Boeken, alles over boeken, dat is de fascinatie waarin Bonaventura Kruitwagen en Ed Schilders met elkaar zijn verbonden. Tastbaar, door een boek natuurlijk, maar ook in de geest. Wetenswaardigheden, en vooral de meer anekdotische, houden Schilders al zijn leven lang bezig en daarin is Kruitwagen een van zijn grote voorbeelden. Dat kunnen we nu lezen in een nieuw boek.

door Lauran Toorians

Als het een quizvraag zou zijn, zouden waarschijnlijk weinig kandidaten kunnen zeggen wie of wat Bonaventura Kruitwagen was. Ed Schilders weet het wel, hij deelt met Kruitwagen de liefde voor het boek. Kruitwagen werd in 1874 geboren in een katholiek gezin in Rotterdam. Hij doorliep het gymnasium in het franciscaner internaat in Venray en besloot daar ook te kiezen voor het kloosterleven. In Venray wist hij regelmatig binnen te sluipen in de kloosterbibliotheek die voor studenten niet toegankelijk was en daar maakte hij kennis met oude boeken die hem de rest van zijn leven zijn blijven fascineren.

KruitwagenAnonieme portretfoto van Bonaventura Kruitwagen in het besproken boek.

Goede verbindingen

In 1892 trad hij in bij de Minderbroeder franciscanen in Wijchen. Daar studeerde hij verder tot zijn priesterwijding in 1899 waarna hij werd aangesteld om les te geven in liturgie en kerkgeschiedenis. Zijn studieuze nieuwsgierigheid viel ook bij zijn meerderen op en in 1902 werd hij overgeplaatst naar het toen vrij nieuwe klooster in Woerden. Door de goede verbindingen met de grote steden – en vooral: bibliotheken – in wat we nu de Randstad noemen kon hij zich hier volledig storten op zijn wetenschappelijke werk. Dat betrof de liturgie(geschiedenis) en de kerkgeschiedenis, maar al snel meer nog de boekwetenschap ofwel de codicologie.

Codicologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de materiële aspecten van het boek, dus eigenlijk alles aan een boek behalve wat erin staat: de vorm, het materiaal, de manier waarop het is gemaakt, eigenaren en gebruikers, de geschiedenis van het object en nog veel meer. Voor Kruitwagen ging het vooral om de vroegste gedrukte boeken, ongeveer tussen 1450 en 1550. Op dit gebied werd hij een autoriteit die belangrijk werk publiceerde, wat ertoe leidde dat de Universiteit van Amsterdam hem in 1934 benoemde tot doctor honoris causa in de letteren. Inmiddels was hij als priester verbonden aan de Sint-Rosaliakerk in Rotterdam waar hij ook als zielzorger actief was. Zijn werkkamer in de pastorie bevatte een bibliotheek met zo’n zesduizend boeken, deels naslagwerken, maar ook allerlei zeldzaamheden plus natuurlijk zijn eigen omvangrijke hoeveelheid aantekeningen. Deze collectie ging volledig verloren bij het bombardement op 14 mei 1940.

Restanten van panden aan de Westewagenstraat in Rotterdam, gefotografeerd in juni 1940. Links met de boogramen wat er overbleef van de Sint-Rosaliakerk aan de Leeuwenstraat. Op de achtergrond de stadhuistoren aan de Coolsingel. Anonieme foto > Stadsarchief Rotterdam.

Kruitwagen maakte dit bombardement mee en wist met verwondingen aan zijn benen te ontkomen, maar zag zijn levenswerk volledig ten onder gaan. Dat betekende niet helemaal het einde van zijn wetenschappelijke werk, maar dat kwam duidelijk wel op een lager pitje te staan. Wel kon nog in 1942 een bundeling verschijnen van een aantal belangrijke artikelen waaraan hij had gewerkt: Laat-middeleeuwsche paleografica, paleotypica, liturgica, kalendalia, grammaticalia. Hij overleed in 1954 in Venray.

Populariserende artikelen

Behalve als gevierd wetenschapper in kleine kring werd Kruitwagen ook bij het grote publiek bekend doordat hij tal van meer populariserende artikelen publiceerde in kranten en tijdschriften. Daarin fulmineerde hij tegen de gedachte dat de drukkunst zou zijn uitgevonden door de Haarlemmer Laurens Janszoon Coster, maar pakte hij ook uit met een goed gevoel voor humor en een scherp oog voor rariteiten. Zo publiceerde hij over hoe werd omgegaan met het vermelden (en corrigeren) van druk- en zetfouten, over niet-opengesneden boeken, de ‘zetduivel’ en de boekvloek. Het zijn vooral die aspecten van Kruitwagens werk die Ed Schilders (1951) weten te boeien en waaraan hij nu een boek heeft gewijd.

De titel Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen slaat natuurlijk op de in 1940 vernietigde bibliotheek. Het boek bestaat uit een combinatie van beschouwingen door Schilders en (soms compleet) geciteerde artikelen van Kruitwagen en is een typografisch kunstwerkje van vormgever Sander Nijnens. Het boek verscheen als een uitgave van de Stichting Desiderata die zich ten dienste stelt aan bibliofielen en daartoe onder meer fraai verzorgde boeken met een relatie tot dit onderwerp uitgeeft. Inmiddels is al een mooie reeks verschenen.

De grootste ‘krent’

Ed Schilders en Bonaventura Kruitwagen lopen al vele jaren samen op in hun liefde voor het boek. Voor Schilders werd dat tastbaar in de tijd dat het ene klooster na het andere zijn deuren sloot en kloosterbibliotheken naar opkopers gingen. Dat gebeurde ook in Venray en nadat daar de krenten al waren weggehaald, kregen enkele liefhebbers de gelegenheid om te kijken of er nog iets van hun gading op de planken stond. Ed Schilders was daarbij en vond tot zijn stomme verbazing de grootste ‘krent’ die deze bibliotheek wellicht heeft geherbergd. Dat is het handexemplaar van M.F.A.G. Campbell, Annales de la typographie néerlandaise au XVe siècle (Den Haag 1874). Dit is nog steeds een belangrijk naslagwerk voor vroege Nederlandse drukken en voor de goede orde: Campbell was een Nederlander.

Kruitwagens – en nu Schilders’ – exemplaar van ‘de Campbell’.

Deze “Campbell’ die Schilders vond en wist te kopen, was het tweede exemplaar van dit boek dat Kruitwagen had bezeten – het eerste ging in 1940 verloren – en is door hem uitbundig voorzien van aantekeningen en notities in de marges en op ingevoegde briefjes en dergelijke meer. Wie erin bladert ziet Kruitwagen aan het werk om terug te halen wat hij in 1940 verloor en daarop voort te bouwen. In dezelfde koop verwierf Schilders nog enkele werken uit het bezit van Kruitwagen waarmee zijn bezoek aan Venray nu kan worden gerekend tot een van de belangrijke momenten in de Nederlandse boekgeschiedenis.

Met een boek dat met zoveel zorg is uitgegeven door een club van bibliofielen en waarin Kruitwagen zoveel aandacht vraagt voor het verraderlijke werk van de zetduivel is het natuurlijk een uitdaging om als lezer ook nog zetfouten te vinden. En zowaar, ze zijn er. Niet ‘zinhinderend’ zijn enkele apostrofjes die verkeerd om staan en twee keer een spatie vóór een komma. Ook niet onoverkomelijk, maar toch wat slordig is ‘schilderachtg’ in een citaat van Huizinga over Erasmus. En bij ‘Over de afbeeldingen’ staat een verwijzing naar pagina 153 waar dat 152 moet zijn. Het zijn kleinigheden. ‘De Kruit’ zou erom glimlachen. Fronsen zou hij bij ‘frontispiece’ (twee keer) op blz. 154. Hier werd getwijfeld tussen ‘frontispice’ en ‘frontispies’.

Iets ergs toewensen

Hierboven viel ook het woord ‘boekvloek’. Dat is iets wat al vroeg in de middeleeuwen voorkwam en waarbij of de maker van het boek een verwensing uitspreekt over eenieder die het boek mishandelt, of de bezitter ervan iets ergs toewenst aan degene die het boek niet terugbezorgt. Een door Kruitwagen aangehaald voorbeeld komt uit een boek uit 1637:

Dit boek comt toe bertje luden
die dit fint salt hem weeder brengen
Om een appel Om een peer
Hangen doet zeer
hangen is recht
dat doet de beul of zijn knecht.

Toevallig bezit ik ook zelf een boek met een boekvloek. Het gaat om een omvangrijk schotschrift om protestanten de mond te snoeren: C[hristianus]. Molina, Den Oprechten Schriftuerlycken Roomsch-Catholycken Mondt-Stopper. Aen alle tegenwoordige Oncatholycke Leeraers, en Nieuw-Ghesinde Leeringhen. Bysonderlyck Aen Andreas Essenius Calvino Gommarist Predicant tot Utrecht. Den XIV. Druk. Antwerpen, 1739. Achterin en achterop staat in hanenpoten deze variant van de boekvloek:

KruitwagenDe boekvloek achterin een exemplaar van Molina’s ‘mondstopper’.

Desen boek / hoort toe jacobus / jan van berckel / die hem vint die / brengt hem / tuijs die sal / hebben een / gebraden Muijs / of de beste dogter / uijt den huijs / en die dat niet / en doet die moet / soo veel pater / nosters bidden / allse te lesen / in desen boek / staan.
Actum / Tilborg / den / 22en / desember / Anno 175[4?]

Ed Schilders & Bonaventura Kruitwagen, Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen. Enige biblio-beschouwingen van Bonaventura Kruitwagen o.f.m. Met inleidingen en uitweidingen door Ed Schilders. Tilburg: Stichting Desiderata 2025, 156 pp., ISBN 978-90-833402-4-1, hb., € 27,50.

Het boek gaat vergezeld van een enveloppe met daarin een losbladige kopie van Kruitwagens ‘Encycliek’ (de brief waarin hij verslag deed van zijn ervaringen tijdens het bombardement op Rotterdam).