Olcay Gulsen merkt dat televisiemakers haar steeds meer zijn gaan zien als geschikte talkshowgast, maar heeft eigenlijk heel andere ambities met dit medium. “Ergens mis ik dat wel”, laat ze weten.
Door onze entertainmentredactie
© SBS
De 45-jarige Olcay Gulsen heeft een pittige mening en steekt die ook niet onder stoelen of banken. Op een gegeven moment was ze zelfs vaste gast bij Vandaag Inside, waar ze min of meer van tafel is gestuurd omdat ze medegast Wierd Duk heeft beledigd. Wel zagen we haar afgelopen zomer nog regelmatig aanschuiven bij De Oranjezondag.
‘Ik mis het wel’
Het is nou eenmaal zo gelopen dat ze tegenwoordig vooral op televisie is als talkshowgast, maar dat is niet haar ambitie, vertelt Olcay in De Telegraaf. Het is ook niet zo dat ze nu minder tv wil gaan doen. “Nee, tv vind ik ook nog steeds heel leuk.”
Ze vervolgt: “Ik heb programma’s gemaakt over huiselijk geweld en over stalking, maar op de een of andere manier ben ik de laatste jaren steeds meer tafeldame bij talkshows geworden. Terwijl ik me juist veel inzet tegen armoede en huiselijk geweld, dus ergens mis ik dat wel.”
VPRO-hoek
Het lijkt erop dat Olcay meer terecht wil komen in de NPO- of VPRO-hoek. “Ik zou meer televisie willen maken over onderwerpen die me na aan het hart liggen. Ik ben ambassadeur voor de Verenigde Naties geworden met als speerpunten femicide en gendergelijkheid. Daar wil ik graag meer mee gaan doen.”
Beschikt ze wel over de gunfactor? Ze krijgt veel kritiek op social media. “Ik heb natuurlijk een uitgesproken mening, waar niet iedereen op zit te wachten. Ik denk dat het juist goed is als er mensen met verschillende opinies in discussie gaan. Datmaakt het gesprek alleen maar interessanter.”
‘Omdat ik vrouw ben’
Waarom denkt Olcay dat zoveel mensen zich aan haar storen? “Ik merk dat sommige kijkers zich aan mij ergeren. Ik ben ervan overtuigd dat dit vooral is omdat ik een vrouw ben.”
“Veel – conservatieve – mensen zitten helemaal niet te wachten op vrouwen die hun nek uitsteken. Maar júist daarom is het belangrijk dat vrouwen hun stem laten horen.”