“Ik heb mijn moeder toen echt zien huilen, en ik heb daarvoor mijn moeder nooit zien huilen”
Tien jaar geleden begonnen de eerste symptomen van alzheimer bij Johns moeder. Aanvankelijk viel het vooral op dat ze zichzelf herhaalde, iets waar hij destijds nog luchtig op reageerde. Maar na verloop van tijd werd duidelijk dat er echt iets mis was. “In de fase dat ze zich vooral terug ging trekken en dat eigenlijk alles te veel en te moeilijk werd, merkten we absoluut dat er wat aan de hand was.” Zo liep ze af en toe naar de keuken en vergat ze onderweg wat ze daar moest doen. “Dat lijkt me verschrikkelijk. Dat lijkt me een heel onzeker gevoel.”
Toen zijn moeder ook buiten de weg kwijt raakte, wist John dat het thuis niet langer ging. Een plek in een verzorgingshuis vinden bleek lastig: alles zat vol. Maar na een paar weken kwam er onverwacht een kamer vrij en moest er binnen één of twee dagen worden besloten. De verhuizing werd halsoverkop geregeld. Om haar mee te krijgen, greep de familie naar een noodoplossing. “We hebben eigenlijk gelogen tegen haar. Dat ze niet meer naar huis kon, omdat het onder water stond.” Want, zegt John: “Ze wilde daar anders echt niet heen.”
De tekst loopt onder het Instagram-bericht door.
Voor hem was het het zwaarste moment in hun band. “Ik heb mijn moeder toen echt zien huilen en dat had ik nog nooit meegemaakt. Ze was altijd opgewekt en vrolijk. Dat was denk ik wel het meest pijnlijke moment dat ik met mijn moeder heb gekend. Ik zei nog: we gaan nog wel een keer langs, maar het is beter dat je hier zit.”
Maar de ziekte sloopte meer dan alleen haar geheugen. Ook haar karakter veranderde. Tijdens een eerste bezoek aan het tehuis hoorde John op de gang iemand luid schreeuwen en vloeken. Het bleek zijn moeder. “Ik durfde niet naar binnen. Niet uit schaamte, maar uit verdriet. Mijn moeder, die ik nog nooit had horen vloeken… dat kwam hard binnen.”
Sindsdien lukt het hem niet meer om langs te gaan. Hij is er een paar keer geweest, maar het doet te veel pijn. Er is geen herkenning, geen contact, geen sprankje verbondenheid. Alleen de buitenkant zit daar, zegt hij. “Dan ga ik naar huis en dan zit ik als een klein kind in die auto te huilen, en dan denk ik: voor wie doe ik het nog?”
Zijn zus bezoekt hun moeder nog wel en hoopt dat ze nog lang blijft leven. John denkt daar anders over, maar beiden doen het uit liefde. Schuldgevoel heeft hij niet. “Als ik morgen wakker word en voel dat ik moet gaan, dan ga ik. Het is geen wedstrijd.”
Toch blijft de liefde voor zijn moeder onverminderd groot. Ondanks de afstand noemt John zichzelf een moederskindje. “Elke vrije minuut zat ik bij haar op de bank met een kop koffie en een roze koek.” De Feyenoord-legende koesterde een hechte band met zijn moeder en in zijn nieuwe boek Ma, ik ben het, John de Wolf beschrijft hij hoe die band in de loop der jaren veranderde.
Het schrijven van het boek was soms moeilijk, maar luchtte ook op. “Het is zoals het is”, zegt John. “Ik heb er een goed gevoel aan overgehouden.” Niet elk hoofdstuk kwam vanzelf: “Dan moest ik even weglopen”, vertelt hij. “Dan komen er bepaalde herinneringen naar boven. Maar aan het einde van de rit denk ik dat ik een mooie ode voor mijn moeder gemaakt heb. Uit pure liefde.”