Het is weer tijd voor de Nijmeegse sloop-tweedaagse. Soulcrusher is al jaren een vertrouwd en geliefd festival, dat zijn wortels diep in de underground metal heeft. Sludge, doom, black of death metal, de bands die er spelen brengen hun muziek vaak vol overgave en het publiek luistert gretig en geconcentreerd mee. Het festival wordt bovendien gehuisvest in een van de meest sfeervolle zalen van Nederland: Doornroosje. De organisatie weet ook altijd een combinatie neer te zetten van gevestigde bands en aankomend talent. Of dat dit jaar ook zo is? Voor derde keer op rij doet de tandem Friso (verhaal) en Ruth (foto’s) verslag.

Ook dit jaar is er weer een speciaal gecureerd biermenu, waarbij Soulcrusher een nieuw biertje (staartbijter) introduceert en er bij de bar ook een Terzij de Horde bier besteld kan worden. De merchandise bevindt zich zoals altijd boven, waar het soms dringen is, maar je kan daar wel met een speciaal bier en je net gekochte merch even op een zetel neerstrijken.
Er is ook weer catering aanwezig, die voornamelijk vegan maaltijden verstrekt. Hoewel het er goed uitziet, vind ik de portie en de prijs echter niet helemaal in balans, waardoor ik beide dagen mijn heil ergens anders zoek. Binnen een paar minuten ben je in het centrum van Nijmegen waar natuurlijk genoeg te halen valt, of je kan gewoon naar het station.
Verder weer hulde voor de organisatie: elke band begint en eindigt keurig op tijd, alles verloopt vlekkeloos. De medewerkers zijn uiterst vriendelijk, ook als je voor de zestiende keer iets in je rugzak wil stoppen of je platen bij de garderobe wil achterlaten (pluspunt dat dit kan!). Zorg is alleen dat je die niet kwijt moet raken. Maar afgezien van dat; er zijn niet zo veel rijen bij de bar. Zelfs bij drukbezochte shows als Terzij de Horde is het relatief eenvoudig snel een bier te krijgen.
Gavran schudt de boel vandaag even wakker met hun repetitieve sludge/doom, waarbij er veel ruimte is voor cleane zang. Die klinkt her en der nog wel wat wankel, maar echt storen doet het niet, het past zelfs bij de sfeer van de muziek. Minder kapot ben ik van de bak effecten op de krijs, tijdens die momenten dwaalt mijn aandacht liever af naar de visuele beelden op de achtergrond die voornamelijk bestaan uit weide landschapsfoto’s. Die sluiten mooi aan bij de melancholische ondertoon die dit Rotterdamse viertal in zijn geluid legt.
Dit is een prima opener van de zaterdag omdat je niet gelijk omver gebeukt wordt. Er is ruimte voor verstilde momenten en fraaie opbouwstructuren, waarbij wel gezegd moet worden dat Amenra nooit ver weg is. Wellicht niet onlogisch als je Tim de Gieter als producent voor je plaat hebt. Met lange songs die de aandacht vastgrijpen en toewerken naar climaxen weet Gavran de aandacht vast te houden.

Ik moet eerlijk bekennen: ik was niet zo bekend met Wyatt E.. Ik had wel eens wat interviews en recensies voorbij zien komen maar had de band nog geen luisterkans gegeven. De merkwaardige naam wekte in de metalwereld al vraagtekens op, dus vandaag maar eens kijken wat die gasten nu eigenlijk doen. Nou, in ieder geval prachtige visuals maken, om te beginnen. De backdrop met een enorme vogel op de achtergrond zet direct de toon en schept sfeer. Dat wordt echter wat ondergraven wanneer de heren het podium betreden met nepbaarden en lange gewaden. Alsof Sunn O))) en Pierre Cartner samen carnaval vieren. De muziek is echter bloedserieus. En bij vlagen bloedmooi.
Wyatt E. werkt met geduld en spanningsbogen. Laag voor laag worden steeds meer elementen toegevoegd, of dat nou bekkenaanslagen of een subtiele gitaarlijn is, het bouwt zich steeds verder en verder uit, om uiteindelijk niet per se met een climax te exploderen. En dat vind ik wel tof aan deze band; de vier mannen melken hun momenten niet uit, maar weten telkens variaties op een thema te maken, zonder dat het geweld losbarst, en zo weet Wyatt E. de aandacht goed vast te houden.
Daarbij wordt er soms iets te overdadig gebruik gemaakt van effecten, vooral bij Im Leyla, maar dat wordt dan weer ruimschoots gecompenseerd door fraai drumspel. Na een vrijdag waar het vooral doordrinken geblazen was, is deze muziek een prima soundtrack voor bij de kater. Het heeft bij vlagen ook wel wat weg van Monkey3, die ook zulke bezwerende melodieën kan schrijven, al gebruikt Wyatt E. veel meer oriëntaalse invloeden. De hele band wil duidelijk een zweem van een vergeten, vroegere wereld oproepen, en dat lukt verrassend goed. Sterker nog, de mystieke momenten zouden best nog wat meer gebruikt mogen worden, omdat die opgebouwde sfeer perfect past bij de performance. Het einde van de show is best tof, wanneer één gitarist flink tekeergaat terwijl de rest van de band stokstijf stil blijft staan. Grootste verrassing tot nu toe!

Een van de laatste toevoegingen aan de line-up van deze editie was Throwing Bricks. Dat is een veilige keuze, het is een Soulcrusher band pur sang, maar het is minder voor de hand liggend om de band gelijk op het grote podium te programmeren. Dat beantwoordt de band in ieder geval met een groot enthousiasme. Hoewel het geluid wat aan de zachte kant staat, stuitert de band en met name zanger Niels het podium over en weer. Zou hij er zoveel zin in hebben dat hij zo hard schreeuwt of staat het geluid gewoon nog niet goed afgesteld?
De nummers worden vol overtuiging gebracht, en vooral bepaalde breaks werken erg goed. Het wordt bovendien nog wat sfeervol wanneer op een gegeven moment de lampen op rood gaan en de climax genadeloos losbarst. Throwing Bricks speelt knap met de contrasten tussen hard en zacht, al vind ik de band op zijn best wanneer de gitaarlijnen door elkaar heen cirkelen en er meer variatie in de muziek wordt gelegd met behulp van slepende riffs. Dat geeft de songs ademruimte, waardoor de harder stukken extra impact krijgen als het nodig is.
En hard komt het aan, het volume lijkt gedurende het optreden ook steeds meer te worden opgeschroefd. De mannen spelen steeds compromislozer, maar houden de aandacht wel vast doordat de structuur van de nummers steeds wijzigt en de opbouw telkens anders verloopt. Toch verslapt tegen het einde, tijdens de laatste twee nummers, de aandacht een beetje en is het monotone geschreeuw ineens iets teveel van het goede. Maar de band wint zieltjes en zet een puike show neer.

Een hoop bombarie, een bebaarde redneck die lomp staat te schreeuwen, een vrouw die geknield op het podium zit en een muur van chaotische geluiden: Forn is net begonnen aan zijn set. De band uit Boston maakt een mix van sludge en funeral doom, maar wie bij dat laatste denkt aan tergend trage tempo’s heeft het mis. Dit vijftal trapt het gaspedaal regelmatig stevig in, terwijl je het gevoel hebt dat je hoofd daaronder ligt. Het is zó lomp, zó overweldigend, dat het haast fysiek voelt.
Toch ben ik niet helemaal kapot van het stemgeluid van zanger Chris. In dat opzicht is het fijn dat de band ook een zangeres heeft in de vorm van Lane Shi Otayonii. Pas na drie nummers krijg je iets mee van haar vocalen, en die zijn een fraaie tegenhanger. Het merendeel van de tijd is zij aan het bewegen, maar wanneer ze zingt maakt meteen indruk. Het geeft meer diepte en gevoel aan deze show, want naast het pompen en beuken zet de band bij vlagen ook in op sfeergordijnen ondersteund door de riffs. De muziek weet niet continu te boeien, maar het maakt wel enige indruk.

Dan de band die ik tot nu toe altijd heb weten te missen: Pothamus. Dit jaar bracht het Belgische trio in de vorm van Abur een prachtplaat uit, die verder borduurt op hun tribale sludgegeluid. De plaat telt slechts zes nummers, maar die vormen samen een coherent geheel. Het is dus een band die de tijd neemt voor zijn nummers, en die laten ademen. Wat dat betreft zijn ze bij Soulcrusher aan het juiste adres. Het publiek luistert namelijk aandachtig hoe de band zijn nummers uitbouwt. Het tribale van de band zit hem vooral precies in die opbouw. Maar net als Wyatt E. werkt Pothamus niet per se naar een climax toe, maar gaat het vooral om de opbouw, om laag op laag te stapelen, waarbij sfeer en klank even belangrijk zijn.
Die opgebouwde sfeer wordt even verstoord wanneer een of andere griet met een iPhone over het podium paradeert. Wat is die aan het doen? Een videoclip opnemen? Het leidt een beetje af van de muziek, maar goed, dat terzijde. De band speelt namelijk een heel fraaie set, waarbij er geconcentreerd gespeeld wordt. Het geluid is (ik val in herhaling) uitstekend afgesteld: zo kun je in Zhikarta de felle drums horen, terwijl het gitaargeluid en de gespeelde melodieën iets geruststellends hebben. Het samenspel tussen die twee zorgt ervoor dat het zowel dreigend als hypnotiserend klinkt.
De band heeft duidelijk nagedacht over de setlist, die een geleidelijke opbouw kent: hoe verder in de set we komen, hoe steviger het geluid wordt. Pothamus is geen band die je fragmentarisch moet bekijken of beluisteren, het draait om een de totaalbeleving, om de reis eerder dan de bestemming. Langzaam word je meegezogen in het bandgeluid waarbij de finale van Abur heel fraai is: gitaristen Michael en Sam zitten gehurkt op het podium volledig opgenomen in het geheel: het geluid, de backdrop, de rook. Bij Pothamus wordt alles één, band en omgeving smelten samen tot een organisme.

Zoek je misschien nog een soundtrack voor een avond waarin je iemands gezicht met een loden pijp of een kapotte wijnfles wil bewerken? Dan kan je prima Fange als achtergrondmuziek gebruiken. Sjongejonge wat een mechanische bulldozer is dit. De industrial van deze band is hard, hoekig en compromisloos en hakt er geregeld op los, vol stop-and-go momenten, wat het beoogde effect natuurlijk helemaal dient. Het ontwricht en het is intens.
Alsof dat nog niet genoeg is worden er nog allerlei geluiden door de speakers gejaagd en worden de drums natuurlijk keihard versterkt. Is het dan alleen maar boos en hard? Nee, gek genoeg weet de band, soms, heel soms, verrassend melodieus uit de hoek te komen en dat geeft je nét genoeg ademruimte voordat je de ring weer in mag om je opnieuw tot pulp gemept te laten worden. Maar oh, wat kan dat soms goed voelen. Dat is het geval bij Fange, net als goede wijn wordt het beter naarmate je het langer op je in laat werken. Met zoveel muziek achter de rug is Fange de juiste band op het juiste moment.

Helaas zijn er weer allerlei onderbrekingen in het treinverkeer waardoor ik vroegtijdig naar huis moet. Daardoor mis ik de headliners Healthy Living en Blood Incantation. Het is niet anders. Ruth was met de auto zodat we in ieder geval nog de fraaie foto’s hebben. Niet van elke band is een verslag gemaakt, maar hieronder vind je ook nog foto’s van de overige bands die er speelden.
En zo komt er weer een einde aan twee dagen Soulcrusher. Twee dagen die op rolletjes liepen en, ondanks een gebrek aan écht grote namen, toch weer voorbijvlogen. Dat ligt deels aan de kwaliteit van de bands, maar zeker ook aan de sfeer op dit festival. Het blijft ook een omgeving waarin je je graag onderdompelt. Doornroosje is daar natuurlijk bij uitstek een goede zaal voor: een plek van weerzien tussen mensen, die vaak de stoeltjes pakken beneden in het café, of boven, om weer even bij te praten. Het was ook weer uitverkocht, wat aangeeft dat dit festival een trouwe fanschare kent.
Qua bands waren er dus niet de grote uitschieters, maar ook geen dalen. Wel viel op dat er dit jaar weinig non-metalbands geprogrammeerd waren, terwijl het wel een verrijking kan zijn om bijvoorbeeld een dark folk of electro act toe te voegen. Het zou daarnaast soms kunnen helpen om iets beter te kijken naar de podiumindeling, want het is vaak te druk bij bands in de kleine zaal waarvan je al kan verwachten dat het volloopt. Maar goed; wie weet wat de organisatie volgend jaar weer in petto heeft. Wij zullen er dan zeker weer bij zijn.

(Healthy Living)


(Blood Incantation)

(Oryx)


(Sijin)


(Daufodt)
Datum en locatie
11 oktober 2025, Doornroosje, Nijmegen
Foto’s:
Ruth Mampuys (Ruth-Less Photography website en Facebook)
Link: