‘Ben ik een monster? Ik heb nooit iemand vermoord. Ben ik een monster? Ik sla mijn kinderen niet. (NOG NIET). Ben ik een monster?’ Dit vraagt Claire Dederer zich af in haar boek Monsters, dat vooral gaat over ‘monsterlijke mannen’ in de kunst – mannen zoals Roman Polanski, Ernest Hemingway en Pablo Picasso. Kun je nog van hun kunst houden als je van hun monsterlijkheid weet?

In de geschiedenis waren vrouwen vaak monsters in een andere categorie. Als vrouw was, of is, je kinderen in de steek laten het monsterlijkste dat je kon doen, weet Dederer. Nét iets minder erg was het om als vrouw ambitie te hebben. Ambitie om iets anders te doen dan voor kinderen en echtgenoot te zorgen. Ambitie om kunstenaar te willen worden of schrijver. En zet daar gerust ook politicus achter.

Om monsters te zien, hoeven we alleen maar in de spiegel te kijken, blijkt al snel in de tentoonstelling Temper Tantrum Bonehouse in tentoonstellingsruimte W139 in Amsterdam. Kunstenaar Mette Sterre, initiator van de tentoonstelling, heeft net na de entree een lachspiegel neergezet. De spiegel beweegt van bol naar hol en weer terug. Bezoeker en omgeving smelten samen.

Die omgeving is op dit punt al spookachtig te noemen. Van de buitenkant valt de etalage van W139 nauwelijks op tussen de vele suiker- en sekswinkels in de Warmoesstraat. De letters van de titel van de tentoonstelling suggereren samen met de inhoud een horror-experience waar de gemiddelde Wallen-toerist wel voor te porren is. Dat is precies de bedoeling van Sterre.

Want juist deze plek naast de Dam heeft, zo vertelt de toelichting, een lange geschiedenis van openbare executies, freakshows, anatomische lessen, vrouwenvernedering en vermaak. Intussen draait de wereldpolitiek door op angst. ‘Ultraconservatieve regeringen wereldwijd leggen met geweld wetgeving op tegen trans, queer, vrouwelijke en geracialiseerde lichamen – lichamen die nog steeds het doelwit zijn van uitbuiting en controle’ stelt de tentoonstellingstekst.

Sterre heeft vijf kunstenaars gevraagd een bijdrage te leveren, maar er is ook veel werk van haarzelf te zien. Ze speelt vaak met (aangeleerde) ideeën over angst en afkeer en het menselijk lichaam. Ze maakt kostuums, pakken waarin de dragers transformeren tot nieuwe wezens, soms met allerlei kleurige bulten en abcessen, een andere keer met tientallen plastic vingertjes. Haar sculpturen bedekken soms hele muren met vormen die deels uit zichzelf bewegen.

Juist deze plek heeft een lange geschiedenis van vrouwenvernedering

Van onder een trap klinkt zo af en toe een diepe grom. Die hoort oorspronkelijk bij een een performance van Diane Mahin, die zal deze ‘grunt’ ook live opvoeren op de speciale performance-avond ‘A Nightmare on Warmoes Street’ op 26 oktober. Ook staat er nog een ‘Monster Ball’ op het programma.

In de grote centrale ruimte bewegen de kunstwerken, de monsters en de botten nu ook al elk in hun eigen tempo en met een eigen geluid. Zittend naast een vriendelijk ogende ‘Hummel’, een beerachtig wezen met een vacht van duizenden rubberelastiekjes, kun je als bezoeker de film Free Energy zien van en met de Britse performancekunstenaar Monster Chetwynd. Hierin gaat het over de energie die een performance kan geven, over de bijna vergeten ideeën van Nikola Tesla, over hoe ‘evil genius’ Elon Musk als salesman er met diens ideeën vandoor gaat. Vanuit een hoek van de ruimte groeit mensenhaar op de muren.

En in een houten hutje dat van binnen doet denken aan een biechtstoel kun je luisteren naar het gefluister dat Aimée Philips en Nina Läuger opnamen. In No Need to Confess lopen historische en (fictieve) persoonlijke verhalen over abortus door elkaar. Tijdens de bedenktijd over de beslissing de abortus door te zetten, (‘een erfenis van het christendom’, zegt de dokter) vertelt een vrouw dat ze zich die week met het ongewenste klompje levende cellen in haar buik een alien voelde.

Lees ook: