EPA
NOS Nieuws•vandaag, 19:50
De Syrische president Ahmed al-Sharaa heeft een bezoek gebracht aan de Russische president Poetin in Moskou. Daarbij zei hij dat zijn land zich zal houden aan deals die in het verleden zijn gemaakt met Rusland.
Het is de eerste keer dat Sharaa in zijn nieuwe rol in Rusland is; afgelopen december namen rebellen onder zijn leiding de macht in Syrië over.
Sharaa leek er met zijn woorden op te hinten dat de twee Russische militaire bases in Syrië mogen blijven, maar sprak niet expliciet over die bases.
“Er zijn bilaterale betrekkingen en gedeelde belangen die ons met Rusland verbinden. We respecteren alle overeenkomsten die zijn gemaakt. We werken eraan om de aard van onze relaties met Rusland opnieuw te definiëren”, zei de president.
Assad
Rusland was een belangrijke bondgenoot van de Syrische oud-dictator Bashar al-Assad in de strijd tegen de islamitische rebellenbeweging HTS, die onder leiding stond van Sharaa. Bij de machtsovername in december vorig jaar vluchtte Assad met zijn gezin naar Rusland. Ze kregen daar asiel.
Er is Moskou nu veel aan gelegen om een band op te bouwen met de nieuwe leiders Syrië en zo de militaire aanwezigheid in het Midden-Oosten veilig te stellen.
Poetin verwees na het gesprek met Sharaa naar de “vele interessante en nuttige aanzetten” voor het vernieuwen van de betrekkingen. Zo zou Rusland op dit moment al olie leveren aan Syrië.
Conferentie afgelast
Een Syrische regeringsbron zei in aanloop naar de ontmoeting dat Sharaa ook zou vragen om de uitlevering van Assad. Het is niet duidelijk of dat gebeurd is. De nieuwe Syrische autoriteiten willen Assad in eigen land kunnen vervolgen.
De Russische minister Lavrov van Buitenlandse Zaken zei in aanloop naar het bezoek van vandaag dat er asiel verleend is aan Assad op humanitaire gronden, omdat hij en zijn gezinsleden moesten vrezen voor hun leven.
De ontmoeting tussen Poetin en Sharaa zou eigenlijk onderdeel zijn van een Russisch-Arabische conferentie. De Russen schrapten die conferentie, omdat slechts enkele Arabische leiders zich hadden aangemeld.