‘The motherfucking album of the year’, schreeuwt een losgeslagen Pusha T voor een uitverkocht 013, waarna de oorlogszuchtige beat van So Be It de zaal bij de nek grijpt. En daar kan ie zomaar eens gelijk in hebben: de strijd om de felbegeerde hiphop-Grammy zou gaan tussen de broertjes van Clipse en Kendrick Lamar. We moesten zestien jaar wachten op nieuwe muziek, een eeuwigheid die werd beloond met een absoluut meesterwerk genaamd Let God Sort Em Out. Zijn we vanavond aanwezig bij een vervroegde overwinningstournee?
De eerste die het Tilburgse podium komt opgelopen is ‘King Push’, bijna niet te zien tussen de uitgestrekte armen die dansen op de beat van opener Chains & Whips. Zijn ogen staan op standje veldslag, zijn grijns is eerder manisch. We leren ook direct wat de heren uit Virginia doen met alle sterren die verses op het album hebben: die worden er gewoon uit gesloopt. Zo wordt ook Kendrick Lamar zonder pardon overgeslagen, al weet hij in diezelfde opener – enkel op de band – meteen uit te leggen waarom Malice en Pusha T na zestien jaar genoodzaakt waren terug te keren: ‘Let’s be honest, hiphop died again.’
Let God Sort Em Out is, buiten een ongecensureerd lesje hiphopcultuur, een statement tegen de wegwerpmentaliteit van veel rapalbums vandaag de dag. De onuitputtelijke output, een soort mixtape-fabriek en de bijbehorende volgeplande tourschema’s zijn een vervuiling van de muziek, stellen de broers. De oudste van de twee, Malice (53), voelt op de opname als de motor van het album. Live klinkt de MC zoals op tape, al wil hij zeer sporadisch wel eens een woordje vergeten.
Vanavond is zijn kleine broertje het hart van de avond. Pusha T (48) neemt de taak van de jongere, energieke helft feilloos op zich en zit ook duidelijk wat hoger in zijn ademhaling. Die onderlinge verhouding zet zich ook voort aan de buitenkant: beide mannen zijn volledig in zwart gehuld, maar het jonkie heeft een (nog) grotere ketting; meer goud en meer ingelegde diamanten.
Ik kan me niet heugen dat het publiek van de 013 er ooit zó gevarieerd uitzag, al is er één duidelijke afwezige: de vrouw. Het succes van het nieuwste album heeft wel duidelijk genoeg jeugd geïnspireerd een kaartje te kopen, maar de originele garde die al begin jaren 2000 genoot van Clipse’ coke rap is ook aanwezig, zonder hippe beanies maar gewoon in hun kantooroutfit.
Tussen al het geweld van Let God Sort Em Out is er ook genoeg ruimte voor klassiekers als Birdmans What Happened To That Boy of Clipse’ eigen Grindin’, dat het soms ietwat ongemakkelijke gewieg in de zaal plotsklaps weet te versoepelen. Het blijken niet enkel de vaders te zijn die de ruim twintig jaar oude teksten weer voelen bovenkomen, maar ook de jongelui hebben zich ingelezen. Verbijsterd kijken de broers de zaal in: ‘Word for word…’
Ook de boodschap achter Inglorious Bastards wordt unaniem begrepen, zo blijkt wanneer de vuisten massaal richting de hemel wijzen op het moment dat de speech van Jesse Jackson op de twee grote diaschermen te zien is. De dualiteit van de avond – van het complete album eigenlijk – komt op deze track perfect samen.
In 2012 veranderde Malice zijn naam in No Malice, hij had god gevonden en wilde af van het coke-imago, maar handeltjes in verboden middelen waren nou eenmaal de orde van de dag. En als je na een ietwat onethisch leven aan de poorten van de hemel komt, dan hoor je vanzelf wel of je naar binnen mag – zo luidt het credo. Het blijkt voor de twee Amerikanen lastig vocaal die diepere laag écht over te brengen in Tilburg, maar ze weten ook zonder al te veel visuele pracht en praal dat stukje diepgang via de schermen mee te geven. Op Ace Trumpets gaat dat met een ballerina, op P.O.V. met hakbijlen en pistolen.
Dan rest ons enkel nog een traan, eentje waarvan ieder die een kaartje kocht al wist dat ie over de wang zou rollen. De backing track klinkt op The Birds Don’t Sing voor het eerst uitgekleed. Op de achtergrond zien we ‘papa en mama Clipse’, die eind 2021 binnen vier maanden van elkaar overleden. Het is ook de eerste keer vanavond dat de stemmen van de rappers en die van het publiek sereen samenvallen, een prachtig eerbetoon, waarna beide heren zich omdraaien richting de grote afbeeldingen van die twee helden waar ze zo hartelijk over vertellen. Een voelbaar moment van familiare liefde, alsof ze met zijn viertjes door Europa toeren.
Na een minuut of vijftig gaan twijfelachtig de zaallichten aan. Zelfverzekerd dat dit toch écht niet het einde kan zijn, wacht de 013 geduldig op een vervolg dat nooit zal komen. Een kleine smet op een avond die juist ‘rond verhaal’ ademt.
Enfin, ‘this is culturally inappropriate’, claimt een drammende robotstem herhaaldelijk als rode draad van de avond. Onzin. Wat aan de oppervlakte een vrij normaal optreden was, is een getuigenis van hoe hiphop nog steeds onevenaarbaar verhalen kan overbrengen. En dat is ‘very appropriate’, ongeacht de ethiek van de inhoud.
Daarnaast hebben we concreet bewijs dat iemand die ruim tien jaar van zijn leven aan god wijdt, duivelser dan ooit kan terugkeren. Een oproep aan iedere CKV- of maatschappijleerdocent: Clipse is een prima schoolreisje waarbij je klas meer zal opsteken dan je ze ooit kunt vertellen. En die Grammy, die kun je op de post doen naar Virginia.
Gezien: 5 november 2025
Fotografie: Daniël de Borger


