NOSDrones vlogen afgelopen tijd bij militaire terreinen in België
NOS Nieuws•vandaag, 19:10
In België kwam vandaag de Nationale Veiligheidsraad samen om met oplossingen te komen voor de dronedreiging waar het land al dagen last van heeft. Ook in Nederland wordt gekeken hoe zulke situaties hier aangepakt kunnen worden. Op Purple Nectar, een innovatiebeurs, roept Defensie bedrijven vandaag op om mee te denken over oplossingen.
Defensie wil zo snel mogelijk aan nieuwe wapens tegen drones komen. Daarvoor schrijft het een ‘challenge’ uit, voor bijvoorbeeld een onderscheppingsdrone of ander verdedigingsmiddel waarmee het volgende zomer al wil oefenen. Niet alleen de wapenindustrie, maar ook gewone bedrijven met een goed idee of bruikbaar product wordt gevraagd zich te melden.
Challenge
De vraag van defensie aan de Nederlandse bedrijven komt niet uit het niets. De ontwikkelingen van de laatste maanden, waarbij in onder meer België, Denemarken, Duitsland en Noorwegen het vliegverkeer deels stil moest worden gelegd, tonen de noodzaak om “iets” te doen tegen overlast van drones. Al haast een woordvoerder van defensie er wel bij te zeggen dat deze ‘challenge’ niet een plan van de laatste dagen is.
Niet verrassend klinkt er enthousiasme bij de bedrijven die een stand hebben op Purple Nectar in Nijkerk. Met name in de hoek waar de drone-ontwikkelaars zitten: een rij van zo’n tien ondernemingen die, ieder op een eigen manier, graag een bijdrage leveren. Van het opsporen van drones, tot het onderscheppen of zelf uitschakelen ervan.
Puzzelstukjes
“Er kan al heel veel”, legt Arnout de Jong van Delft Dynamics uit. Zijn bedrijf is al jaren bezig met het ontwikkelen van een drone die andere drones kan vangen met een net, of kan uitschakelen. De banden met defensie zijn al langer goed. De Jong: “Het besef dat drones belangrijk zijn, is jaren geleden al wel gekomen. Defensie ondersteunt ons financieel ook zodat we kunnen ontwikkelen. Maar het zijn nog wel veel losse puzzelstukjes.”
De situatie is volgens demissionair Defensie-staatsecretaris Gijs Tuinman dan ook zorgelijk. Om de ontwikkelingen in de drone-branche zelf te aanschouwen is hij naar de beurs gekomen. “In Nederland zien we de dreigingen ook, we zitten er midden in. Ook in Nederland. De noodzaak om op te schalen is keihard”, legt hij uit.
Toch vindt de staatssecretaris dat we op de goede weg zijn. Nederland heeft volgens hem ervaring opgedaan bij de NAVO-top. Toen werd een systeem aangelegd om drones te detecteren en ook over te nemen. “Met die ervaring hebben we Denemarken geholpen bij de EU-top begin oktober, en nu overleggen we met België hoe je dat op de slimste manier kan doen”, aldus Tuinman.
Rat race
Dat er meer aandacht is voor het belang van drones merken ze ook bij de stand van het NLR Drone Centre. Bij de onderzoeksinstelling kunnen niet-gekeurde en -geteste drones getest worden. Het wordt steeds drukker in hun testgebied in de Noordoostpolder.
Ze voelen daar dat Nederland op de juiste weg is, maar ook dat de ontwikkelingen hard gaan. De onderzoeksinstelling spreekt van een ‘rat race’ om bij te blijven. De vraag is of hetgeen je vandaag ontwikkelt, morgen nog wel goed genoeg is. “Nu duidelijker wordt wat defensie wil, en ons vraagt om mee te denken, kunnen we weer een stap verder komen.”
Daar kan Arnout de Jong van Delft Dynamics zich ook in vinden. “De versnelling wordt nu ingezet. En ook al is de drone-puzzel nog niet compleet, er ligt al wel een puzzel, en daardoor kunnen we in ieder geval iets doen.” Met enige trots kijkt hij naar zijn eigen vang- en uitschakeldrone: “De laatste maanden staat de telefoon roodgloeiend.”