Deze spons, Chondrocladia sp. nov., werd aangetroffen op 3600 meter diepte nabij Montagu Island en onderscheidt zich door zijn bolvormige lichaam met haakjes die prooien vangen – een zeldzaam gedrag voor sponzen, die doorgaans passieve filtervoeders zijn.
De spons onderscheidt zich door zijn bolvormige lichaam met haakjes die prooien vangen. © Nippon Foundation–Nekton Ocean Census
De expeditie, geleid door de Nippon Foundation–Nekton Ocean Census in samenwerking met het Schmidt Ocean Institute, onderzocht onder meer vulkanische caldera’s, de South Sandwich-trench en zeebodems rond afgelegen eilanden. Naast de spons werden ook iriserende pantserwormen, nieuwe zeesterren, zeldzame weekdieren en onbekende schaaldieren zoals isopoden en amphipoden ontdekt.
In totaal werden bijna 2000 specimens verzameld, verspreid over 14 diergroepen. De onderzoekers namen ook uren aan HD-video op, waaronder de eerste bevestigde beelden van een jonge kolossale inktvis in zijn natuurlijke habitat.
Volgens hoofdonderzoeker Dr. Michelle Taylor is slechts 30 procent van de verzamelde monsters geanalyseerd, wat erop wijst dat de biodiversiteit in deze regio nog grotendeels onontdekt is. Mogelijke nieuwe soorten zoals zwarte koralen en een nieuw geslacht zeeveren worden nog onderzocht. De Zuidelijke Oceaan speelt een cruciale rol in het wereldwijde ecosysteem.