John van den Brom stapte op een moeilijk moment in bij FC Twente. De trainer zag Joseph Oosting na vier competitieduels op straat gezet worden en moest vanaf dat moment de kar trekken. 

“Ik ben binnengekomen in een moeilijke situatie. Vooral voor de groep, omdat de spelers met Joseph Oosting een heel goede relatie hadden”, zegt Van den Brom in gesprek met Tubantia. “Dat had ik ook van Louis Laros gehoord, en die is zowel de zaakwaarnemer van Joseph als van mij. Ik hoorde daardoor ook veel dingen van de andere kant.”

“Joseph was geliefd bij iedereen, maar ik heb wel gezegd: jongens, dit is geweest, we moeten door. De groep stelde zich niet lastig op”, voegt Van den Brom daaraan toe. “Ik heb nooit het idee gehad dat ik me moest bewijzen. Je prikt ook heel makkelijk door me heen. Ik kan hier zijn wie ik ben en dat is niet altijd vanzelfsprekend.”

“Ik heb niet veel veranderd. Ik heb mijn ding gedaan, zoals ik altijd doe. Ik heb gezegd: ik ga werken met de mensen die er zijn, want dat zijn allemaal kundige specialisten”, vindt Van den Brom. “En als blijkt dat het niet werkt, kunnen we altijd in de winterstop nog kijken. Ik moest me aanpassen en zij moesten zich aanpassen.”

“Je komt binnen, je gaat aan de slag en na een paar dagen had ik het gevoel dat ik hier al heel lang rondloop”, zegt de trainer lovend over de club. “Als de resultaten goed zijn, gaat het ook allemaal wat makkelijker”, besluit de oefenmeester.