Robert Vuijsje (25/10) stelt dat de felle reacties op de oorlog in Gaza laten zien hoe dun de beschaving is waarop het Westen prat gaat. Volgens hem worden Joden in Nederland steeds vaker collectief ter verantwoording geroepen, terwijl misdaden of oorlogen elders nooit zulke morele opwinding veroorzaakten. Daarmee suggereert hij dat de verontwaardiging over Gaza vooral emotioneel of cultureel bepaald is: een moderne uiting van wantrouwen tegenover ‘de Jood’.
Dat is een ernstige onderschatting van de feitelijke context. Anders dan bij veel andere conflicten gaat het in Gaza niet alleen om publieke woede, maar om aantoonbare zorgen die inmiddels ook door internationale instituties worden gedeeld. De Verenigde Naties en het Internationaal Gerechtshof onderzoeken of Israël zich schuldig maakt aan schendingen van het Genocideverdrag. Mensenrechtenorganisaties spreken van systematische oorlogsmisdaden. Dat zijn geen uitingen van vooroordeel, maar van internationaal vastgelegde rechtsbeginselen.
Daarnaast verwart Vuijsje kritiek op Israël met vijandigheid tegen Joden. Een jood is een religieus of cultureel lid van een volk; een Israëli is staatsburger van een land. Wie dat onderscheid negeert, wekt de indruk dat Israël en het Jodendom als parallelle identiteiten worden gezien — precies de verwarring die antisemitische retoriek historisch heeft versterkt.
Er is bovendien een vergeten perspectief. Na de aanslagen van 11 september 2001 ervoeren veel Nederlandse moslims hetzelfde mechanisme dat Vuijsje nu beschrijft: zij werden collectief aangesproken op daden van geloofsgenoten elders, bekeken met wantrouwen, en geacht zich te distantiëren van terreur waarmee ze niets te maken hadden. Moskeeën werden bedreigd, vrouwen met hoofddoek bespuugd, en in de politiek werd openlijk gesproken over ‘de islam als probleem’.
Die sfeer werd gevoed door politici als Geert Wilders en later Caroline van der Plas, die zich vijandig blijven opstellen tegenover de islam in Nederland en tegelijkertijd onvoorwaardelijke steun betuigen aan Israël. Het is precies deze combinatie van binnenlands vijanddenken en buitenlandse loyaliteit die de morele scheefgroei blootlegt waar Vuijsje zelf blind voor lijkt.
Nederland kent sinds 1945 juist een traditie van moreel activisme tegenover buitenlandse regimes: van onder meer de afwijzing van de indertijd fascistische regimes in Spanje, Griekenland, Zuid-Afrika en Chili, al dan niet gepaard met boycots van producten uit die landen. De verontwaardiging over Gaza past in die lijn. Ze bewijst niet dat Nederland antisemitisch is, maar dat burgers hier gewend zijn machtsmisbruik buiten de landsgrenzen moreel te bevragen.
Vuijsje heeft gelijk waar hij waarschuwt voor antisemitische ondertonen bij sommigen, maar hij zou sterker staan als hij onderscheid weet te maken tussen kritiek op een staat en haat tegen een volk. Alleen met die helderheid kan de strijd tegen antisemitisme geloofwaardig worden gevoerd — en zonder nalatig te zijn door andere minderheden niet te benoemen die eerder precies hetzelfde hebben ervaren.
Rien Klaassen Rotterdam
Lees ook
‘Hoe kon dit gebeuren?’ Ik denk dat ik het nu snap

Joodse Nederlanders Buitenburgers
Robert Vuijsje is verbaasd dat Joden worden aangesproken op ‘Gaza’, terwijl Amerikanen ongemoeid werden gelaten bij de catastrofale oorlog tegen Irak. Het laatste element van de vergelijking klopt al niet: in 2003 waren er over de hele wereld massale betogingen tegen die onrechtmatige oorlog van de VS. Voor de tweede keer in mijn leven – na ‘Vietnam’- nam ik toen deel aan de betogingen. De derde keer was dit jaar, in Den Haag (16 juni) en Amsterdam (5 oktober).
Het springende punt is dat veel – de meeste? – Joodse Nederlanders zich opstellen als buitenburgers van ‘hun’ Joodse staat. Geen wonder dus dat ze op hun verantwoording worden aangesproken.
Anton van Hooff Nijmegen
Joodse Nederlanders Sociale media zijn van invloed
Waarom volgde op de Irak-oorlog géén massale afkeer van Amerikanen, en worden Joden na deze Gaza-oorlog wel aangesproken op de daden van Israël? Robert Vuijsje noemt een altijd sluimerend antisemitisme als oorzaak. Dat zou voor sommigen kunnen gelden. Het gaat echter te ver om iedere Gaza-sympathisant hiervan te betichten. Het leed dat Joden is aangedaan en het schuldgevoel daarover zorgden er immers óók voor dat het voor velen juist erg moeilijk was om tot een veroordeling van Israël te komen.
Vlak bovendien de kracht van social media in deze tijd niet uit. Het leed uit de genocide in Gaza is zó breed en effectief gedeeld, dat het ieders sympathie met de Gazanen opwekte. Die media hadden de Irakezen en Koerden destijds niet ter beschikking. Bovendien zorgden diezelfde social media dat vooral Israëlische soldaten hun vergenoegen over de genocide breed konden delen, wat de sympathie voor Israël danig de nek om draaide.
Dat mensen te weinig onderscheid maken tussen ‘Joden overal ter wereld’ en ‘de staat en het leger van Israël’ is tragisch. Maar om hier antisemitisme achter te zoeken lijkt op het narratief van de Israëlische regering, die alle kritiek eveneens gelijkschakelt aan Jodenhaat.
Boris de Jong Haarlem
Joodse Nederlanders Europese verantwoordelijkheid
Robert Vuijsje vraagt zich af waarom de oorlog in Gaza zulke grote (en negatieve) emoties oproept in landen als Nederland, en beantwoordt die vraag met de vermeende antisemitische aard van Nederlanders. Hij slaat de plank grotesk mis. De oorlogsmisdaden tegen Palestijnen, volgend op de schokkende aanslagen van 7 november 2023, worden in de eerste plaats gepleegd door de staat Israël. Die staat is opgericht met steun van het Westen en krijgt voortdurend krachtige westerse steun, die direct volgt uit de Holocaust.
Landen als Nederland zijn verantwoordelijk voor het bestaan van Israël, en het is niet vreemd dat Nederlanders zich ook verantwoordelijk voelen voor de manier waarop Israël voor zijn bestaan vecht. Is dat met het uithongeren van kinderen en het bombarderen van artsen en journalisten, dan is dat ook ónze verantwoordelijkheid. Dat heeft zeker met ons antisemitisme te maken, maar anders dan Vuijsje denkt met de Jodenhaat van vróéger, niet die van nu. Israël hoort bij Europa, van het Songfestival tot de artsenmoorden in Gaza.
Met die verantwoordelijkheid is het des te frustrerender dat Europa niets heeft weten te bereiken voor Israël en de Palestijnen: geen bevrijde gijzelaars, geen voedselhulp en geen duurzame vrede. Het wegnemen van die frustratie met daadkrachtig, eensgezind beleid is het krachtigste medicijn tegen het gevoel van onveiligheid van Joodse Nederlanders, en in ieders belang.
Ed Eringa Amsterdam
Duurzame groeiHerhaling van zetten
Hidde Boersma stelt in zijn recente opinie (25/10) dat economische groei niet langer ten koste hoeft te gaan van de aarde. Volgens hem is het tijd voor een „nieuw duurzaamheidsverhaal”. Maar wie beter kijkt, ziet geen nieuw verhaal, slechts een herhaling van het utilitaire denken dat ons al ruim vijftig jaar in deze crisis vasthoudt.
Toen de Club van Rome in 1972 The Limits to Growth publiceerde, werd de wereld geconfronteerd met de eindigheid van de aarde. De reactie van het Westen was niet matiging, maar optimalisatie: schoner produceren, efficiënter verbranden, slimmer bouwen. De optimalisatie moest vooral verdere groei en daarmee meer geluk mogelijk maken. Dat geluk denken heeft geleid tot hogere inkomens, maar ook tot warmere oceanen, lege zeeën en verschralende ecosystemen. Onze technologische vooruitgang heeft de klimaatcrisis niet gestopt, hooguit wat vertraagd.
Boersma’s „groene groei” blijft gevangen in het wereldbeeld waarin de aarde iets is dat voor groei beheerst en verbeterd moet worden. De filosoof Heidegger zou zeggen: juist die houding ís het probleem. De hoop op technologie is valse hoop, omdat ze de manier van denken die de crisis heeft veroorzaakt verder versterkt. De Jevons-paradox laat zien waarom: efficiëntie verlaagt kosten en stimuleert consumptie. Zuinigere motoren en vliegtuigen hebben geleid tot méér verkeer, niet minder uitstoot.
Wat nodig is, is geen technologische, maar morele innovatie: een economie die geluk en welvaart niet langer meet in groei, maar in matigheid. Dat Boersma matigheid niet ziet als deugd zegt veel over de moraliteit van onze tijd.
Dolf van Eps Hilversum
Lees ook
Groei die ook goed is voor de planeet: het kán

Duurzame groei Minder is meer
Hidde Boersma roept op tot een cultuuromslag. Geloof in vooruitgang! Geloof in economische groei! Alleen dan kunnen we een duurzame wereld bereiken én onze welvaart behouden.
Een optimistische gedachte. Echter vergeet hij een belangrijke nuance: economische groei leidt niet automatisch tot meer welvaart. Een somber voorbeeld is dat de welvaart van 18- tot 45-jarigen tussen 2019 en 2024 is afgenomen. Terwijl de economie rustig door bleef groeien.
Niet dat alle groei slecht is. Een groei van het aantal windparken of het aantal kweekvleesburgers kan je als positief beschouwen. Maar groei an sich? Dan geldt voor mij toch het oude mantra ‘minder is meer’: de hoopvolle gedachte dat minder consumeren, minder produceren, minder werken zelfs, ons gelukkiger mensen maakt. Dat is pas een cultuuromslag.
Jelmer Nederhof Rhoon
SToptoberRespect voor anderen
‘Eigen baas, eigen lichaam, dus ik rook’, schrijft Zora Nana Kornmann (25/10). Dat ze, ondanks aansporingen te stoppen, blijft roken mag natuurlijk, we leven in een vrij land. Maar vrijheid betekent niet maar alles doen wat jij wilt, het betekent ook respecteren wat anderen willen. En zo’n 80 procent van de Nederlandse bevolking zegt ‘Eigen baas, eigen lichaam, dus ik rook niet!’. Persoonlijk wil ik ook niet gedwongen worden mee te roken.
Dus Zora Nana Kornmann en andere rokers, ga daar lekker mee door maar doe het wel binnen in je eigen huis, niet buiten waar je de vrijheid van anderen die niet mee willen roken niet respecteert. Of ben je zo verslaafd dat jouw verlangen uitstellen voor het welzijn van een veel grotere groep anderen voor jou onmogelijk is?
Frans Moquette Voorschoten
Lees ook
Eigen baas, eigen lichaam, dus ik rook

BorstamputatieEen wereld te winnen
Uit eigen ervaring ben ik blij met meer ruimte voor vrouwen om te kiezen voor borstamputatie (25/10) en vervolgens te kiezen voor ‘plat’. Ik heb die keuze zelf gemaakt hoewel de artsen borstsparend opereren adviseerden. Ik moest dat goed beargumenteren en er werd goed naar me geluisterd. Zo hoort het ook: laat ieder vooral de keuze maken die het beste bij haar past.
Omdat die keuze altijd onder hoogspanning gemaakt moet worden, is eerlijke en duidelijke informatie over de voor- en nadelen van de verschillende opties essentieel. Ook over de mogelijke nadelen van een borstsparende operatie, als die tot de opties behoort. Dat is onvoldoende het geval.
Verder moet een vrouw die kiest voor plat niet beschouwd worden als iemand die geen waarde hecht aan esthetiek of vrouwelijkheid. Merkwaardig is dat amputatie met reconstructie uitgevoerd wordt door een plastisch chirurg, voor een mooi resultaat. Zonder reconstructie doet een algemeen chirurg het en staat esthetiek niet per se voorop.
Ten slotte moet de vanzelfsprekendheid dat borsten de norm zijn en dat platheid aan het oog onttrokken moet worden, verdwijnen. Dat begint al bij het verzoek voorafgaand aan de amputatie om twee sport-bh’s mee te nemen naar het ziekenhuis. Die dienen na de operatie, gevuld met ‘noodprotheses’, als drukverband. Hoezo is het geen keuze om gewoon een plat drukverband te krijgen?
Rond platheid na borstkanker is kortom nog een wereld te winnen.
Simone Lippens Feerwerd
Lees ook
De emancipatie van de platte vrouw

Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.