for a wee dance?’ vraagt Aidan Callaghan met een onmiskenbaar Schots accent. Onder begeleiding van Romeo Taylor’s The Kingdom Of Scotland hebben de zes mannen van Brògeal zojuist hun positie ingenomen. Met onder meer een accordeon, een Ierse bouzouki, een banjo, een twaalfsnarige akoestische gitaar en een Fender Mustang Bass vullen ze de ruimte met hun aanstekelijke roes van folk en indie. Na een kwartier willen we allemaal nog maar één ding: Schot zijn.

Elk festival heeft een kloppend hart en vanavond is dat Kay Koopmans, de zanger van Marathon. Hij vertrouwde ons eerder toe wat nerveus te zijn voor het optreden op het immense podium van Main. Met een brok in zijn keel en gehuld in een HOOFS-shirt vraagt hij, vlak voor Shadow Raised A Star van het album Fading Image, aandacht voor World Mental Health Day. Het indringende nummer draagt hij op aan Ramón van Geytenbeek, de zanger van HOOFS die een jaar en drie dagen geleden uit het leven stapte. Zijn boodschap is eenvoudig: kijk naar elkaar om, laat niemand verdwijnen in stilte. Wat volgt is de mooiste uitvoering tot nu toe – vol overgave en geladen met betekenis.

We willen de explosieve Friese garagerockers van Abdomen graag benoemen tot onbetwiste ontdekking van deze editie, maar strikt genomen kan dat niet. We schreven namelijk al eerder – in superlatieven – over hun debuut Yes, I Don’t Know en hadden ze dus al ontdekt. In de zompige onderstroom van de Dungeon trekken ze het publiek vanavond volledig uit elkaar met hun long fuses, dreinende gitaren en eindeloos voorspel. Het is – en ja, daar is ie weer – Ackermans Fuzz War-pedal die voor de ontladingen zorgt. We roepen het drietal hierbij dus alsnog luidkeels uit tot – tromgeroffel – ontdekking van Here’s The Thing 2025.

Bij Sports Team is het rumoerig en rommelig als altijd – britpop met een knipoog en inmiddels een La Trappe-biertje te veel. Terwijl de band zijn gebruikelijke chaos ontketent, botsen we in Main op Jeppe Rottier, bassist van Grote Geelstaart. Uit nieuwsgierigheid vragen we hoe ze eigenlijk aan die naam kwamen. Hij kijkt ons verbaasd aan: ‘De bandnaam is niet verzonnen’, zegt hij. ‘Die vis bestond al lang.’ Oké dan.

De tank begint inmiddels wat leeg te raken – bij ons dan. Bij de bandleden van Heavy Lungs, en vooral bij zanger Danny Nedelko, is daarvan geen spoor te bekennen. Zelden iemand met zoveel vuur het podium op zien stormen. Terwijl I Don’t Want To Miss A Thing van Aerosmith uit de speakers galmt, barst het geweld los. De band bracht recent Caviar uit: onversneden UK’86-punk à la UK Subs, hard, fel en zonder omwegen. Nedelko spuugt en briest zijn teksten de zaal in alsof elke seconde telt.

En dat is bij Here’s The Thing ook letterlijk zo, want overal hangen klokken – in het zicht van de band, uit het zicht van het publiek – met grote gele pijlen die op de tijd wijzen. Voor ons betekent dat helaas ook dat de tijd is aangebroken om te gaan, al hebben we nu alweer zin in volgend jaar. En om onze slogan van 2024 er opnieuw in te gooien: op naar de volgende editie, stelletje kruikenzeikers!

Gezien: 11 oktober 2025 in 013, Tilburg

Fotografie: Lisa Hussaarts