NOSCranberry’s die groeien op een perceel nabij Gouda

NOS Nieuws•vandaag, 20:33

  • Rob Ramaker

    redacteur Klimaat

  • Rob Ramaker

    redacteur Klimaat

Koeien die onder een weidse hemel grazen in door slootjes omzoomd grasland. Veel Nederlandser dan de veenpolders bij Gouda wordt landschap niet. Hier leveren veehouderijen melk voor onder meer kaasproductie. Maar kleinschalig groeit er nog wat anders: cranberry’s, of veenbessen.

Als een van de eersten verbouwen Matthijs Crouwers en zijn compagnon Gerard Harleman cranberry’s in Nederland. Die bessen groeien in omstandigheden waar nauwelijks andere landbouw gedijt. Daarmee is het bedrijf ook een proeftuin. Cranberry’s zijn mogelijk een van de oplossingen voor veenpolders die te nat worden.

Cranberryteelt is voor doorzetters. “Het is mogelijk om 10.000 kilo van een hectare te halen”, zegt Crouwers. Maar het duurt jaren voordat het zover is. Zijn eerste struiken zijn negen jaar geleden geplant. Eerst werd voedselrijke bodem afgevoerd. Veenbessen houden van natte, zure en schrale omstandigheden. Daarna duurde het jaren voor de struiken bessen gaven.

Droge voeten voor koeien

Het was een proces van vallen en opstaan, zegt Crouwers. “Maar er is een duidelijke trend naar groei van de oogst.” En de teelt heeft ook voordelen. Zo zijn de kosten laag omdat er geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen nodig zijn als je met succes bent overgeschakeld. En grote delen van het jaar werkt hij niet op het land.

NOSWaar liggen de veenweidegebieden in Nederland?

Er zijn al langer zorgen over de toekomst van het polderlandschap, zoals hier bij Gouda. Nederland telt ruim 200.000 hectare aan veenweidegebied. Behalve in Utrecht, Noord- en Zuid-Holland vind je het met name in Friesland en Overijssel. De gebieden kampen met bodemdaling en stoten broeikasgassen uit.

“Veen is eigenlijk iets heel raars. Het is een natte spons van plantenresten”, zegt Tim Selders, directeur van het Veenweiden Innovatie Centrum in het Utrechtse dorp Zegveld. Om melkveehouderij mogelijk te maken is een lage grondwaterstand nodig. Zo kunnen koeien grazen met droge voeten, en kunnen boeren met trekkers het land op.

Bodem daalt gestaag

Die ontwatering levert volgens Selders wel problemen op. Als veen droog staat, komt er zuurstof bij. De plantenresten ‘verbranden’. Er komt CO2 vrij, en de bodem klinkt in. Soms tot wel een centimeter per jaar. “Dat klinkt misschien niet als veel”, zegt Selders. “Maar op sommige plekken is het veenweidegebied al 4 tot 5 meter gezakt.”

  • ANPTypisch Nederlands: koeien grazen in het veenweidegebied bij de Hoeksche Waard
  • NOSGeoogste veenbessen in een emmer op een perceel net buiten Gouda
  • NOSVrijwilligers plukken cranberry’s tijdens de oogst in oktober

Vorige slide

Volgende slide

Op een gegeven moment loop je tegen de grenzen aan, zegt Selders. Het veen raakt ‘versleten’, en het gebied verzakt zover dat je natte voeten krijgt. Het perceel van Crouwers bij Gouda ligt al ruim 2 meter onder NAP. Als het blijft dalen, is het lastiger droog te malen. Bovendien is er steeds meer aandacht voor waterberging. Ook verhogen waterschappen grondwaterpeilen om de bodemdaling tegen te gaan.

Het is echt niet zo dat je straks in het hele veenweidegebied geen melkvee meer kan houden, benadrukt Selders. Maar in circa 10 tot 20 procent wordt dit wel een probleem. En dat aandeel loopt op als Nederland actiever gaat ‘vernatten’.

We maken het onszelf niet makkelijk.

Tim Selders van het Veenweiden Innovatie Centrum

Bij het Veenweiden Innovatie Centrum kijken ze hoe boeren het gebied kunnen blijven gebruiken. “Wij innoveren in de meest brede zin van het woord”, zegt Selders. Deels onderzoekt het centrum hoe de melkveehouderij kan omgaan met de veranderingen. Hoe houd je bijvoorbeeld koeien bij een hogere grondwaterstand?

Maar het centrum kijkt ook naar alternatieve activiteiten. Kunnen boeren in de toekomst water gaan vasthouden en zuiveren? Andere gewassen verbouwen, zoals cranberry’s? Of zorgen voor meer biodiversiteit in planten- en dierensoorten?

Het zoeken naar nieuwe toepassingen is een multidimensionale puzzel. De innovaties moet passen in het gebied, maar je moet er ook een boterham mee kunnen verdienen. Wetten en regels zitten soms in de weg. “We maken het onszelf niet makkelijk”, zegt Selders. En dan zijn er ook nog de gevoeligheden. Veel melkveehouders werken hier al meerdere generaties, en niet iedereen ziet de noodzaak voor verandering.

Nieuwe teelt is pionieren

Cranberry’s zijn dus een van de mogelijke opties. Uiteindelijk is er volgens Crouwers een serieus verdienmodel. Nederland importeert het leeuwendeel van de veenbessen. Maar de overgang naar cranberryteelt duurt jaren, en dan is er geen opbrengst. Dat is moeilijk te financieren. Tot dusver is de belangstelling van boeren beperkt.

Ook in het veld blijft het pionieren. Tijdens de oogst zijn nog vrijwilligers nodig. Vandaag zit een groepje op hun knieën in het veld, mensen die graag zien waar hun eten vandaan komt. Handje voor handje plukken ze bessen en gooien ze in de emmers.

Het is mooi dat mensen dit willen doen, maar Crouwers wil niet op vrijwilligers blijven leunen. Om rendabel te zijn moet de oogst op termijn met machines. Een experiment dit jaar was geen succes. Volgend jaar gaat hij het proberen met een andere machine.