Nederland lijkt het over één ding eens te zijn: de opvoeding van andermans kinderen is een bron van eindeloze ergernis. Uit groot onderzoek van Hart van Nederland en LINDA., onder 9.566 deelnemers van het Hart van Nederland-panel, blijkt dat 98 procent van de Nederlanders zich eraan stoort. En die ergernis leidt er ook toe dat mensen zich daarover uitspreken: een kwart spreekt ouders aan op het gedrag of de opvoeding van hun kinderen.
De grootste boosdoeners? Ouders die hun kinderen geen grenzen stellen (71 procent), of die toekijken hoe hun kroost in winkels en restaurants de boel op stelten zet zonder in te grijpen (ook 71 procent). Ook respectloos gedrag tegenover volwassenen en een gebrek aan manieren, zoals het zeggen van “dankjewel” of “alsjeblieft”, worden vaak genoemd. Meer dan de helft van de respondenten zegt dat ouders tegenwoordig te veel met hun telefoon bezig zijn, waardoor ze hun kinderen nauwelijks in de gaten houden.
Een kleine groep stoort zich juist aan het tegenovergestelde: elf procent vindt sommige ouders té streng. Slechts twee procent zegt zich helemaal niet te ergeren aan hoe anderen hun kinderen opvoeden.
Meld je aan voor het Hart van Nederland-panel
Wil jij meepraten over thema’s zoals de toekomst van vuurwerk, lange wachtlijsten in de zorg of politieke besluiten? Meld je met deze blauwe knop aan voor het Hart van Nederland-panel en bepaal wat nieuws wordt!
Meld je aan
De ‘moedermaffia’ leeft nog steeds
Toch blijft het niet alleen bij ergernis. 24 procent van de ondervraagden zegt dat ze anderen aanspreken op hun manier van opvoeden. Het onderzoek vormt de basis voor de nieuwe editie van LINDA., over het thema ‘moedermaffia’: die onzichtbare kring van ouders, schoonfamilie en voorbijgangers die altijd wel iets te zeggen hebben over hoe jij je kind grootbrengt. Want is het juist goed of slecht om je kinderen vrij of juist strikt op te voeden? “Ik zou mijn opvoedstijl strikt noemen”, zegt contentcreator Nienke Plas tegen LINDA. “In elk geval strikter dan wat ik mensen in mijn omgeving zie doen. Ik geloof dat kinderen gebaat zijn bij grenzen stellen; dat geeft ze zekerheid.”
Dat aanspreken op het gedrag van kinderen gebeurt meestal in een persoonlijk gesprek met de ouder zelf, maar sommigen zeggen het ook gewoon rechtstreeks tegen het kind. Een kleine groep lucht liever hun hart bij vrienden of familie van de ouders.
De redenen lopen uiteen: bezorgdheid om het kind en het zien van iets gevaarlijks worden het vaakst genoemd. Toch geeft 15 procent eerlijk toe dat ze het doen omdat ze zich simpelweg kapot ergeren.
Kritiek komt vaak van dichtbij
Wie zelf kinderen heeft, weet dat de meningen over opvoeden net zo talrijk zijn als de opvoedstijlen. Een derde van de ouders zegt dat ze zelf ongevraagd advies of kritiek hebben gekregen over hun opvoeding. En meestal komt dat niet van vreemden, maar van familie.
Die bemoeien zich het vaakst met zaken als discipline, voeding en schermgebruik. Vooral schoonouders hebben veel meningen over eten, slapen en troosten. En als de kritiek van de eigen moeder komt, gaat dat opvallend vaak over de tablet of de telefoon.
Ruim een kwart van de ouders zegt zich aangevallen te voelen door zulke opmerkingen, maar bijna evenveel mensen vinden het nuttig en doen er iets mee.