Hoe vier je dat eigenlijk, als de Europese Unie een stukje groter wordt? Toen Kroatië, het jongste EU-land, twaalf jaar geleden lid werd, was er vuurwerk in de hoofdstad Zagreb. Beethovens Ode an die Freude, het volkslied van de EU, werd gespeeld.
Sindsdien kwam er niemand meer bij. Er zijn in Brussel inmiddels meer ambtenaren die weten hoe het is als een land de club verlaat, met dank aan het vertrek van de Britten in 2020. De laatste grote uitbreiding dateert alweer van 2004, toen de EU met tien landen werd uitgebreid.
Maar dat kan de komende jaren veranderen. Montenegro en Albanië zijn hard op weg om als 28e en 29e lidstaat tot de EU toe te treden. De twee landen maken zoveel vaart in het toetredingsproces dat de Europese Commissie er rekening mee houdt dat een lidmaatschap al in 2028 (voor Montenegro) en 2029 (voor Albanië) een feit kan zijn.
Voor dit scenario moet alles goed gaan. Montenegro heeft in dat geval nog iets meer dan een jaar om te voldoen aan alle eisen die bij het lidmaatschap horen. Als dat gebeurd is, moeten de parlementen uit de bestaande EU-landen nog hun akkoord geven aan de toetreding. Albanië hoopt dat het in 2027 alle hervormingen heeft doorgevoerd. Daarna wacht hetzelfde proces.
Die goedkeuring is geen gelopen race. Als de EU groeit van 27 naar 29 en uiteindelijk mogelijk meer dan 30 landen, lijken ook hervormingen van de Unie zelf onvermijdelijk te worden. Als alle landen hun veto behouden en daarmee in hun eentje grote besluiten kunnen blokkeren, dreigt stilstand. De huidige landen zijn echter weinig happig om hun eigen veto op te geven.
Terwijl de kandidaten haast maken, verloopt deze interne evaluatie stroperig. „De toekomstige lidstaten zijn goed op weg om klaar te zijn voor uitbreiding”, zo vatte een hoge EU-functionaris de stand van zaken enige tijd geleden samen. „De vraag is of de huidige lidstaten er klaar voor zijn.”
Stilstand
Het enthousiasme over uitbreiding is bovendien in een aantal EU-landen, waaronder grote landen als Frankrijk, flink bekoeld. De uitbreidingsrondes van 2004 en van 2007 (met Roemenië en Bulgarije) hebben de angst voor extra (arbeids)migratie en corruptie aangewakkerd, evenals de zorg dat de huidige EU-landen financieel zullen moeten bijleggen voor armere nieuwe lidstaten.
De gevolgen zullen beduidend kleiner zijn dan in die eerdere rondes, benadrukken ambtenaren. Montenegro en Albanië zijn qua inwonertal vergelijkbaar met Antwerpen en Rome, zei Marta Kos, de Eurocommissaris voor Uitbreiding, dinsdag in een persconferentie. De toetreding van deze landen kost minder en is minder ontwrichtend voor de lonen elders in Europa.
Lees ook
Europese Commissie wil Rusland weren van de Balkan, daarom wordt uitbreiding van de EU versneld

Dat zou in potentie ook gelden voor twee andere Balkanlanden die over toetreding onderhandelen: Servië en Noord-Macedonië. Daar is de voortgang echter tot stilstand gekomen.
Brussel worstelt met de autoritair optredende Servische president Aleksandar Vucic en levert aan populariteit in. De steun onder de Servische bevolking voor EU-lidmaatschap is in een paar jaar gekelderd naar 33 procent. Noord-Macedonië paste in 2019 zelfs zijn naam aan om een ruzie met Griekenland bij te leggen, maar stuit nu op een nieuw conflict met Bulgarije.
Ook elders op de Balkan ziet het er niet goed uit. Bosnië-Herzegovina kampt met zoveel bestuurlijke problemen dat het nog lang niet klaar is voor de EU. En Kosovo wordt niet eens door alle EU-landen erkend en blijft als potentieel kandidaat in de wachtruimte zitten.
Met Turkije zijn de gesprekken sinds 2016 vanwege zorgen over de rechtsstaat en de mensenrechten stilgelegd. Nu ziet het er ook slecht uit voor Georgië, dat enkele jaren geleden nog gold als een toekomstige EU-belofte. Onder de nieuwe, autocratische regering koerst het land meer af op Moskou dan op Brussel. „Alleen in naam is Georgië nog een kandidaat”, aldus de Commissie.
Oekraïne
En dan zijn er nog Oekraïne en Moldavië. Ook deze landen hervormen in recordtempo, al komen ze allebei van ver. Daar staat tegenover dat een potentieel lidmaatschap van Oekraïne nog veel meer druk zet op de EU om zichzelf te hervormen.
Met 30 miljoen inwoners (dat waren er ruim 40 miljoen voor het uitbreken van de oorlog) is het land in zijn eentje groter dan alle andere actieve kandidaat-landen bij elkaar. Veel van de huidige EU-landen die nu meer geld overhouden aan directe EU-subsidies dan ze betalen aan contributies zouden in één klap netto betalers worden.
Ook hier zit de grootste kink in de kabel niet bij de kandidaten, maar bij de bestaande lidstaten. Door een veto van de Hongaarse premier Viktor Orbán kunnen de eerste formele gesprekken met Oekraïne niet van start gaan – en die van Moldavië zijn daaraan gekoppeld. De Commissie heeft lovende woorden voor beide landen, maar kan geen nieuwe stappen bieden.
Lees ook
Schoof botst met Europese collega’s in Kopenhagen over Oekraïense EU-kandidatuur

Dat betekent overigens niet dat de rest van de EU voorlopig stil zit, wachtend totdat Orbán van het podium is verdwenen. De onderhandelingen kunnen formeel weliswaar niet geopend worden, de gesprekken zijn al lang in volle gang. De hervormingen die Brussel eist in ruil voor het lidmaatschap zijn immers geen geheim, bij de uitvoering ervan krijgt Kyiv volop ondersteuning.
De hoop is dat het land met hulp van de EU in sneltreinvaart door alle hoofdstukken heen kan scheuren als Orbáns blokkade eenmaal van tafel is. Zoals een diplomaat uit een EU-land het onlangs verwoordde: Oekraïne mag zolang de blokkade loopt nog niet „van toets naar toets naar het eindexamen”, maar krijg alvast „huiswerkbegeleiding” om geen studievertraging op te lopen.
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.