Treinreizigers moeten veel sneller door Europa gaan reizen. De Europese Commissie heeft woensdag een actieplan gepresenteerd om met kortere reistijden de trein aantrekkelijker maken. In 2040 moet Europa een snel en goed verbonden spoornet moet hebben.
De Europese Commissie wil dat treinen straks belangrijke knooppunten in Europa verbinden met snelheden van 200 kilometer per uur of meer. Dat leidt op sommige verbindingen tot reistijden die uren sneller zijn. In een persbericht noemt de commissie een reistijd van Berlijn naar Kopenhagen van 4 uur (nu 7 uur) en van Sofia naar Athene in 6 uur (nu 13 uur en 40 minuten). De commissie wil ook nieuwe verbindingen zoals de vorige week gepresenteerde hogesnelheidsverbinding Madrid – Lissabon die de reistijd hier terugbrengt naar 3 uur.
- De reistijd Amsterdam – Berlijn moet naar 5.30 uur van 5.40 uur in 2026.
- Berlijn naar Rome moet in 10.15 uur in plaats van 14.30 uur nu.
- De treinrit Parijs – Madrid moet in 6 uur
- De grootste tijdwinst zal geboekt moeten worden tussen Boedapest (Hongarije) en Boekarest (Roemenië). Daar wil de commissie een reistijd van 6.15 uur terwijl dit nu 15 uur is.
Meerdere maatregelen in plan
Onder het actieplan vallen verschillende maatregelen. De eerste is het oplossen van knelpunten voor grensoverschrijdende treinverbindingen. Ook de opties voor hoge snelheden moeten snel in beeld zijn, inclusief de mogelijkheden voor snelheden boven de 250 kilometer per uur. De commissie dringt er bij lidstaten op aan hier al uiterlijk 2027 over te rapporteren.
Hogesnelheidsdeal
De commissie wil een financiële strategie ontwikkelen voor een Hogesnelheidsdeal met lidstaten en de industrie. Investeren in spoorwegen moet makkelijker en aantrekkelijker worden en de commissie wil innovatieve oplossingen voor betere verkoop van internationale kaartjes en een tweedehands markt voor materieel. De commissie wil ook werken aan betere regels waarbij infrabeheerders internationale verbindingen coördineren. Standaardisaties en vergunningen moeten eenvoudiger worden.
Het actieplan streeft er ook naar capaciteit vrij te maken op het normale spoor voor nacht-, goederen- en militaire treinen.
Voorlopig niet op juiste spoor
Volgens eerdere Europese plannen moet het hogesnelheidspoorverkeer in 2030 verdubbeld zijn ten opzichte van 2015 en verdrievoudigd in 2050. Maar de commissie meldt zelf in een document dat Europa (nog) niet op het goede spoor zit. “In 2023 was het hogesnelheidstreinverkeer slechts met 17 procent toegenomen ten opzichte van 2015, terwijl de lengte van de in gebruik zijnde hogesnelheidslijnen 12.128 kilometer bedroeg, voornamelijk gelegen in Spanje, Frankrijk, Italië en Duitsland. Centraal- en Oost-Europa zijn nog steeds slecht verbonden. Door de aanhoudende fragmentatie en belemmeringen is een echt verbonden Europees hogesnelheidsnet daarom nog lang niet voltooid.”
Scorebord
Om de voortgang van het actieplan te meten, maakt de Europese Commissie een scorebord voor hogesnelheidslijnen. Op het scorebord wordt het aantal kilometer hogesnelheidspoor bijgehouden, trends in de ontwikkeling ervan, gemiddelde snelheden, reizigersaantallen en de uitrol van het spoorbeveiligingssysteem ERTMS. Ook gaat de commissie een jaarlijkse enquête over het hogesnelheidsspoor uitvoeren.
Het Europese hogesnelheidsspoornet volgens de Europese Commissie.
(c) Treinreiziger.nl