Een klassiek concert bezoeken op zó’n spannende verkiezingsavond; wie kiest daarvoor? Een bomvol Concertgebouw, bleek woensdag. Veel concertgangers hadden hun abonnement al in huis toen de verkiezingsdag bekend werd, maar die hield ook niemand thuis. Chef-dirigent Klaus Mäkelä (29) kreeg een jubelovatie voor zijn levenslustige aanpak van Richard Strauss’ symfonisch gedicht Don Juan – waarmee het orkest komende twee weken op Azië-tournee zeker ook goede sier gaat maken. Terwijl elders kiezers en partijleiders tandenknarsten of jubelden, kon je aan het Museumplein tweeënhalfuur lang non-verbaal op adem komen bij walsen vol zwier, sensuele houtblazers en hoorns vol bonkig testosteron.
Klassiek
Kon. Concertgebouworkest o.l.v. Klaus Mäkelä. Werken van R. Strauss en Andrew Norman. Gehoord: 29/10 Concertgebouw, Amsterdam. Herh.: 30/10 aldaar. Info: concertgebouworkest.nl
Radio 4 : 9/11, 14 uur.
In de annalen van het orkest zal Mäkelä in september 2027 de eerste chef-dirigent zijn die voor zijn contractstart al een stevig deel van het ijzeren Concertgebouwrepertoire heeft uitgevoerd. In Japan en Zuid-Korea klinkt straks weer vijf keer Mahlers Vijfde symfonie, voor komend voorjaar staat Bachs Matthäus-Passion op de rol en na een wat tegenvallende Alpensinfonie in 2023 neemt Mäkelä nu ook Strauss-revanche met geslaagde, lekker verzadigd klinkende uitvoeringen van Don Juan en de Suite uit Der Rosenkavalier.
De breedte van Mäkelä’s muzikale kunde en gretigheid verdient sowieso lof. Andrew Normans Play (2013-2016) bleek geen licht voorafje, maar een enerverend, complex spel waarin de musici in grote bezetting zowel binnen de eigen groep (violen, fluiten, enz.) als individueel worden ingezet. Je ogen flitsen voortdurend heen en weer; hé, mooi loopje, wie speelde dat? Die opzet maakt het geheel zo sterk als de zwakste schakel, maar die was er niet. Zeker ook dankzij Mäkelä’s precieze ritmische leiding, die er armen, handen én tellende vingers voor inzette.
Foto Eduardus Lee
Zoom in
Orkestraal kunstvertoon
En nog een troef: Norman tovert voortdurend intrigerende, ongewone geluidseffecten uit het orkest. Hoe klinken acht contrabassen als je ze zacht doch ferm met de haren van je strijkstok aanslaat? Antwoord: ASMR-achtig sonoor. Een gimmick wordt het nooit: daarvoor zit Play te goed in elkaar, en zijn de kleuren te evocatief. Norman haalt drie kwartier lang het alleronderste uit de orkestkan – en laat er het slagwerk vier man sterk een ferme klap op geven.
Lees ook
In het symfonisch gedicht ontpopten componisten zich tot de Rembrandts van de klank

Een staalkaart van orkestraal kunstvertoon bieden natuurlijk ook de symfonische werken van Richard Strauss, waarvan de mix van weemoed, elegantie, bombast en ironie bij het Concertgebouworkest in het dna geslepen is sinds Strauss zelf in 1917 Der Rosenkavalier kwam dirigeren.
Onder Mäkelä klonken zowel Don Juan als de suite uit Der Rosenkavalier energiek, gekund en aanstekelijk. Die warme, gloedvolle strijkersklank leek haast vanzelf te komen. En het spel van hoboïst Alexei Ogrintchouk zou door pure verleidingskracht zelfs een bezem wortel doen schieten. Groeikansen waren er, natuurlijk, ook. Soms mag een melodie nóg stroperiger, een forte kan soms vanuit zachter mezzoforte opbloeien. En die typisch straussiaanse melancholie („Die Zeit, die ist sonderbar Ding…”) kwam er niet aan te pas, maar de royaal uitgeserveerde levenslust compenseerde dat ruimschoots.
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.