In de carrière van Bruce Springsteen geldt Nebraska als een tussendoortje, een voetnoot in een groots oeuvre. Toch verschijnt de week de film Deliver Me From Nowhere over de totstandkoming van juist die plaat. En is er een vijfdelige boxset met de nooit uitgebrachte bandversies van de akoestische liedjes en meer demo’s uit die sessies. En dat alles valt ook mooi samen met het verschijnen van ons boek Bruce Springsteen In OOR. Maar waarom nu plotseling al die aandacht voor Nebraska? Is het een vergeten meesterwerk of losse flodder?

NEBRASKA is een album met een verhaal, of beter gezegd, twee verhalen. Het eerste begint op 22 september 1979 als het Japanse audiobedrijf Teac Tascam op de muziektechniekbeurs AES de Portastudio 144 introduceert. Een cassetterecorder met een ingebouwd mixertje, waarmee het mogelijk is meersporenopnamen te maken. De meersporentechniek is sinds de beginjaren van The Beatles de norm geworden in de popmuziek.

Platen komen tot stand in 4-, 8-, 16- of 24-sporen studio’s; dure faciliteiten met een huurprijs van meer dan duizend dollar per dag. Het domein dus voor de grootverdieners in de popmuziek. Een Portastudio kost in de winkel slechts 899 dollar. In rap tempo democratiseert het apparaat de muziekwereld: de hele punk- en new wave-generatie leert ermee muziek opnemen. De beperking van de smalle cassettebandjes zorgt juist voor een specifiek geluid, dat al snel geldt als cool.

Normaal gesproken geeft Bruce Springsteen de leden van de E Street Band cassettebandjes met de nieuwe nummers, zodat ze daar hun partijen bij kunnen uitzoeken. Met een Portastudio kan hij ze net iets lekkerder laten klinken. Op 17 december 1981 stuurt hij gitaarroadie Mike Batlin naar de muziekwinkel met de opdracht er eentje te kopen. Samen met twee Shure SM57 microfoons met microfoonstandaard: één voor de gitaar en één voor de zang.

In twee weken nemen ze vijftien nieuwe liedjes op. Zodra een liedje klaar is, mixen ze het op de Panasonic Boom Box, een ghettoblaster met een ingebouwde cassetterecorder, die Bruce altijd met zich meesjouwt. Voor de sjeu voegen ze een echo toe uit een gitaarpedaaltje, een Gibson Echoplex.

HET ANDERE VERHAAL is dat van Bruce Springsteen, die na het uitbrengen van het album The River in het najaar van 1980 is uitgegroeid tot een superster. Als in het najaar van 1981 de wereldtournee voorbij is, voelt hij de druk om met een knaller van een opvolger te komen. Hij schrijft een kleine negentig liedjes: potente powerrocksongs, nostalgische soulliedjes en ingetogen ballades met verhalende teksten.

De soulliedjes vinden al snel een bestemming als The Boss samen met z’n E Street Band de studio in gaat met zijn vroegere idool Gary U.S. Bonds. Samen nemen ze twee albums op: Dedication en On The Line. Dat die albums twee dikke hits opleveren, This Little Girl en Out Of Work, is goed voor het zelfvertrouwen.

De sessies voor de tweede Gary U.S. Bonds-plaat gaan in januari 1982 naadloos over in sessies voor zijn eigen album. Hij geeft de leden van de E Street Band zijn zojuist opgenomen Portastudio demo’s.

Bij de start is duidelijk dat de opvolger van The River een stevig rockalbum moet worden met als thema het leven in de Verenigde Staten. Het liedje Born In The USA ligt ook al vroeg op tafel. Er wordt erg veel ingestudeerd en opgenomen. Gaandeweg realiseert Springsteen zich dat lang niet ieder liedje past in het rockjasje dat hij ervoor heeft bedacht. Atlantic City, Johnny 99, Nebraska, Mansion On The Hill, Highway Patrolman en Reason To Believe worden wel opgenomen met de band, maar die versies raken niet de emotie die hij en zijn roadie met die Portastudio wel wisten vast te leggen.

Geen reden voor paniek, Bruce heeft meer dan voldoende liedjes geschreven. In de grote studio’s The Power Plant en The Hit Factory in New York lukken andere liedjes wel goed. Met name Glory Days, I’m On Fire en Born In The USA klinken veelbelovend.

Die zomer ligt er een compleet bandalbum klaar, maar The Boss is niet tevreden. De plaat is niet helemaal geworden wat hij in zijn hoofd had. Hij is ook chagrijnig omdat gitarist en co-producer Steve van Zandt zijn biezen heeft gepakt om een solocarrière te beginnen. Bruce wil meer tijd en komt met het idee om als tussendoortje een lp uit te brengen met de zo goed gelukte Portastudio demo’s. ‘Er is iets met de sfeer van deze opnamen. Kunnen we dit niet gewoon masteren en uitbrengen?’, vraagt hij aan zijn vaste geluidstechnicus Toby Scott.

In een interview met de website van Teac Tascam legde hij in 2007 uit welke problemen hij tegenkwam. ‘Bij muziek die niet op professionele apparatuur is opgenomen heb je te maken met faseverschuiving en andere rare pieken. Daarbij springt bij vinyl de naald uit de groef. Ik wilde het idee van Bruce niet meteen afschieten, maar bij Nebraska was het echt een probleem. Ik heb vijf mastering studio’s benaderd: Bob Ludwig, Precision, Sterling Sound, CBS en Atlantic. Allemaal kregen ze het niet voor elkaar. Bob Ludwig en Dennis King van Atlantic wilden het niet over hun kant laten gaan en staken de koppen bij elkaar. Uiteindelijk vonden ze een oplossing door de plaat zachter te laten klinken dan normale platen en hun apparatuur te combineren. Zo kwam er uiteindelijk een versie die we konden uitbrengen.’

OP 30 SEPTEMBER 1982 verschijnt Nebraska, het zesde album van Bruce Springsteen. Tien ingetogen, verhalende liedjes met een speelduur van 41 minuten. Wat meteen opvalt is de thematiek in de teksten. In zijn recensie in OOR in 1982 vat Geert Henderickx het mooi samen: ‘De liedjes op de eerste plaatkant worden zonder uitzondering bevolkt door individuen die als gevolg van maatschappelijke verwikkelingen op een gruwelijke en niet zelden gewelddadige manier zijn doorgeslagen. De teksten zijn veelal geschreven vanuit de gedachtewereld van de hoofdpersonen, wat ertoe leidt dat de luisteraar begrip krijgt voor hun op zich afschuwelijke handelwijze.’

Johnny 99, de Highway Patrolman, de State Trooper en zelfs de autoverkoper in Used Cars; je ervaart ze als levensecht. Springsteen zet ze neer in precieze details, een techniek die hij ontleent aan de schrijfster van korte verhalen Flannery O’Connor, waar hij in die tijd veel van leest. Ook de film Badlands, over een rondrijdend moordend stel, maakt grote indruk op hem.

Waar Bruce als tekstschrijver een meester is, zijn zijn melodieën minder indrukwekkend. Zijn muzikale vocabulaire is beperkt: al zijn liedjes hebben drie, vier gitaarakkoorden en bewandelen dezelfde overgangen. Waar collega’s als The Beatles, Stevie Wonder, Elton John en zelfs Bob Dylan geregeld harmonische vondsten uit de hoge hoed toveren, serveert Springsteen in principe altijd dezelfde kost. Schiet hij een keer raak, dan is het de jackpot. Maar Nebraska leunt meer op de sfeer dan op inventiviteit.

COMMERCIEEL is Nebraska geen overweldigend succes. De radiostations laten het album links liggen. Bij de tien miljoen exemplaren die worden verkocht van het dubbelalbum The River steekt de ruim twee miljoen van Nebraska schril af. Maar in de VS is dat nog altijd goed voor dubbel platina, een status waar iedere artiest altijd blij mee is. En dat voor een album met minieme productiekosten.

Voor de reputatie van Bruce Springsteen is het album wel een succes. De critici prijzen het als een moedige zijstap. ‘Een tussendoortje dat de honger stilt maar de eetlust niet bederft’, oordeelt Geert Henderickx in OOR. ‘Een muzikaal schetsboek, waarop de Springsteen-adept voorlopig nog niet is uitgekeken’.

Ook door de jaren heen zijn de critici er positief over gebleven. Rolling Stone zette Nebraska op 224 in hun 500 greatest albums of all time, bij Q en Pitchfork kwam het respectievelijk op 13 en op 28 in hun Greatest albums of the 80’s. Maar niet allemaal.

Tom Engelshoven, samensteller van het boek Bruce Springsteen In OOR, heeft zo zijn bedenkingen. ‘Bruce is altijd wel interessant, maar het is de enige plaat waar ik weinig enthousiasme van hoor. Een van de andere biografen, Christoph Sandford, zegt dat die plaat is gemaakt in een psychische dip. Bruce had een huwelijksaanzoek gedaan en dat was afgewezen. Hij liep met zijn ziel onder zijn arm. Hij dronk, het was ook het moment waarop hij voor het eerst naar de psychotherapeut ging. Atlantic City vind ik goed, en ook Johnny 99 en State Trooper vind ik goede songs. Maar vrolijk word je van deze plaat niet.’

ER IS NOG EEN REDEN waarom het tussendoortje Nebraska toch in de geschiedenisboeken is terechtgekomen. Met het uitbrengen van zijn demo’s heeft Bruce Springsteen talloze collega-muzikanten op een idee gebracht. Met Nebraska sloot hij, waarschijnlijk zonder dat hij het wist, perfect aan op de cassettecultuur in de underground. Veel jonge muzikanten namen thuis muziek op met hun Portastudio en verkochten die op markten en festivals. In eerste instantie vooral uit de punk en elektronische muziek – in die tijd op zondagmiddag te horen in het VPRO-radioprogramma Spleen.

Maar Springsteen liet horen dat je op een Portastudio ook prima traditionele gitaarliedjes kunt opnemen. Het muzikantenvakblad Music Maker startte kort na de release van Nebraska met de populaire rubriek De Thuiswerkpagina. De huisdemo werd een serieus te nemen onderdeel in het oeuvre van een artiest: boxsets staan tegenwoordig vol met dit soort voorstudies op bekende hits. We zouden het haast vergeten, maar Bruce Springsteen was de eerste grote artiest die ermee naar buiten kwam.

NEBRASKA is een tussendoortje, dus doet The Boss er geen promotie voor. Hij gebruikt zijn tijd liever om verder te werken aan de echte opvolger van The River. Die winter laat hij in de garage van zijn huis in Los Angeles een volledige studio installeren. Daar neemt hij in z’n eentje een kleine twintig liedjes nieuwe songs op, zichzelf begeleidend op drums, bas, gitaar en piano.

Opnieuw lukt het hem niet om de goede toon te vinden voor zijn Grote Rockplaat, weten we doordat deze LA Garage Sessions ’83 deze zomer zijn verschenen als onderdeel van de Tracks II: The Lost Albums boxset. Verhalende ballads en mid-tempo nummers; iets anders lijkt er niet uit zijn handen te komen. Het enige dat uit deze sessies overblijft is My Hometown.

Bruce Springsteen gaat opnieuw de studio in met de E Street Band om weer nieuwe liedjes te schrijven en op te nemen. De studiokosten nemen inmiddels astronomische vormen aan en manager Jon Landau maakt zich serieus zorgen. Zozeer zelfs, dat hij een lijstje maakt van wat hij denkt dat een prima compilatie zou zijn van alles wat hij die drie jaar heeft opgenomen.

Op het lijstje figureren Cover Me, My Hometown, Glory Days, I’m On Fire en natuurlijk Born In The USA. Het enige wat ontbreekt, zegt Landau plagend, is een single. Even later komt Bruce terug met Dancing In The Dark. Daarmee is Born In The USA compleet.

‘De nummers op dat album waren direct en vrolijk, maar droegen onopvallend de diepgang van Nebraska met zich mee’, memoreerde Bruce Springsteen in zijn autobiografie Born To Run, Mijn Verhaal. ‘Met de explosiviteit van de mixen van Bob Clearmountain, die mijn plaat enorm versterkten, was ik klaar voor mijn plek in de spotlights. Op het podium overspoelden de songs mijn publiek met vreugdevolle overgave. We scoorden hit na hit en in 1985 was ik, samen met Madonna, Prince, Michael Jackson en de discosterren, een echte mainstream radiosuperster.’

NEBRASKA ’82 (4 lp’s of 4 cd’s plus een Blu-Ray) verschijnt op 24 oktober.

DELIVER ME FROM NOWHERE van regisseur Scott Cooper draait vanaf 23 oktober in de Nederlandse bioscoop, in België zelfs al een dag eerder.