Aan het einde van de jaren zeventig had de AVRO het hele abonnementsbestand van Televizier overgenomen. Dat leverde een relaxte, grote A-omroep op. Met één coryfee: Willem Duys.
Willem Duys
Bij de Gouden Televizier-Ring verkiezing greep hij echter telkens mis. In 1964, 1966, 1971 en 1972 was hij genomineerd, maar won hij niet. Het leek haast op een noodgreep in 1974: Duys kreeg een speciaal in het leven geroepen oeuvreprijs.
De eerste Gouden Televizier Oeuvre-Ring werd daarna nog slechts vier keer uitgereikt, allemaal in de nieuwe eeuw: Mies Bouwman (2009), Linda de Mol (2015), Ivo Niehe (2020) en André van Duin (2024).
Goede Tijden, Slechte Tijden
Opvallend was dat Willem Duys drie keer op de hielen werd gezeten door De Ombudsman (1971, 1972, 1973). Het was duidelijk dat de kijker behoefte had aan wat later hulptelevisie zou gaan heten.
Waar Duys vaak voor niets naar de uitreiking kwam, was er één ster die nooit tevergeefs de rug rechtte op de Gala-avond: acteur Piet Römer won met Stiefbeen en Zoon (1964), ’t Schaep met de 5 Pooten (1970) en Baantjer (1997).
De soapsterren van Goede Tijden, Slechte Tijden hadden wel het zitvlees van Duys nodig. Maar liefst vier keer ging de cast naar het Gala om met lege handen huiswaarts te keren. Toen het in 1995 dan toch lukte, ging het dak er af.
Koninklijk Theater Carré
Welk dak? De favoriete locatie was Koninklijk Theater Carré, maar een enkele keer werd uitgeweken naar Tuschinski, de AFAS Live en het Muziekgebouw aan het IJ. Ook de presentatie wijzigde nog regelmatig. Die viel pas helemaal op zijn plaats toen Peter Pannekoek naast Jan Smit in 2023 en 2024 voor exact de juiste toon koos.
Echte grote rellen waren zeldzaam, hoogstens af en toe een opmerking. Met op één: Chantal Janzen. Nadat sporter Fatima Moreira de Melo zich aan een lied had gewaagd, zei Chantal in de afkondiging: “Wat kan die meid hockeyen, he?” Niet aardig, wel leuk.
Lees ook: