De documentairemakers volgden de West-Vlaamse rapper een jaar lang, van het podium op Couleur Café in 2024 tot het voorjaar van 2025.
Verleye groeide op in Knokke, maar woonde intussen al negen jaar in Brussel. “We zijn altijd een beetje opgeschoven van Schaarbeek, dan dichter bij het park, dat was de max. En nu zitten we wat dichter bij het Noordstation. Ik denk dat we net te dicht bij het Noordstation zitten, ook met de komst van de kindjes.”
“De ruwheid waar ik altijd schrik voor had in Brussel is nu heel zichtbaar en misschien zie ik dat nu pas, omdat ik kinderen heb?”, vraagt hij zich af.
Over Brussel is hij dubbel: “De vuilte en de cowboystijl dat iedereen maar doet wat ze willen. Dat geeft veel vrijheid, maar dat is ook een soort losgeslagen Wilde Westen hier. Daarbij heb ik soms toch ook mijn twijfels of het wel een plek is om op te groeien als kind.”
Enkele weken geleden verhuisde hij naar de regio Brugge. “We hebben een stuk grond gekocht in West-Vlaanderen, dichter bij de zee, mijn ouders en mijn zus. Dat is een project van lange adem”, zegt hij.
Kraakpand in de Paleizenstraat
In de documentaire blikt hij ook terug op het nummer Cut op de Set, dat ontstond tijdens de asielcrisis rond het kraakpand in de Paleizenstraat in Schaarbeek. “Toen ik dat nummer heb geschreven, was heel dat gedoe bezig waar heel veel sans-papiers waren en allemaal mensen die geen onderdak hadden.”
“Die schrijnende toestanden, hoe de mensen daar leefden… Dat was vlak bij mij, waar ik woon. Je denkt dan: wij zitten hier nu in onze duplex. Superveel plaats met vier. En daar, drie straten verder…Dan vraag ik me af: moet ik als artiest met een stem daar dan niet iets over zeggen?”