In Brugge gingen we ooit een uur lang voor een schilderij van Hans Memling zitten. Geen seconde verveeld. We hadden nog een uur kunnen blijven zitten om alle details van het werk op ons in te laten werken. Ondertussen kwamen bezoekers met hun camera langs: drie seconden voor het schilderij. Klik klik klik, en weer door.

© Mine Dalemans

We moesten eraan denken toen we naar de expo Hooitijd gingen kijken in Alden Biesen: een dialoog tussen de 800 jaar rijke geschiedenis van de landcommanderij en het werk van Roger Raveel. We staan oog in oog met een van zijn zelfportretten. Het gezicht van Raveel in profiel. We verbazen ons over zijn verbluffende techniek: hoeveel kleuren hij gebruikt. Kleuren die je niet linkt aan een gezicht: bordeaux, groen, felgeel, oranje, zwart, grijs … Het werk is bovendien zo gemaakt dat er twee profielen staan aan de zijkanten van een box waar je je hoofd kan insteken, recht voor een spiegel. Alsof Raveel je uitnodigt om door zijn ogen te kijken, of de toeschouwer de blik van een kunstenaar wil schenken.

Hetzelfde ontzag voor de techniek en poëzie van Raveel voelen we in een doek van een boeket bloemen dat hij in 1941 schilderde. Prachtig. Kan je een uur voor blijven zitten. Je ruikt de bloemen bijna.

Op reis

Als we één raad mogen geven voor de expo: neem uw tijd. Blijf staan en kijk. Waarom zeggen we dat? Omdat het makkelijk is om afgeleid te worden op de expo. Er is al de magnifieke omgeving van Alden Biesen an sich die schreeuwt om bekeken te worden. En de curatoren hebben hard gewerkt om nog allerlei extra elementen toe te voegen. Witte stoelen bijvoorbeeld, met die dikke zwarte rand van Raveel op. Goedbedoeld, maar het was niet nodig. Focussen dus. Dat, of meerdere keren terugkomen als u echt alles wil opzuigen. Niet bepaald een ramp, die tweede optie, integendeel.

© Mine Dalemans

Want laat daar geen onduidelijkheid over bestaan: het is een goede expo. Een unieke kans ook om dat werk van Raveel (Machelen aan de Leie, 1921 – Deinze, 2013) nog eens in Limburg te besnuffelen. Er was een ideale gelegenheid: het Roger Raveel Museum in Machelen is dicht wegens renovatie. In plaats van de doeken in het depot te zetten, gaan ze op reis, en zo komt Ridder Raveel – in 1995 kreeg hij de adellijke titel – in Alden Biesen terecht. In zo’n omgeving hoort een ridder thuis.

De expo legt constant linken tussen de geschiedenis van de waterburcht en de schilderijen. Een mooi voorbeeld is een oude foto van de laatste bewoner van het kasteel: jonkheer Armand Roelants du Vivier. Zoals altijd: zwoegend in de tuin, een hopeloze strijd voerend tegen opwassend onkruid en verval dat op de loer ligt. Het schilderij van Raveel ernaast van een man in de weer in de tuin is haast een-op-een. De relatie tussen de doeken en de geschiedenis is wel vaker een-op-een: in de Blauwe Salon hangt een blauw abstract doek. Naast een venster met zicht op de prachtige tuin, kijkt de vader van Raveel- of is hij het zelf? – ook naar buiten.

Kippen, koeien en katten

Wat alleen in de selectie van Raveel nog maar eens opvalt, is de enorme diversiteit. Veel meer dan de man van de vierkanten, spiegels en paaltjes. Zijn boeket bloemen voelt eerder klassiek aan. Een abstract doek even verderop doet aan Willem de Kooning denken, een fantastisch werk.

Maar bij Raveel blijft ook het volkse aanwezig: een kerktoren in het Vlaamse landschap. De beesten op de boerderij en op de vensterbank: kippen, koeien en katten. Als Raveel een Limburger zou zijn geweest, zouden we zonder enige twijfel de omschrijving ‘Limburger Wereldburger’ kunnen toepassen: iemand met respect voor het lokale, zonder zijn blik te verliezen op het globale. Tot 8 maart is Raveel even een Limburger. Laten we hem koesteren.

Hooitijd, in dialoog met Roger Raveel, nog tot 8 maart, Alden Biesen, www.alden-biesen.be