Onderofficiersconferentie 2025: grote verbondenheid en rol in behoud

De opkomst voor de Nationale Onderofficiers Conferentie (NOOC) was dit jaar massaal. Dik duizend militairen, gelijkgestelde burgers en dito reservisten kwamen voor editie 2025 naar Nijkerk. Hier werden ze verwelkomd door krijgsmachtadjudant Mark Veraart. “Er staat voor Defensie een hoop op het spel. De verbondenheid die dit met zich meebrengt… Schouder aan schouder… Voor elkaar in de bres springen. Het ontroert me als dat tijdens de NOOC voelbaar is.”

Tekst: André Twigt | Foto’s: Herman Zonderland en Jeroen Liebers

De hoogste onderofficier was verheugd over de grote belangstelling voor de NOOC. Die stond dit jaar in het teken van Deterrence & Defence; afschrikking en verdediging. Strategisch expert Gelf de Jong hield over dit thema een geopolitieke beschouwing. Vaste gast Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim sprak de zaal toe over hoe hij denkt over het thema. Daarbij uitte hij ook zijn waardering voor de onderofficieren en burgermedewerkers bij Defensie.


een overzicht van de zaal vol bezoekers.

De belangstelling tijdens de NOOC was dit jaar overweldigend.

Een en ander te winnen

De generaal riep zijn gehoor op zich vooral te realiseren dat er andere tijden op komst zijn. Volgens de hoogste baas is Rusland in 2028 sterk genoeg voor een kleine aanval op een buurland. Om de kans hierop te verkleinen, zijn afschrikking en verdediging volgens hem de beste remedie. “Qua materieel en personeel timmeren we hard aan de weg. Qua mentale weerbaarheid valt er nog veel te winnen.”

‘Per 1 januari 2028 zijn we operationeel gereed’

Daarmee raakte generaal Eichelsheim een gevoelige snaar. Je voorbereiden op oorlog is moeilijke en zit niet een-twee-drie tussen de oren. In zijn dagafsluiting ging adjudant Veraart ook op deze materie in. Hij riep op om methoden waarmee je gevechtsbereidheid en mentale weerbaarheid in opleiding en training kan verwerken breed te delen. “We krijgen via vele kanalen ook berichten hierover uit Oekraïne. Het is zaak dat we daarmee ons voordeel doen.”

Weerbaarheid en gevechtsbereidheid

Mentale weerbaarheid en gevechtsbereidheid zijn begrippen die op elkaar lijken. Maar ze zijn niet helemaal hetzelfde. Mentale weerbaarheid betekent dat iemand goed kan omgaan met stress, tegenslagen en angst. Gevechtsbereidheid is de gereedheid en de wil om te vechten in een bedreigende situatie. Mentale weerbaarheid en fysieke weerbaarheid zijn allebei onderdelen van gevechtsbereidheid.   


adjudant Veraart sprekend tijdens de NOOC.

‘Met de verbondenheid zit het wel goed’, oordeelde krijgsmachtadjudant Mark Veraart op basis van de hoge opkomst.

Meer met simulatoren

Tijdens de zogenoemde Round Robin was er een static show, waarbij de nieuwste snufjes op materieel gebied werden getoond. Interessant was hoe schietenoefeningen er in de nabije toekomst uit gaan zien. Adjudant van de mariniers Joost Wijkers van het Joint Kenniscentrum Schieten vertelde dat de militair veel meer te maken krijgt met state of the art simulatoren en minder met het afvuren van live munitie op de schietbaan. “De sensatie van het schot zal altijd belangrijk blijven. Maar vaststaat dat simulatoren straks leidend zullen worden bij het aanleren en onderhouden van de schietvaardigheid.”


de CDS en krijgsmachtadjudant Veraart die elkaar de hand schudden.

Vaste gast Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim sprak tijdens de NOOC zijn waardering uit voor de onderofficieren en burgers bij Defensie.

Stuk veiliger

In zijn presentatie legde Wijkers uit dat de mogelijkheden om militairen te scholen en te trainen dankzij AI oneindig zijn. Van beeldend en begrijpelijk schietvaardigheid bijbrengen tot het optuigen van bijna echte scenario’s voor groepsoptreden, is met de nieuwe technieken geen probleem. “Tegenwoordig kunnen we niet meer met alle wapensystemen op de schietbaan, terecht”, becommentarieert Veraart. “Met simulatie kom je heel dicht in de buurt van een live training. Daarbij zijn simulaties een stuk veiliger en bespaar je op munitie veel geld.”

Adjudant Veraart wees er tijdens de NOOC op, dat investeren in innovatie een voorwaarde is om je snel te kunnen aanpassen aan nieuwe situaties. Zo ook voor het gebruik van nieuwe technieken. Daarbij is het tevens zaak om het gebruik van technologieën en manieren van opereren door te laten werken in de SOP’s: Standard Operating Procedures. “We zijn dan beter in staat kennis en ervaring uniform en breed te delen.”


een foto van de adjudant gebarend met zijn handen tijdens het interview.

Adjudant Veraart zegt dat investeren in innovatie een voorwaarde is om je snel te kunnen aanpassen aan nieuwe situaties.

Operatie Quantum Leap

Generaal Eichelsheim vertelde de zaal dat er nog veel moet gebeuren om een langdurige conventionele oorlog met Rusland aan te kunnen gaan. Wat een enorme steun in de rug moet worden en waar de generaal veel van verwacht, is Operatie Quantum Leap. Dit begrip staat voor een radicale moderniseringsslag, die Defensie samen met civiele partners, kennisinstituten en het bedrijfsleven maakt. Quantum Leap voorziet onder meer in een toenemend gebruik van robotica, sensoren, satellieten en data-integratie en AI. Allemaal moeten die bijdragen aan een organisatie die sneller, flexibeler, en innovatiever kan optreden.

‘Dit is de tijd om ons tot het uiterste voor te bereiden’

“Quantum Leap staat ook voor eenvoudiger regelgeving, waardoor we simpeler spullen kunnen aankopen en we niet alleen aan de Europese industrie gebonden zijn”, legt adjudant Veraart uit. De Wet op de Defensiegereedheid opent volgens de hoogste onderofficier de deuren om grotere aantallen personeel makkelijker in de krijgsmacht toe te laten. “Dat moet, want we streven om is per 1 januari 2028 operationeel gereed te zijn.”


bezoekers die achter het stuur van een geprinte RHIB zitten.

De krijgsmachtdelen presenteerden hun noviteiten op de static show.

Lastig voor te stellen

Tijdens de NOOC was de boodschap van adjudant Veraart, dat Deterrence & Defence gaan over dat we bereid moeten zijn om voor onze vrijheid te knokken. Prepare for war. “In de relatief vredige situatie waarin we nu leven, is het lastig voor te stellen dat we ons tot het uiterste moeten voorbereiden om strijd te leveren. Dit is de tijd om dat te doen.” Volgens Veraart moet daarvoor nog heel wat gebeuren. Uiterlijk in 2030 moet het personeelsbestand zijn gegroeid naar honderdduizend medewerkers. Vanaf 2029 wil Defensie ongeveer negenduizend militairen per jaar laten instromen.


de adjudant tijdens het interview.

Adjudant Veraart: ‘In de relatief vredige situatie waarin we nu leven, is het lastig voor te stellen dat we ons tot het uiterste moeten voorbereiden om strijd te leveren.’

Onvrede

Om deze getallen waar te maken en vooral vast te houden, is er volgens Veraart voor de onderofficier een belangrijke rol weggelegd. “Bij iedere man of vrouw die de dienst wil verlaten, moeten wij ons afvragen wat de reden is. Gaan mensen weg uit onvrede? Om die stijgende lijn in de aanwas vast te houden, moeten we weten wat er speelt. Zijn er mogelijke trends? Wij zijn degenen die constant de blik op de werkvloer hebben. Laten we dan ook kritisch blijven op wat wij kunnen doen om iemand bij Defensie aan boord te houden.”