Het moet een trendbreuk in het openbaar vervoer veroorzaken, een nieuwe wet die provincies meer grip moet geven op het openbaar vervoer (ov) in de regio. “We hebben 30 jaar lang steeds meer marktwerking gezien. Wij willen het ov nu weer publieker gaan inrichten” zegt Habtamu de Hoop, Tweede Kamerlid voor GroenLinks-PvdA.

Eigen ov-bedrijf starten

De Hoop heeft samen met Kamerlid Olger van Dijk (NSC) een wetsvoorstel ingediend dat provincies de mogelijkheid geeft om zelf een ov-bedrijf te starten. Nadat eerder de Tweede Kamer akkoord ging, stemde deze week ook een meerderheid in de Eerste Kamer voor deze nieuwe wet.

“Ik denk niet dat dit het gouden ei is om alle problemen in het openbaar vervoer op te lossen. Er moet sowieso structureel meer geld naar het regionale openbaar vervoer”, zegt De Hoop. “Maar ik geloof wel echt dat dit voor de betrouwbaarheid heel goed is.”

Wat heeft de reiziger nodig?

“Je ziet dat marktpartijen toch vooral sturen op efficiĆ«ntie, terwijl ik ervan overtuigd ben dat als provincies het ov zelf inrichten, dat minder dominant wordt en dat er dan meer wordt gekeken naar wat voor de reiziger nodig is”, gaat het Kamerlid verder. Hij hoopt dat de regio op deze manier goed bereikbaar blijft.

Rond de eeuwwisseling werden aanbestedingen in het openbaar vervoer verplicht. “Toen gingen commerciĆ«le partijen het ov in de provincies verzorgen”, weet De Hoop te vertellen. “Maar je ziet al een tijd dat er een afname is. De positieve prikkel van concurrentie in het ov is minder geworden.”

Steeds minder bushaltes en buslijnen

De afgelopen 5 jaar verdwenen er in heel Nederland honderden buslijnen en 1.500 bushaltes. “Ik vind echt dat we die trend moeten keren. Heel veel reizigers hebben de afgelopen jaren gemerkt dat de bushalte die er nog was in hun dorp, verdween.”

“Zeker in Friesland, Groningen, Drenthe, Limburg en Zuid-Holland”, zegt de Hoop. “De bushaltes die blijven, liggen vaak langs een N-weg.” Maar de bushaltes in de dorpen zelf, waar je makkelijk naartoe kunt lopen, zijn in veel regio’s verdwenen. “Terwijl het voor ouderen toch fijn is dat je er makkelijk naar toe kunt lopen. De bereikbaarheid kwam onder druk te staan.”

Sterkere onderhandelinspositie

“Dan moet je als provincie de mogelijkheid hebben om het zelf te doen zoals je dat wilt”, vindt Kamerlid De Hoop over de huidige situatie in de regio. “Wij dwingen ze nergens toe, heel veel provincies willen dit. En ik verwacht dat de komende jaren verschillende provincies gebruik gaan maken van deze mogelijkheid om het ov publieker in te richten met hun eigen ov-bedrijf.”

Op de ene plek is dat meer nodig dan op de andere plek, beseft hij. “We hebben in Zeeland gezien dat er op een gegeven moment niemand de concessie wilde doen. En ook in Gelderland in bepaalde regio’s. Ik verwacht dat provincies in zulke gevallen gebruik gaan maken van dit middel. En sowieso is het een stok achter de deur die provincies een sterkere onderhandelingspositie biedt in het biedingsproces voor ons openbaar vervoer.”

‘Geen bus, geen baan’

De Hoop vindt dat “er veel te weinig geld” naar het openbaar vervoer gaat. “Het Rijk moet provincies structureel gaan helpen met meer middelen. Het ov is een nutsvoorziening waar de overheid grip op moet hebben en houden.”

Het openbaar vervoer zorgt ervoor dat mensen kunnen meedoen aan de samenleving, zegt hij. “Naar hun werk of opleiding kunnen komen. Voor sommige mensen betekent geen bus echt geen baan. Ja, dat mag wat waard zijn.”