Hij leeft, is clean, heeft een nieuw Lemonheads-album gemaakt én er komt een boek over zijn leven uit. Met de vijfsterren-indierockplaten It’s A Shame About Ray (1992) en Come On Feel The Lemonheads (1993) leek Evan Dando (58) op weg naar iets heel groots. Net als Kurt Cobain had hij de looks en het talent, maar het karakter van een grillige punk en een enorme verslavingsgevoeligheid. Na 1996 viel zijn carrière grotendeels in duigen, al bleef Dando gewoon doorspelen. Een paar jaar geleden kickte hij af, waarna hij trouwde met een Braziliaanse vrouw en naar São Paulo verhuisde. Love Chant is zijn eerste album met nieuwe liedjes sinds 2006. Maar daar ging het gesprek met de ongefilterd pratende Evan Dando weinig over.
GEÏNSPIREERD DOOR melodieuze punkbands als Hüsker Dü en The Replacements richt Evan Dando in 1986 in Boston The Lemonheads op. Drie jaar later scoort de band een indiehit met Suzanne Vega’s Luka. Vlak daarna ontslaat Dando tweede frontman Ben Deily. De band wordt getekend door het grote Atlantic, waarop in 1990 het vierde album Lovey verschijnt. Dando maakt de muziek melodieuzer en verbergt zijn bewondering voor Gram Parsons ook niet langer.
Op bovengenoemde twee klassiekers staan perfecte gitaarpopsongs met melancholieke countryinvloeden en nog altijd een punkinslag. Eind 1992 verschijnt ter ere van het 25-jarige jubileum van The Graduate de Lemonheads-versie van Simon & Garfunkels Mrs. Robinson uit die film. Het wordt een bescheiden hit.
Mede door het knappe voorkomen van Dando (half slacker, half indierock-poster boy) dreigt een doorbraak, maar hij is dan al praktisch onhandelbaar door zijn alarmerende drugsconsumptie. Die wordt wel getolereerd in heroin chic-kringen rond Kate Moss, waarmee hij een affaire heeft. Na de korte hoogtijdagen maakt hij nog Car Button Cloth (1996), de soloplaat Baby I’m Bored (2003), The Lemonheads (2006) en twee Varshions-coveralbums. En nu dus Love Chant.
‘JOHN, ZEG JE? We hebben dezelfde naam! Evan is een Welshe versie van John. Ivan, Ian, Juan, Johan , dat zijn allemaal naamgenoten van ons.’ Evan Dando zit op een trapje buiten voor de Melkweg op zijn akoestische gitaar te pielen, maar maakt gelijk plaats voor mij, terwijl hij zelf op de grond tussen twee opengeklapte gitaarkoffers plaatsneemt. Dat zijn eigenlijk reiskoffers: flesjes Fritz Kola, blikjes bier, drie joints, repen, een dichtbundel van Sylvia Plath – er ligt van alles in. Hij heeft ook nog een miniversterker en gitaarpedalen uit de bus gehaald. Dit is zijn hoekje vanmiddag.
Mijn oude held oogt doorleefd, maar doet enorm levendig. En onrustig, geen moment zit hij stil. Uitstekend humeur. Evan Dando houdt van gezelschap en praat liever dan dat hij zich verveelt in de tourbus. Dat het gesprek nogal chaotisch verloopt omdat Dando’s hoofd nou eenmaal zo werkt, nemen we op de koop toe. Hij laat zich moeilijk sturen. Soms beantwoordt hij andere vragen dan ik stel, maar er komt bijna altijd een goed verhaal uit. Na een uur hebben we onszelf volgens mij allebei een plezier gedaan.
HERINNER JE JE de video-opnames van Mrs. Robinson in de Groningse grachten nog?
‘Ja, natuurlijk. Er was geen weg terug meer met dat nummer, dus deden we het maar. Omdat Luka het goed had gedaan, zette mijn manager Janet [Billig Rich] ons onder druk om Mrs. Robinson op te nemen. Rock & roll-managers zijn allemaal smeerlappen, en misschien moeten ze dat ook wel zijn. Ik hou van Janet hoor. Soms heb je dat met mensen: ik hou van je, maar je doet me vreselijke dingen aan! Zo was het met haar. John Silva [filmproducent] van Gold Mountain Entertainment was naar ons label toegestapt voor die film, zo ontstond het idee. Atlantic had een gouden plaat van ons nodig, dus die hapten toe. Het ergste is dat ze ’m gelijk aan het album [It’s A Shame About Ray] toevoegden. Wij zeiden: nee, stop! Maar iedereen stond aan hun kant.’
Het werd wel een hit.
‘Nee, dat is het meest verschrikkelijke soort hit. Het ruïneerde mijn carrière. Voor altijd. De hele band voelde zich verraden, die song hoorde gewoon niet op ons album. De originele versie is perfect uitgebalanceerd, we hebben daar goed over nagedacht. Maar ze vonden ’m te kort. Muziek is zo puur en breekbaar. Als je een beetje zichtbaar wordt, komen er overal haaien uit het water die bloed ruiken.’
EVEN NAAR HET heden: er is een nieuw album en er komt ook een autobiografie van je aan, Rumours Of My Demise.
‘Begin alsjeblieft niet over het boek. Dat is walgelijk en staat vol met bullshit. Er is nauwelijks iets van blrgz… sorry.’ Evan haalt een stuk gebit met drie goudkleurige tanden uit zijn mond en gooit het in de gitaarkoffer. ‘Het boek was wel mijn idee. Ik had geen geld en ook geen manier om aan geld te komen tijdens de pandemie. Ik kon niet touren en had nog een zware verslaving toen. Matt Sweeney tipte me ooit een agent en die zette het op. Die bel ik altijd als ik fucked ben. Ik kreeg een prima deal van 300.000 dollar. Zoveel verdien ik er niet aan hoor. De gast die het boek schreef [Jim Ruland], moet ook wat hebben, er gaat nogal wat vanaf.’
‘Toch gek: elke keer als ik blut dreig te raken, komt er wel een bedrijf als Volkswagen met een zak geld voorbij. Ik kreeg 20 grand voor een aflevering van Big Mouth [tekenfilmserie, de aflevering Drug Buddies]. Martin Scorsese gebruikte Mrs. Robinson trouwens prima in The Wolf Of Wall Street, ook een zak geld. De hele song, van begin tot einde. Dat nummer staat voor de smerigste nineties-shit, en wat er toen mis was met de wereld. Het past perfect in de film, Scorsese redde die song voor mij. Want met de opname is niks mis. We namen Mrs. Robinson op in Berlijn, een dag na een festival. We hadden ’m nog nooit volledig gespeeld, alleen doorgesproken hoe we het zouden doen. Daarom klinkt ie zo fris. Als het gewoon een losse single was gebleven, was het prima.’
TERUG NAAR HET boek. Hoe is dat gegaan, werd je geïnterviewd?
‘Ja, heel vaak. Maar hij gebruikte bijna niks van wat ik hem vertelde en de aantekeningen die ik stuurde. Hij heeft echt alles verzonnen, er staat niks in dat waar is. Het is wel interessant, maar het raakt niet aan mijn echte leven. Ik las de eerste vier hoofdstukken en die waren zo ranzig dat ik er bijna van moest overgeven. De twintig exemplaren die ik kreeg, heb ik weggegooid. Dat was een echte Covid-fuck up. Maar whatever, nu vind ik het wel leuk. Ik ga signeren in boekenwinkels als The Strand in New York, prachtige zaak. Alles eromheen staat me wel aan. Een paar fragmenten in het boek zijn wel oké. Er staan goeie foto’s in. Maar als je even het internet op gaat, zie je hoe weinig er chronologisch van klopt. Daar ben ik nog het meest boos over. Doe gewoon je research.’
Laten we dan over Love Chant praten. Schreef je echt zo weinig de afgelopen twintig jaar?
‘Ja, want ik was hiermee bezig.’ Evan stroopt zijn mouw op en daar komt een arm vol littekens onder vandaan. ‘Dag in, dag uit. Het duurt heel lang voordat je die wonden krijgt, dat kostte me twintig jaar.’
En het ruïneerde je creativiteit?
‘Zeker. Maar mijn aders zijn nog oké, mijn lichaam is in orde. Een ding met heroïne is: als je het op latere leeftijd nog gebruikt, wil je er niet meer mee stoppen. Maar ik werd heel bang voor de dood, dus daarom kickte ik af. En om veel andere redenen. Je zegt tegen jezelf: met mij gaat het prima, zolang ik maar voor 200 dollar aan heroïne op een dag kan krijgen. Je ziet niet eens meer dat dat lachwekkend is. Vrienden van me zeiden al jaren: Evan, stop met een cliché zijn. Het is genoeg geweest. Ze hadden gelijk natuurlijk. Speed, coke en heroïne, dat was het dagelijkse recept. Daar leefde ik op. Ik ben nu zo’n vier jaar geleden gestopt. Mijn toenmalige vriendin vond me opeens niet leuk meer, omdat ze verliefd was geworden op een junkie.’
OP LOVE CHANT doen J Mascis, Juliana Hatfield en Tom Morgan weer mee. Zijn jullie altijd vrienden gebleven?
‘Ja, ook toen we geen muziek maakten. J speelde ook op het vorige album [The Lemonheads uit 2006], in No Backbone en Steve’s Boy, het beste liedje van die plaat. Ik betaal J altijd goed voor zijn hulp, want ik hou van hem. Ik gaf hem 4.000 dollar voor twee solo’s, maar hij stuurde er vier op. Die twee krijg je gratis, zei hij. J komt uit dezelfde stad [Amherst, Massachusetts] en heeft dezelfde verjaardag [10 december] als dichteres Emily Dickinson.’
Ging het schrijven weer beter toen je was afgekickt?
‘Ik schreef niet veel toen ik aan de heroïne zat. Het wordt sowieso moeilijker als je ouder bent. Ik verhuisde eens naar het eiland Martha’s Vineyard om mijn zelfrespect en creativiteit een kick in the ass te geven. Dat ligt voor de kust van Massachusetts. Maar als je op een eiland woont, weet iedereen heel snel dat je een junkie bent. Het werkte niet, al vond ik het op zich prima om de paria van het eiland te zijn. Ik groeide er vlakbij op en kwam daar als tiener vaak om lol te trappen. Daarna verhuisde ik naar Boston voor de band.’
JE WOONT NU in São Paulo. Hoe heb je je vrouw Antonia ontmoet?
‘Dat gaat heel ver terug. We kwamen vroeger met de band op allerlei plaatsen, en dan belde je mensen als Kate Moss over waar je heen moest. Voor drugs en vertier, snap je? We waren in São Paulo en hadden een adres gekregen. Dat bleek van het toenmalige vriendje van de moeder van Antonia. Hij was geen cokedealer, al had ie hele goeie coke. Gewoon een rijke gast. Maar daar ontmoette ik Antonia voor het eerst. In 1994, ze was nog heel jong. Ze trouwde later met een gekke Amerikaan en heeft drie kinderen.’
‘Ik was haar sindsdien weleens tegengekomen, en een paar jaar geleden bedacht ik opeens: ik mis Antonia, zij was cool. Toen heb ik weer contact gezocht. Ik had geen idee dat haar vader een beroemde muzikant was [Renato Teixeira]. We wonen nu in de bergen bij São Paulo, een plek die vergelijkbaar is met Laurel Canyon in Los Angeles in de jaren zeventig. Iedereen woonde daar toen. We hebben een soort James Bond-huis met een zwembad en een studio. Acht slaapkamers en een gastenverblijf. Het is zo mooi. Ik wil altijd naar huis tegenwoordig. Ik hou van werken, maar het is ook goed als je zin hebt om naar huis te gaan aan het einde van een tour. Dan weet je dat je een echt thuis hebt.’
Kon je gelijk goed aarden in São Paulo?
‘Het is mijn favoriete plek in de wereld, een compleet ander universum. Je kunt er trouwens niet in de rivier zwemmen, daar ga je dood aan. Zo vervuild. Boven waar wij wonen is het rustiger en schoner. Brazilianen zijn heel chill. Ik kan niet geloven dat mijn vrienden daar niet allemaal wonen.’
ZULLEN WE WAT nieuwe songs doornemen? Wild Thing is gebaseerd op de hit van The Troggs.
‘Adam Green schreef dat grotendeels. Hij en Jody Porter van Fountains Of Wayne. Adam zei: Evan, ik heb een song, maar ik denk niet dat we ermee wegkomen. Toen heb ik er nog wat omheen geschreven. Dan krijg ik toch nog 10 procent, snap je?’ Evan begint gelijk de akkoorden voor te spelen die hij inbracht. ‘Dat is 10 procent.’
Dit doet me denken aan Purple Parallellogram, dat je ooit met Noel Gallagher maakte, maar dat nooit werd uitgebracht. Hoe zat dat nou precies?
‘We ontmoetten elkaar op Glastonbury 1994 en hingen later weleens samen rond. We hadden geprobeerd om drugs te scoren in Amsterdam, maar dat mislukte. Iemand gaf ons verkruimelde zeep, je werd constant belazerd. Maar ik had nog wat rohypnol [sterke slaapdrug] en die gaf ik hem. Hij viel als een blok in slaap. Weer wakker zei ie dat hij deze song had gedroomd. Purple parallellogram I got in Amsterdam made me dream a dream I didn’t understand. Dat was de rohypnol. Evan, deze moet je doen, zei hij.’
‘Maar Oasis werd snel huge en onbereikbaar, ook voor mij. Later veranderde Noel de tekst: You gotta roll with it… Daarom mocht mijn Purple Parallellogram-versie niet meer uitkomen, hij had het omgebouwd tot Roll With It. Daar had ik wel graag 10 procent van gehad, die twee songs zijn met elkaar verbonden. Maar hij schreef het, ook het origineel. Ik ben wel benieuwd wat hij erover te zeggen heeft, trouwens. Noel is een geweldige vent, maar hij vindt het leuk om een klootzak te spelen. Dat werkt altijd goed in showbusiness. Ik kwam Noel eens op het vliegveld in Milaan tegen en vroeg hem naar Oasis. Nooit, nooit meer, zei hij. En toen maakte hij zich snel uit de voeten. Toen wist ik zeker dat die reünie er ging komen.’
WAT VIND JE van MJ Lenderman? Die coverde The Outdoor Type, geschreven door Tom Morgan.
‘MJ wie? Zegt me heel vaag wat. Maar ik ben niet geïnteresseerd. Er is nog zoveel muziek uit de jaren dertig, veertig, vijftig en zestig waar ik me in wil verdiepen. Is het goed?’
Vind ik wel, ja. Hij wordt weleens met jou vergeleken.
‘Wat vindt hij van Palestina?’
Geen idee. Vind je het belangrijk dat muzikanten zich daarover uitspreken?
‘Het is altijd belangrijk geweest. Al een paar duizend jaar. Het is een puinhoop daar. Het lijkt erop alsof Israël een intergenerationeel trauma heeft. Joden zijn vroeger zo enorm verneukt dat ze zichzelf nu niet in de hand kunnen houden. Ik vind het vreselijk voor iedereen die met die ramp te maken heeft. Israël was te gek. Ik ben er geweest, de mensen waren te gek. Waarom zouden ze dit willen doen?’
Kun je vanuit Brazilië met meer afstand naar de situatie in de VS kijken?
‘Ik ben er boos over, het is verschrikkelijk. Hoe durven ze het nog erger te maken dan het al was? Het was al heel slecht in de jaren negentig. De macht is volledig kwaadaardig nu. Het lijkt wel alsof God het er ook niet mee eens is, want het aantal natuurrampen en extreme temperaturen is niet meer bij te houden. Maar ze geloven niet in klimaatverandering. Charles Manson had gelijk. Amerika geeft gestoorde mensen als hijzelf te veel ruimte.’
RIDE WITH ME gaat over de Manson Family, toch?
‘Absoluut.’ Evan begint gelijk het intro te spelen. ‘Er is een film over de Manson Family met beelden van een documentairemaker die ze op de ranch filmden vóór die moorden. Zitten ze daar buiten, terwijl ze elkaars hoofden kaal scheren. Fascinerend. To know you know is to know it, dat zei iemand van de family. En Jesus rides with me. Het is een soort hymne. Het is half spelen met dat Manson-verhaal, maar beschrijft ook een lange autorit die ik van Boston naar Florida Keys maakte.’
Een van je beste songs. Was er een moment dat je merkte: nu word ik echt goed in schrijven?
Evan speelt een punkriff. ‘Dit was de allereerste die ik ooit schreef op de middelbare school: Mad. Onze bassist Jesse Peretz vond het niks; te generieke punk. Dat is het hele punt, motherfucker! Ik vond ze vanaf het begin al best goed. Meer volwassen muziek begon ik met A Circle Of One [van Lick] en Out [van Creator] in de vingers te krijgen. Ride With Me en Stove [van Lovey] zijn goed. En Mallo Cup [van Lick], daarop speel ik alle instrumenten. Niet perfect, maar het was beter dan wat de band toen deed. Ik was klaar met non-muziek spelende bandleden.’
ALS JE TERUGKIJKT op de meest succesvolle periode van The Lemonheads…
‘Het was toen een grote puinhoop. Misschien verkochten we wat meer platen, maar zo goed hebben we het nooit gedaan. Ik geloof nog steeds dat het ooit beter kan dan toen. Muziek is er voor altijd, je weet niet waar mensen over twintig jaar naar luisteren. Maar het maakt me ook geen fuck uit. Ik doe dit voor mezelf en voor niemand anders. Daarom raak ik vaak in de problemen, omdat ik soms crazy shit op het podium doe. Gewoon voor de lol. Dan ontstaan er verhalen op internet, maar die neem ik nooit serieus. Een fucking airfryer kan die comments tegenwoordig schrijven. Ik vind het natuurlijk fijn als mensen mijn muziek waarderen. Ik hou ook van veel praten, maar vaak begrijpen ze me niet. Ik ben best wel een clown, breng mensen graag aan het lachen. Maar dat lukt me bijna nooit. Kan ik je dit gedicht voorlezen? Dan zijn we daarna klaar.’
Evan Dando pakt de dichtbundel Ariel van Sylvia Plath uit zijn gitaarkoffer en draagt Cut voor.
Whose side are they on?
O my
Homunculus, I am ill
I have taken a pill to kill
The thin
Papery feeling.
Saboteur,
Kamikaze man
LOVE CHANT is op 24 oktober verschenen.

