AFPDijkinspecties bij N’Djamena in Tsjaad, vorig jaar rond deze tijd
NOS Nieuws•vandaag, 13:00
Over tien jaar zal er jaarlijks ruim 310 miljard dollar nodig zijn om ontwikkelingslanden minder kwetsbaar te maken voor klimaatverandering. Daarvoor waarschuwt het VN-Milieuprogramma UNEP in een nieuw rapport. De wereld brengt nu nog maar een fractie op van dat immense bedrag: twee jaar geleden was er wereldwijd ‘slechts’ 26 miljard aan publieke financiering voor beschikbaar. Er is dus ruim twaalf keer zoveel nodig.
De VN spreekt van een “gapend gat” tussen het bedrag dat nodig is en het bedrag dat op dit moment daadwerkelijk wordt opgebracht. In de armste landen worden daardoor levens en complete economieën bedreigd, waarschuwt het gezaghebbende instituut.
“Met name voor de armere ontwikkelingslanden, die vaak nauwelijks hebben bijgedragen aan de oorzaak van klimaatverandering, is dit echt een enorm probleem”, zegt klimaatfinancieringsexpert Pieter Pauw van de TU Eindhoven, een van de hoofdauteurs van het rapport.
Geen verdienmodel
“Iedereen op deze planeet leeft met de gevolgen van klimaatverandering: natuurbranden, hittegolven, verwoestijning, overstromingen, stijgende kosten, noem maar op”, zegt directeur Inger Andersen van UNEP. “Nu pogingen om de uitstoot van broeikasgassen in te perken achterblijven, zullen die gevolgen alleen maar groter worden. Meer mensen zullen erdoor geraakt worden en er zal aanzienlijke economische schade ontstaan.”
“Het is een ramp in slow motion, die steeds vaker zichtbaar wordt bij weersextremen wereldwijd”, vult Pauw aan. Dat komt ook doordat het wegnemen van kwetsbaarheden in ontwikkelingslanden voor de private sector vaak niet heel aantrekkelijk is; het verdienmodel van een steviger dijk is beperkt. Pauw schat dat zo’n 15 tot 20 procent van de kosten gedekt kan worden door de private sector. “Voor de rest is publiek geld nodig en dat is er op dit moment niet.”
Wat is klimaatadaptatie?
Toen landen in 2015 het Klimaatakkoord van Parijs sloten, maakten ze niet alleen afspraken over het tegengaan van de opwarming van de aarde. Ze stelden ook doelen voor aanpassingen die we moeten doen aan een veranderend klimaat, zoals dijkverhogingen of betere wateropslag.
Dit soort aanpassingen aan de gevolgen van klimaatverandering wordt ook wel ‘klimaatadaptatie’ genoemd. Dat staat los van bijvoorbeeld herstelwerkzaamheden na klimaatschade en is wat anders dan ‘klimaatmitigatie’, waarmee wordt gedoeld op de maatregelen om de opwarming van de aarde tegen te gaan, bijvoorbeeld door de uitstoot van broeikasgassen te beperken.
De timing van de publicatie van het VN-onderzoek is niet toevallig: het rapport verschijnt jaarlijks rond deze tijd, zodat de bevindingen kunnen worden besproken op de jaarlijkse klimaattoppen. Volgende week begint die klimaattop, COP30, in Brazilië.
Breedste schouders
Het VN-orgaan roept landen op om meer geld beschikbaar te maken voor adaptatie uit zowel publieke als private bronnen. “Zonder de schuldenlast voor de kwetsbaarste landen te vergroten”, zegt directeur Andersen.
De hoofdboodschap is wat mij betreft: neem klimaatrisico’s mee in iedere beslissing, over een nieuwe weg, waar mensen kunnen wonen of welk voedsel wordt verbouwd.
Pieter Pauw, klimaatfinancieringsexpert
Onlangs stelden ontwikkelingsorganisaties Oxfam en Care Climate Justice in een eigen rapport vast dat rijke landen bijna twee derde van hun klimaatgeld geven in de vorm van leningen. Daardoor nemen de schulden in die arme landen toe.
“Voor iedere vijf euro die landen krijgen, moeten ze zeven euro terugbetalen doordat ze daar rente over moeten betalen”, zegt klimaatexpert Rosa van Driel van Care Nederland. “Jaren geleden hebben we al afgesproken dat de landen die het meeste hebben bijgedragen aan de klimaatcrisis, de rijke landen met de breedste schouders, de meeste kosten moeten dragen. Dat is nu niet zo en dat is niet eerlijk of volgens de afspraak.”
Klimaat altijd meewegen
Het rapport kijkt voor het eerst in meer detail naar de gevolgen van inflatie. Die zijn groot. Zo is vorig jaar op de klimaattop onderhandeld over een verdrievoudiging van de financiering, van 100 miljard naar 300 miljard dollar in 2030, maar als je de inflatie meetelt, is die verdrievoudiging veel minder waard.
Pauw: “Wanneer je de inflatie meeneemt, is duidelijk dat het nieuwe klimaatfinancieringsdoel veel te weinig is om alle ontwikkelingslanden voldoende te beschermen.”
De Nederlandse wetenschapper verwacht dan ook dat de ontwikkelingslanden op de klimaattop in Brazilië veel aan dit rapport zullen hebben. “De hoofdboodschap is wat mij betreft: neem klimaatrisico’s mee in iedere beslissing, of het nou gaat over het aanleggen van een nieuwe weg, waar mensen kunnen wonen of welk voedsel er wordt verbouwd.”