Vroeger kon je nog letterlijk en figuurlijk met een gerust hart een wijntje drinken. Tegenwoordig stapelt het bewijs zich op over hoe slecht alcohol eigenlijk is. Nieuwste conclusie: de kans op dementie wordt groter met elk glas dat je drinkt.
Dat blijkt uit de grootste gecombineerde observationele en genetische studie tot nu toe. Zelfs lichte drinkers lopen een verhoogd risico.
De mythe van het ‘gezonde glaasje’
Onderzoekers dachten tot nu toe dat er misschien een optimale dosis alcohol bestaat voor de hersenen. Maar de meeste eerdere studies richtten zich op oudere mensen of maakten geen onderscheid tussen voormalige en levenslange niet-drinkers, wat harde conclusies lastig maakte.
Om dat probleem te omzeilen gebruikten de wetenschappers observationele gegevens en genetische methodes uit twee grote biobanken: het Amerikaanse Million Veteran Program en de UK Biobank. In totaal werden bijna 560.000 deelnemers van 56 tot 72 jaar gevolgd, gemiddeld vier jaar in de VS en twaalf jaar in het VK. Tijdens die periode kregen 14.540 mensen dementie en overleden 48.034 deelnemers.
U-vormig verband of niet?
De observationele analyses lieten een zogenoemd U-vormig verband zien: niet-drinkers en zware drinkers (40 of meer glazen per week) hadden een hoger risico op dementie dan lichte drinkers (minder dan zeven glazen per week). Alcoholisten liepen zelfs 51 procent meer risico. Tot zo ver niets nieuws onder de zon. Maar de genetische analyses vertelden een ander verhaal. Daarvoor werd gebruikgemaakt van gegevens uit meerdere grootschalige genoomonderzoeken (GWAS) met in totaal 2,4 miljoen deelnemers. Daarbij werden drie genetische maten voor alcoholgebruik onderzocht: het aantal wekelijkse glazen, risicovol drinkgedrag en alcoholafhankelijkheid.
Het resultaat: voor alle drie gold dat meer genetische aanleg voor alcoholgebruik leidde tot een verhoogd risico op dementie. Meer precies: mensen die genetisch gezien, dus voorspeld op basis van hun DNA, gemiddeld 12 drankjes per week dronken, hadden 9 procent meer kans op dementie. En elke een tot drie glazen meer per week leidden tot een extra risico van 15 procent. Bovendien zou een halvering van het aantal alcoholgebruiksstoornissen leiden tot een potentiële daling van 16 procent van het aantal mensen met dementie. Maar de belangrijkste boodschap van de onderzoekers is: elk glas alcohol vergroot de kans op dementie een beetje.
Waarom genetische analyse?
Genetische aanleg betekent dat sommige mensen door hun DNA van nature meer kans hebben om veel te drinken, terwijl anderen juist minder geneigd zijn om alcohol te drinken. Onderzoekers kunnen die verschillen gebruiken als een soort natuurlijk experiment. Als blijkt dat mensen met een genetische neiging tot meer drinken ook vaker dementie krijgen, dan is dat een sterke aanwijzing dat alcohol zelf een oorzaak is. Op die manier kun je andere factoren, zoals stress, armoede of een ongezonde leefstijl, beter wegfilteren, omdat je je genen niet kiest en ze willekeurig verdeeld zijn. Daardoor geeft zo’n genetische vergelijking een betrouwbaarder beeld van het echte effect van alcohol.
Geen bescherming van matig drinken
In tegenstelling tot eerdere observaties werd geen U-vorm gevonden en ook geen enkel bewijs dat matig drinken beschermt tegen dementie. Het risico nam simpelweg toe naarmate de consumptie hoger lag. Daarbij viel nog iets op: mensen die later dementie ontwikkelden, dronken in de jaren daarvoor juist steeds minder. Dat betekent volgens de onderzoekers dat beginnende cognitieve achteruitgang ervoor zorgt dat mensen vanzelf minder gaan drinken. Maar dan is alcohol dus nog steeds de oorzaak van de dementie.
Bij Europeanen werd het sterkste verband gevonden. Maar dat is ook niet zo gek: de meeste deelnemers kwamen uit dit werelddeel. Het team erkent dat hun methode gebaseerd is op aannames die niet volledig te bewijzen zijn. Toch zijn de conclusies helder.
De onderzoekers schrijven: “Onze bevindingen weerleggen het idee dat een beetje alcohol beschermt tegen dementie. Eigenlijk zijn alle vormen van alcoholgebruik schadelijk en er is geen bewijs voor het eerder gesuggereerde beschermende effect van matig drinken. Het patroon van verminderd alcoholgebruik vóór een dementiediagnose dat we zagen, onderstreept de complexiteit van causale interpretaties in observationele studies, vooral bij ouder wordende populaties. Onze resultaten tonen aan dat minder drinken een belangrijke manier kan zijn om dementie te voorkomen.”