Het was een toevalstreffer, zegt Anne Lenders. „Ik liep nietsvermoedend rond door de zalen van het Zeeuws museum waar tot begin vorig jaar een tentoonstelling was te zien over Adriaen van de Venne (1590-1662). In een vitrine lag een boek van Jacob Cats met een titelpagina met een hondje erop, die bleek door Van der Venne getekend te zijn. Ik kon mijn ogen niet geloven, ik moest onmiddellijk aan de hond op de Nachtwacht denken. Ik heb meteen mijn telefoon erbij gepakt, een plaatje van Rembrandts meesterwerk erbij gezocht en de twee dieren met elkaar vergeleken. De draaiing van de kop, die halsband, het was nagenoeg allemaal hetzelfde.”

Conservator Anne Lenders zag meteen de gelijkenis tussen het hondje van Rembrandt (l) en die van Adriaen van de Venne: „De draaiing van de kop en de halsband zijn nagenoeg hetzelfde.” © Rijksmuseum

Lenders was stomverbaasd, vertelt ze. „Ik dacht: ben ik nu de eerste die dit ziet?” Natuurlijk ging de conservator niet over een nacht ijs. „Mijn vondst vroeg om meer kunsthistorische onderzoek, want er kwamen tal van vragen in mij op, zoals: Is er eerder hierover geschreven, zijn er andere honden bekend in de kunsthistorie die hierop lijken? Nu, ik heb echt nergens een hond gevonden, die precies zo in beeld is gebracht als die van Adriaen van de Venne en Rembrandt.”

Beide dieren kijken met een iets geopende bek in dezelfde richting omhoog. „Identiek is ook de streep die het rechteroog van het beestje weergeeft. Ook is bij beide op gelijke wijze het schedeldak in tweeën verdeeld. Daarnaast komt de houding van de honden overeen. Al zijn er ook verschillen”, wijst Lenders.

Rembrandt kopieerde niet een-op-een zijn voorbeeld

Want van plagiaat is geen sprake. „Rembrandt kopieerde, zoals het een goede zeventiende-eeuwse meester betaamde, niet een-op-een zijn voorbeeld. Hij liet zich inspireren, maar gaf er zijn eigen draai aan. Van de Vennes hond ligt in een kalme, ontspannen positie met zijn voorpoten laag bij de grond. Bij Rembrandt staat het dier op vier poten en heeft het een waakzame houding. „Dat past ook beter binnen de compositie van het schuttersstuk, want de hond op de Nachtwacht reageert op de trommelaar en lijkt elk moment weg te rennen”, wijst Lenders.

Het hondje van Adriaen van de Venne ligt met zijn voorpoten op de grond en heeft een meer ontspannen houding dan het beestje op De Nachtwacht.  © Rijksmuseum

In een recent ontdekte ondertekening, die dankzij macro-röntgenfluorescentie onderzoek zichtbaar is gemaakt, is bovendien te zien dat Rembrandt oorspronkelijk de rechtervoorpoot van zijn hond meer gebogen had weergegeven. „Daardoor kwam hij ook meer bij de grond en lijkt die eerste tekening nog meer op het voorbeeld van Van der Venne.”

Het is bekend dat Rembrandt een rijke collectie tekeningen en prenten van andere kunstenaars bezat, die hij ter inspiratie gebruikte. „We weten niet of de tekening van Van der Venne van Jozef en Potifars vrouw, waarop de hond staat, in zijn bezit was. Mogelijk kende hij wel het boek Self stryt van Jacob Cats, waarvoor die tekening als titelblad werd gebruikt. Dat was in de zeventiende eeuw een ongekend populair boek, dat 24 drukken kreeg.”

Jongeren in tijd van Rembrandt vertoonden opvallende paralellen met Gen Z: ’havermelkelite’ van toen ergerde oudere generatie

Directeur Taco Dibbits van het Rijksmuseum is opgetogen over de opmerkelijke vondst van Lenders. „Het is bijzonder dat zelfs na vierhonderd jaar nog steeds ontdekkingen worden gedaan bij een van de meest onderzochte schilderijen ter wereld. Deze vondst geeft ons weer meer inzicht in het denkproces van Rembrandt tijdens het maken van dit schilderij.”