In een van de hallen van de Frankfurter Buchmesse staan tientallen Duitse uitgevers. Ook een paar belangrijke media zijn er. Die Zeit brengt dagenlang een programma vol gesprekken met allerlei schrijvers. Een paar meter verder staat de Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ) met een soortgelijke stand. Ook hier staan uiteenlopende interviews en discussies geprogrammeerd. Tientallen mensen staan rijen dik geconcentreerd te luisteren. Voor Nederlanders een rare gewaarwording, als ze hier rondlopen natuurlijk. 

Jaarlijks vindt deze boekenbeurs plaats in de Messe, een megalomaan congrescomplex in hartje Frankfurt. De eerste dagen is het een ontmoetingsplaats voor schrijvers, uitgevers en agenten, in het weekend een publieksevenement met tienduizenden bezoekers. In de hal met de Duitse uitgevers kun je zaterdag letterlijk over de hoofden lopen. Bij Die Zeit staan zeker tweehonderd mensen. Het is zo druk dat als je achteraan staat je simpelweg niet kunt horen waar de interviews over gaan.

De Frankfurter Buchmesse is een soort huishoudbeurs voor intellectuelen. Er zijn talloze stands van uitgevers die in gesprek zijn met nieuwe auteurs en andere mensen uit het boekenvak. Hier proberen ze met hun boeken een breder publiek te bereiken. Je zou denken dat internet zo’n beurs overbodig heeft gemaakt, maar dat is beslist niet het geval, al zijn sommige uitgevers bij de publieksdagen al vertrokken. Professionele contacten zijn hier belangrijker dan direct contact met de lezer. 

 

Internationaal publiek 

Op de Frankfurter Buchmesse staan uitgevers per land bij elkaar: veel landen hebben een eigen stand en zo hebben ook de Nederlandse uitgevers er een. In de kasten staan bekende Nederlandse boeken waar men in het buitenland vermoedelijk nog nooit van heeft gehoord. Je kunt ook een catalogus meenemen. Zo is er eentje voor de boeken van De Correspondent. Al bladerend leren we dat er binnenkort een boek uitkomt van Diederik Samsom, waar de uitgever nu al een buitenlandse collega-uitgever voor zoekt. 

 

 

Er zijn stands van landen over de hele wereld, van China tot Chili, Ierland en Kazachstan. Overal boeken die meer publiek zoeken. Zo dringt zich al snel de vraag op hoe dat proces precies in zijn werk gaat. Hoe weet een Spaanse uitgever dat een boek van een Nederlandse auteur de moeite waard is? Of andersom: hoe weet een Nederlandse uitgever dat een Braziliaans boek een Nederlandse vertaling verdient? Goede verkoopcijfers in het thuisland zijn in ieder geval essentieel. 

Boeken in andere landen uitbrengen is duidelijk ingewikkeld: een Nederlandse uitgever kan een buitenlandse collega wel uitleggen waar een boek over gaat en misschien concludeert die dan wel dat dat boek er in zijn land nog niet is en dat er ook markt voor bestaat, maar is dat genoeg? Een boek kan goed of slecht geschreven zijn of erg gericht zijn op een nationaal publiek, maar hoe kom je daar achter als je de taal waarin het is geschreven niet beheerst? Een boek laten vertalen lijkt veel weg te hebben van een wilde gok. 

 

Hoe op te vallen? 

De belangrijkste vraag lijkt te zijn hoe je boek in hemelsnaam op kan vallen op zo’n immense boekenbeurs waar werkelijk alle schrijvers en uitgevers om aandacht schreeuwen. Een mogelijkheid is het houden van een sessie over een bepaald onderwerp of boek, zoals Die Zeit en de FAZ hier dagenlang doen. Zij doen dit vooral ter promotie van hun eigen opinieblad of krant, zodat lezend Duitsland begrijpt welk medium men moet lezen om een goed beeld te krijgen welke nieuwe boeken er allemaal in de winkel liggen. 

 

 

Uitgevers kunnen ook zelf een sessie organiseren. Er zijn grote podia waar doorlopend presentaties plaatsvinden. In de persmap zit een boekje met tientallen pagina’s aan sessies. Het boekje is incompleet, want elke auteur mag er hooguit één keer in staan, zo lezen we. De lijst is zo lang dat het niet goed mogelijk is een redelijk overzicht te krijgen en een goede keuze te maken. En als je die keuze hebt gemaakt is het maar de vraag of je op tijd bij de sessie aankomt, want het Messe-complex is immens.

In deze strijd om aandacht is de kans groot dat vooral mensen die al bekend waren alle aandacht opeisen. Vrijdag zit de Noorse oud-premier en voormalig NAVO-baas Jens Stoltenberg zijn boek te promoten voor een publiek van honderden mensen. Naast hem zit de Filippijnse Nobelprijswinnares Maria Ressa. Ook zij heeft een boek uit. Een vreemde gewaarwording: Stoltenberg en Ressa hebben allang buitenlandse uitgevers voor hun meest recente werk. Maar ja, met onbekende auteurs krijg je de zaal natuurlijk niet vol.

 

Echte lezers 

De conclusie is simpel. Het is vrijwel uitgesloten dat auteurs die de meeste aandacht krijgen ook het meeste schrijftalent hebben of het beste verhaal hebben geschreven. Dit zijn waarschijnlijk mensen die al een bekende naam hadden, of ze hadden gewoon geluk. Dat is dan weer belangrijk voor een land als Nederland, waar relatief weinig wordt gelezen. De kans dat een buitenlandse auteur de Nederlandse boekwinkels haalt is op voorhand relatief klein, maar bekende namen lukt het wel. 

 

 

In Duitsland ligt dat vermoedelijk anders. In Frankfurt betaalt het publiek om bij deze boekenbeurs naar binnen te mogen. Op zaterdag staat de mensen rijen dik bij allerlei sessies met auteurs en niet eens alleen bij de bekende namen. Volop oprecht geïnteresseerde lezers die soms wel een uur staan te luisteren naar een slecht verstaanbaar gesprek: als je niet vooraan staat is het in deze drukke congreshal meestal lastig te volgen. De massale interesse is simpelweg ondenkbaar in Nederland, waar zo’n evenement niet eens bestaat. 

Nederlanders zijn hier nauwelijks. Je hoort de taal nergens en in de sessies zijn nergens Nederlandse schrijvers te bekennen, alhoewel je dat in deze berg informatie nooit helemaal zeker kunt weten. Een ding is zeker: in Duitsland bestaat een leescultuur waar Nederland niet eens bij in de buurt komt. Als je je dan bedenkt dat een derde van de vijftienjarigen in ons land slecht kan lezen, vraag je je toch of bij de aankomende verkiezingen niet een erg belangrijk onderwerp onderbelicht blijft.

 

Beeld: stand van Die Zeit, folder van De Correspondent, stand van Nederlandse uitgevers, stand van FAZ. Foto’s: Chris Aalberts.

 

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.