Het is zowel een zelfonderzoek als een overpeinzing over beeld, reflectie en geheugen.  Remake is de eulogie van  filmmaker Ross McElwee (78) voor zijn zoon Adrian, die zeven jaar geleden aan een overdosis fentanyl overleed. Hij stelt ons daar – niet voor het eerst – voor aan een sensitieve, intelligente maar labiele jongeman die veel werd gefilmd en veel filmde. Remake roept vragen op. Bood de camera inzicht of verhulde het? Bracht film vader en zoon tot elkaar of schiep het afstand? Is filmen überhaupt goed voor een mens?

Ross McElwee geldt sinds  Sherman’s March in 1985 als pionier en voorman van de ego-documentaire. Als dertiger vatte hij het plan op om een film te maken over de allesverwoestende raid van Unie-generaal Sherman in 1864, voor een reflectie over moderne oorlogsvoering. Maar zijn vriendin maakte het uit en de film veranderde in een onderzoek onder familie, exen en oude vrienden naar zijn romantische falen.  Door McElwees geestige, lijzige commentaar – hij is een Woody Allen-achtige nebbisj – verzandt het nooit in irritant navelstaren. McElwee oordeelt niet, hij weifelt, denkt hardop. 

Ross McElwee vond alsnog een echtgenote, Marilyn Levine. Grote onderwerpen – de tabaksindustrie,  de Koude Oorlog – filmde hij voortaan vanuit zijn  gezin: zoon Adrian, en later dochter Mariah, wier ingewikkelde adoptie ook weer een film opleverde: In Paraguay (2008). Het is de ‘cinema of me’ in optima forma, een trend die opkwam in de jaren zestig, toen camera’s steeds lichter werden. Als filmmaker kon je daardoor in je eentje op stap – zoals Frans Bromet dat in Nederland deed. Dat bracht het ideaal van de ‘cinema vérité’ naderbij: de realiteit betrappen als ‘vlieg op de muur’. Tegelijk groeide het postmoderne besef dat een documentaire nooit echt is, dat je altijd een verhaal construeert. Voor de lens is iedereen een acteur. Zelfs een beveiligingscamera kiest wat hij in beeld brengt. Beter je keuzes expliciet te maken, zoals Ross McElwee deed.

Maar Ross McElwees zoon Adrian overleed op 27-jarige leeftijd. En nu probeert de filmmaker in zijn beeldarchief alsnog te ontdekken wie Adrian was. Het is slechts een ‘half-levende’ Adrian. Een kleuter die rivierkreeftjes in zijn fuik vangt, maar een grote loslaat „omdat hij anders misschien boos wordt”. Een scholier die ‘dada’ vertelt dat hij graag vist vanwege de „diepe verrassing van de oceaan”. Een adolescent met onzekere, ontwijkende ogen.

Met de sensitieve Adrian komt het vast ook wel goed, stelt McElwee zichzelf gerust

McElwee is een lieve vader, Adrian lijkt erg aan hem gehecht. Hij wil zelf iets met film, rommelt met websites, droomt over Hollywood. Maar Adrian is ook bipolair en krijgt lithium voorgeschreven. Er zijn drank en pillen, kleine overtredingen, arrestaties. In 2011 maakt McElwee een documentaire over hem: Photographic Memory. Hij ergert zich aan Adrians stuurloosheid en keert terug naar Bretagne, waar hij zelf als twintiger assistent van een bruidsfotograaf was en ook nog geen idee had wat hij met zijn leven ging doen. Met de sensitieve Adrian komt het vast ook wel goed, stelt McElwee zichzelf gerust.

Blindheid

In Remake vervloekt hij nu zijn blindheid. Adrian ging indertijd mee naar de première van Photographic Memory in Venetië. We zien hem zweten bij een persconferentie, vader kalm en monter naast hem. Het was moeilijk zichzelf zo op film te zien, zegt hij. Pa benadrukt dat Adrian altijd een veto had. Sure, zie je hem denken. Ross McElwee heeft immers de regie: zie een oud fragment waarin hij zijn zoon als kleuter duidelijk maakt dat hij later beslist wat in zijn film komt en wat niet.

Ross McElwee staat mijlenver van moderne ‘influencers’ die hun gezin op YouTube als verdienmodel inzetten. Maar hij stelt zich wel de vraag hoe gezond al dat filmen achteraf was. Zijn gezin was het op zeker moment zat, toont hij. Moeder Marilyn wil niet meer in beeld, dochter Mariah loopt geïrriteerd weg, Adrian houdt zijn hand voor de camera. Waarom blijft je zelf altijd buiten beeld, vraagt Adrian. „Ik ben saai”, verweert McElwee zich. „Ze willen niet mij zien, maar wat ik zie.”

Was film geen vergif voor Adrian, vraagt hij zich af. We zien Adrian als kind een tekening van God maken: het is een camera. McElwee erft zijn zoons beeldarchief en ziet daar hoe fragiel, depressief en verslaafd Adrian was toen hij naar Colorado verhuisde om daar ski-video’s te maken. Adrian probeert egodocs naar pa’s voorbeeld te maken, aanzetjes die in een drugsroes stranden.  

Adrian filmt zichzelf in 2011 op het Lido van Venetië als een benevelde jet-setter die van rode loper naar discotheek zwalkt. Was dat zelfsatire of de man die hij wilde zijn, vraagt McElwee zich af. Adrian verwijt pa  – half grappend – dat hij door zijn films slechts kindster op ‘de D-lijst, of Z-lijst’  werd. Waarom gebruikte hij hem niet voor reclame, waarom  ging hij niet voor Hollywood en het grote geld?

Die vraag beantwoordt McElwee met een subplot dat Remake enige lichtheid geeft. Hollywood klopt op zeker moment aan de deur: een producer overweegt een remake van McElwees documentaire Sherman’s March te maken, nu als speelfilm. Dat plan verdwijnt in wat Hollywood de ‘development hell’ noemt, om weer op te duiken als een mogelijke  tv-serie of sitcom. Ik zal u niet verklappen hoe dat afloopt, maar  McElwee keert nog eens terug naar zijn geboortestreek. Een oude vriend verloor ook een kind, aan kanker. Zijn vriendin Charleen dementeert, en verbaast zich over hoe fragmentarisch en willekeurig het geheugen is.

Hoe groot McElwees beeldarchief ook is, het blijven flarden, het is nooit compleet

Eigenlijk zoals de beelden van Adrian. Hoe groot McElwees beeldarchief ook is, het blijven flarden, het is nooit compleet. En wat doen die beelden: het geheugen activeren of herinneringen juist verdringen? Leert McElwee iets nieuws over Adrian of construeert hij – met voorkennis van de afloop –  hier een nieuwe Adrian? Remake is een ontroerende overpeinzing over beeld, zelfbeeld, reflectie en geheugen.

Laatste woord

Maar het laatste woord is aan Ross McElwee. , hij arriveert pas zes uur ’s ochtends in Boston. Ik stel hem één vraag per mail. Ooit hoorde ik de dichter Jean-Pierre Rawie spreken over zijn gedicht Sterfbed, het meest voorgelezen gedicht op uitvaarten toen. Rawie vertelde over hoe hij zijn verdriet omzette in een gedicht, waar het geleidelijk grondstof werd voor rijm en ritme. Was Remake voor hem ook cathartisch, of ligt dat bij een filmmaker anders? Ross McElwee verwerkt geen herinneringen, maar beelden van nog een levende zoon.

Maandenlang was het te pijnlijk om Adrian te zien, antwoordt McElwee. Hij huurde een assistent in die ‘screen grabs’ (losse beelden) maakte van Adrian in al zijn documentaires. Met die beelden schreef hij hoofdstukken van Remake, daarna kon hij ook weer home movies van Adrian zien: eerst als kind, later als tiener en jongeman. „Ik gebruikte schrijven in zekere zin als brug om deze film te maken. Het is interessant dat u rijm en ritme noemt om – althans deels – over je verdriet heen te komen, zoals Rawie deed. Montage is het vinden van een passend ritme in beeldmateriaal.”

Ross McElwee op het filmfestival van Venetië in september 2025.

Foto Riccardo Antimiani/ANP EPA

Zoom in

Maar Rawie verloor een vader, en hij een zoon, vervolgt McElwee. Dat ging over de muziek van de eindtitels: Schuberts’ Erlkönig. „Dat gaat over een vader die met zijn koortsige zoon door de sneeuw naar een dokter galoppeert om zijn leven te redden. Tientallen jaren terug, toen ik het voor het eerst hoorde, ontroerde dat me enorm omdat het over onze vader leek te gaan, een chirurg die ooit in de vreselijke situatie belandde dat hij moest proberen het leven van zijn jongste zoon te redden na een afschuwelijk ongeluk.”

„Jaren later, toen mij eigen zoon stierf, besefte ik dat het nu ook over mijn eigen ervaring ging. In Erlkönig probeert de vader op het paard zijn zoon te kalmeren door hem te vertellen dat de Erlkönig die hem verleidt om naar zijn koninkrijk van de dood te komen alleen in zijn koortsige fantasie bestaat. Dat wat er zo angstaanjagend uitziet, slechts bomen zijn die in de wind bewegen. Dat voelt nu als een parallel voor mijn spijt omdat ik me niet volledig realiseerde in welk gevaar mijn zoon was door de drugs waarmee hij experimenteerde.”

Later stuurt McElwee nog een mail. „Ik vergat te beantwoorden of Remake cathartisch was. Bij de wereldpremière in Venetië, tijdens de lange ovatie na afloop, met de schijnwerper gericht op mijn balkon, begon ik te huilen. En ik kon niet stoppen, heel gênant. Dus ja, cathartisch.”

 

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.